Bestuursreglement Rechtbank Assen

Gelet op artikel 19, eerste lid, van de Wet op rechterlijke organisatie, heeft het gerechtsbestuur van de rechtbank Assen haar reglement bij besluit van 8 april 2005 gewijzigd vastgesteld, als volgt.

Hoofdstuk 1 Organisatie gerecht

Artikel 1.1 Onderdelen organisatie gerecht

De rechtbank Assen kent in ieder geval de volgende onderdelen:

a. de sector bestuursrecht; deze sector behandelt bestuursrechtelijke en vreemdelingenzaken;

b. de sector civiel recht; deze sector behandelt burgerlijke en familiezaken, niet zijnde kantonzaken, onteigeningszaken, landinrichtingszaken, zaken krachtens de Faillissementswet en zaken krachtens de Wet BOPZ;

c. de sector kanton; deze sector behandelt kantonzaken;

d. de sector strafrecht; deze sector behandelt strafzaken niet zijnde kantonzaken;

e. een bedrijfsbureau;

f. een stafdienst.

Artikel 1.2 Vorming en bezetting sectoren en kamers

1. Het bestuur stelt, onverminderd artikel 47, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, jaarlijks de bezetting van de sectoren vast. Indien noodzakelijk kan het bestuur de vastgestelde bezetting tussentijds wijzigen.

2. Voor de behandeling van zaken in de sectoren bestuursrecht, civiel recht en strafrecht worden enkelvoudige en meervoudige kamers gevormd. Voor de behandeling van zaken in de sector kanton worden enkelvoudige kamers gevormd alsmede een meervoudige kamer voor de behandeling van pachtzaken.

Hoofdstuk 2 Bestuur

Artikel 2.1 Werkwijze bestuur

1. Het bestuur hanteert voor zijn werkwijze de uitgangspunten neergelegd in een vastgesteld bestuurs- en managementconcept (BMC) dat als bijlage aan dit reglement wordt gehecht.

2. Het bestuur komt in ieder geval bijeen:

a. Voor de vaststelling en wijziging van het bestuursreglement, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

b. voor de vaststelling en wijziging van het klachtenreglement, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

c. Voor de vaststelling van de jaarstukken, bedoeld in artikel 31, eerste lid, en artikel 35, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

d. Op verzoek van de president, of

e. Op verzoek van ten minste twee leden van het bestuur.

3. Het bestuur komt ten minste eenmaal per jaar bijeen voor evalueren van zijn werkwijze.

4. Een bijeenkomst als bedoeld in tweede lid, onderdeel e, wordt binnen veertien dagen gehouden nadat het verzoek bij de president is binnengekomen.

5. Het bijeenroepen geschiedt door een schriftelijke kennisgeving aan de leden van het bestuur.

Artikel 2.3 Orde

1. Besluiten kunnen slechts worden genomen in een bijeenkomst waarin tenminste de helft van het aantal leden van het bestuur aanwezig is.

Artikel 2.4 Besluitvorming buiten bijeenkomst

1. Op verzoek van een der bestuursleden, in overleg met de president kan buiten een bijeenkomst een besluit worden genomen.

2. In de in het vorige lid bedoelde gevallen wordt alle leden van het bestuur een schriftelijk voorstel daartoe, voorzien van een motivering, voorgelegd.

3. Indien geen van de bestuursleden binnen de in het voorstel genoemde termijn, welke ten minste twee werkdagen omvat, te kennen geeft dat hij het voorstel op de agenda van de eerstvolgende bijeenkomst geplaatst wil hebben, neemt de president namens het bestuur het betreffende besluit.

4. Het besluit wordt opgenomen in het verslag van de eerstvolgende bijeenkomst.

Artikel 2.5 Onverwijlde besluitvorming

1. Indien door ontstentenis het in artikel 2.3, eerste lid, bedoelde aantal leden niet aanwezig is en besluitvorming onverwijld gewenst is, is de president gemachtigd te beslissen. Hij doet dit met instemming van de leden van het bestuur die wel aanwezig zijn.

2. Over de besluiten, bedoeld in het eerste lid, licht de president terstond de andere leden van het bestuur in. De besluiten worden geagendeerd voor de eerstvolgende bijeenkomst.

Artikel 2.6 Uitgaande stukken

Namens de rechtbank uitgaande stukken, niet zijnde processtukken en correspondentie die op gerechtelijke procedures betrekking heeft, worden door de president dan wel het meest betrokken lid van het bestuur ondertekend.

Artikel 2.7 Vervanging bestuursleden

Indien een lid van het bestuur langer dan dertig dagen niet in staat is aan de werkzaamheden van het bestuur deel te nemen kan het bestuur na overleg met hem besluiten hem te vervangen door een ander bestuurslid.

Artikel 2.8 Toewijzing aandachtgebieden

1. Het bestuur kan besluiten aandachtsgebieden toe te wijzen aan één of meer leden van het bestuur.

2. Het bestuur kan een termijn aan de toewijzing, bedoeld in het eerste lid, verbinden.

Hoofdstuk 3 Het bedrijfsbureau

Artikel 3.1 Het bedrijfsbureau

Het bestuur doet zich bijstaan door een bedrijfsbureau, zoals beschreven in het BMC.

Hoofdstuk 4 Sectoren

Artikel 4.1 De sectorvoorzitter

1. De sectorvoorzitter is belast met de leiding van de sector.

2. De sectorvoorzitter bevordert binnen de sector werkoverleg.

Artikel 4.2 Sectorvergadering

1. De sectorvergadering komt bijeen volgens een tevoren vastgesteld schema. De sectorvoorzitter doet daartoe een voorstel.

2. De sectorvergadering komt in ieder geval bijeen:

a. voor het bespreken van een advies als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de rechterlijke organisatie;

b. voor het bespreken van een sectorjaarplan;

c. op verzoek van de sectorvoorzitter, of

d. op verzoek van tenminste een kwart van de bij de sector werkzame rechterlijke ambtenaren en gerechtsambtenaren.

Hoofdstuk 5 Gerechtsvergadering

Artikel 5.1 Gerechtsvergadering

1. De gerechtsvergadering komt tenminste tweemaal per jaar bijeen.

2. De gerechtsvergadering komt in ieder geval bijeen:

a. voor het opstellen van een advies als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de rechterlijke organisatie;

b. op verzoek van de president, of

c. op verzoek van tenminste een kwart van de gezamenlijke bij het gerecht werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en rechterlijke ambtenaren in opleiding.

3. Het bijeenroepen geschiedt door een schriftelijke kennisgeving van de president. Hij doet dit ten minste zeven dagen voorafgaand aan de bijeenkomst.

4. Een bijeenkomst als bedoeld in tweede lid, onderdeel c, wordt binnen veertien dagen gehouden nadat het verzoek bij de president is binnengekomen.

5. De gerechtsvergadering beslist bij meerderheid van stemmen.

6. De president is verantwoordelijk voor het opstellen van een verslag zo spoedig mogelijk na een bijeenkomst. Het verslag wordt in de eerstvolgende bijeenkomst vastgesteld.

Hoofdstuk 6 Benoeming

Artikel 6.1 Benoeming rechters

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een lijst van aanbeveling voor de benoeming van rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast. Het bestuur stelt hiervoor een procedure vast.

Artikel 6.2 Benoeming bestuursleden

Het bestuur stelt een procedure vast voor het bepalen van zijn standpunt inzake de benoeming van een lid van het bestuur. In de procedure is in ieder geval geregeld, dat

a. de betreffende sectorvergadering gehoord wordt, indien de opengevallen plaats in het bestuur een sectorvoorzitter betreft;

b. de gerechtsambtenaren werkzaam bij het bedrijfsbureau gehoord worden, indien de opengevallen plaats in het bestuur de directeur bedrijfsvoering betreft.

Artikel 6.3 Aanwijzen rechterlijke ambtenaren als fungerend president

Alle in de rechtbank werkzame rechterlijke ambtenaren, niet zijnde de rechter-plaatsvervangers en de gerechtsauditeurs, worden voor de duur van hun benoeming als rechterlijk ambtenaar in de rechtbank aangewezen als fungerend president van de rechtbank, voor zover het de uitoefening van de bevoegdheid tot beëdiging betreft, als bedoeld in artikel 9a van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (gewijzigd bij besluit van 10 december 2001, Stb. 2001, 614).

Hoofdstuk 7 Griffiers en buitengriffiers

Artikel 7.1 Aanwijzen gerechtsambtenaren als griffiers

Alle in de rechtbank werkzame gerechtsambtenaren worden aangewezen als griffier en belast met de taken die bij of krachtens wet en/of artikel 11 van het Besluit orde van dienst gerechten aan de griffier zijn opgedragen, voor zover deze taken vallen binnen de aan hen in het kader van hun functie opgedragen werkzaamheden.

Artikel 7.2 Benoeming van buitengriffiers

Buitengriffiers worden benoemd en beëdigd door en ten overstaan van de president, de sectorvoorzitter of een door de president of sectorvoorzitter daartoe aangewezen andere rechterlijk ambtenaar.

Hoofdstuk 8 Werkwijze rechtbank

Artikel 8.1 Verdeling van zaken

1. De behandeling van zaken door de sectoren bestuursrecht, civiel recht en strafrecht vindt plaats in de hoofdplaats. Het bestuur kan bepalen dat de behandeling van zaken door de sector bestuursrecht, civiel recht of strafrecht plaatsvindt in de nevenvestigingsplaats of de nevenzittingsplaats.

2. Bij gebrek aan voldoende zittingscapaciteit of aan gespecialiseerde zittingscapaciteit in de hoofdplaats, een nevenszittingsplaats of een nevenzittingsplaats binnen het arrondissement kan het bestuur, de Raad voor de rechtspraak verzoeken een of meer nevenzittingsplaatsen buiten het arrondissement aan te wijzen voor de behandeling van een zaak of categorieën van zaken met het oog op een snellere behandeling zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 8, leden 2 tot en met 9, van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen (Staatsblad 2004, 388).

3. Voor het bepalen van de plaats van behandeling van zaken door de sector kanton gelden de regels ingevolge artikel 47, lid 2, van de Wet op de rechterlijke organisatie juncto artikel 12 van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaats (Stb. 2004, 388).

4. Bij zaken die in de kantonsector met een verzoekschrift worden ingeleid en die op meerdere plaatsen kunnen worden behandeld, bepaalt de verzoeker de plaats van behandeling. Indien de verzoeker in het verzoekschrift geen plaats heeft gekozen, bepaalt de sectorvoorzitter kanton in welke zittingsplaats binnen het arrondissement de zaak wordt behandeld.

Artikel 8.2 Behandeling van zaken waarbij personeelslid is betrokken

De behandeling van zaken waarbij een personeelslid van de rechtbank betrokken is, geschiedt in de nevenzittingsplaats Groningen, behoudens andersluidende beslissing van het bestuur.

Artikel 8.3 Nevenzittingsplaats buiten het arrondissement

Indien de Raad voor de rechtspraak ingevolge artikel 8 van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen voor een of meer zaken of categorieën van zaken op verzoek van het bestuur een nevenzittingsplaats buiten het arrondissement heeft aangewezen, worden de in dat verzoek aangeduide zaken of categorieën van zaken behandeld in de door de Raad voor de rechtspraak aangewezen nevenzittingsplaats, behoudens andersluidende beslissing van het bestuur.

Artikel 8.4 Behandeling van megazaken

Megastrafzaken in de zin van artikel 1 van het Aanwijzingsbesluit nevenzittingsplaatsen megastrafzaken worden, indien de landelijke coördinator megazaken daartoe aan het bestuur een voorstel heeft gedaan, behandeld in de door deze voorgestelde nevenzittingsplaats, behoudens andersluidende beslissing van het bestuur.

Artikel 8.5 Plaats van behandeling van dagvaardingszaken

De behandeling van burgerlijke zaken, anders dan kantonzaken, die met een dagvaarding worden ingeleid, als bedoeld in artikel 14, lid 1, van het Besluit orde van dienst gerechten, vindt plaats in de hoofdplaats. Dit is slechts anders indien het bestuur ingevolge artikel 8.1, eerste lid, van dit reglement heeft bepaald dat de behandeling van deze zaken plaatsvindt in de nevenvestigingsplaats of nevenzittingsplaats. De behandeling vindt plaats op de ingevolge artikel 8.6, eerste lid, van dit reglement vastgestelde dag en aanvangstijd.

Artikel 8.6 Vaststellen zittingsdagen en aanvangstijden

1. De zittingen worden gehouden op de in de bijlage van dit reglement genoemde dagen en tijden.

2. De alleen sprekende rechter of de voorzitter van de meervoudige kamer kan, telkens wanneer hij/zij dit gelet op de omstandigheden nodig acht, terechtzittingen houden in aanvulling op en in afwijking van de zittingen zoals bij dit reglement is bepaald. Deze terechtzittingen worden gehouden op de dagen maandag tot en met vrijdag, niet zijnde algemeen erkende feestdagen en daarmee gelijkgestelde dagen in de zin van de Algemene termijnenwet.

3. Wanneer het belang dit vordert, kan het bestuur bepalen dat terechtzittingen worden gehouden op zaterdag, zondag, een algemeen erkende feestdag of een daarmee gelijkgestelde dag in de zin van de Algemene termijnenwet.

Artikel 8.7 Regeling inzage stukken

1. De tijden voor inzage van stukken in strafzaken door rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast worden bepaald op alle dagen en uren van de week; de tijden voor inzage door ambtenaren van het openbaar ministerie worden bepaald op alle werkdagen gedurende de openingstijden van de griffie.

2. Inzage van strafzaken en/of andere zaken dan strafzaken door raadslieden en justitiabelen is mogelijk in de hoofdplaats op de werkdagen vanaf 14 dagen voor de zitting op nader te bepalen tijden in overleg met de griffie. Indien een verdachte/partij of raadsman van een verdachte/partij ingevolge de wet bevoegd is kennis te nemen van de processtukken wordt hem daartoe de gelegenheid geboden hetzij ter griffie hetzij, indien de verdachte/partij rechtens van zijn vrijheid is beroofd, daar waar hij zich bevindt, hetzij elders.

3. Ten aanzien van de Wet Mulderzaken gelden als tijden voor inzage de dagen en tijden die door de griffier bij de kennisgeving van de zitting bekend worden gemaakt.

4. In het geval een zaak wordt behandeld in een nevenvestigings- of een nevenzittingsplaats kunnen de stukken door raadslieden en justitiabelen als regel worden ingezien in de hoofdplaats, in overleg met de griffie.

Artikel 8.8 Openingstijden griffie en indienen stukken

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 van het Besluit orde van dienst gerechten (Stb. 2004, 385) is de griffie in de hoofdplaats en de nevenvestigingsplaats op de dagen maandag tot en met vrijdag, niet zijnde een algemeen erkende feestdag of een daarmee gelijkgestelde dag, ten minste geopend van 9.00 uur tot 15.00 uur.

2. Stukken dienen te worden ingediend in de plaats waar de desbetreffende zaak wordt behandeld, met dien verstande dat alleen stukken kunnen worden ingediend in de hoofdplaats en de nevenvestigingsplaats. Stukken betreffende zaken die worden behandeld in de nevenzittingsplaats dienen te worden ingediend in de hoofdplaats.

Hoofdstuk 9 Planning en control

Artikel 9.1 Planning

Het bestuur is verantwoordelijke voor de planning, bedoeld in Afdeling 2, paragraaf 3 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het bestuur stelt hiervoor een procedure vast, waarin in ieder geval is geregeld:

a. de totstandkoming van het jaarplan, inclusief het meerjarenplan, bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

b. de totstandkoming van het jaarverslag, bedoeld in 35, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Artikel 9.2 Control

1. Het bestuur is verantwoordelijk voor het laten plaatsvinden van control. Het bestuur stelt hiervoor een procedure vast, waarin in ieder geval is geregeld:

a. wat onderwerp van control kan zijn;

b. in welke vorm de control plaatsvindt;

c. wie gerechtigd is tot de opdrachtverlening;

d. wat de resultaten van control kunnen zijn;

e. hoe de resultaten worden bekendgemaakt.

2. Het bestuur stelt een gerechtsambtenaar aan die onder de verantwoordelijkheid van het bestuur wordt belast met de control. De gerechtsambtenaar neemt daarbij artikel 23, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie in acht.

3. De gerechtsambtenaar, genoemd in het tweede lid, functioneert zonder last of ruggespraak en kan het bestuur rechtstreeks adviseren.

Hoofdstuk 10 Vaststelling- en wijzigingsprocedure

Artikel 10.1 Wijziging reglement

Een voorstel tot wijziging van dit reglement kan worden gedaan door een lid van het bestuur.

Assen, 8 april 2005.
Het bestuur van de rechtbank Assen,
J.S. van der Kolk, president.

Bijlage als bedoeld in artikel 8.3, lid 1, van het bestuursreglement rechtbank Assen

Sector bestuursrecht

Algemene kamer

- De zittingen van de enkelvoudige en meervoudige kamer in bestuursrechtzaken, niet zijnde voorlopige voorzieningen of vreemdelingenzaken, worden gehouden op tijdig bekend gemaakte dagen en uren.

- De zittingen ter zake van verzoeken om een voorlopige voorziening in bestuursrechtzaken, niet zijnde vreemdelingenzaken, worden als regel gehouden op elke woensdag om 9.30 uur.

Vreemdelingenkamer

- De zittingen in beroepszaken worden als regel gehouden op dinsdagen en donderdagen op nader te bepalen, tijdig bekendgemaakte tijdstippen.

- De zittingen in bewaringszaken worden als regel gehouden op maandagen en donderdagen op nader te bepalen, tijdig bekend gemaakte tijdstippen.

- De zittingen in AC-zaken (de procedures waarbij de aanvraag binnen een bij AMvB te bepalen aantal uren is afgewezen, als bedoeld in artikel 69, lid 2, van de Vreemdelingenwet 2000) worden als regel gehouden op vrijdagen, als regel om 9.30 uur.

- De zittingen ter zake van verzoeken om een voorlopige voorziening worden gehouden op nader te bepalen, tijdig bekendgemaakte dagen en tijdstippen.

Civiele sector

Handelszaken

- De rolzitting wordt als regel gehouden op elke woensdag om 10.00 uur. Op deze zitting worden de zaken aangebracht die met een dagvaarding worden ingeleid.

- De faillissementszitting wordt als regel gehouden op elke dinsdag om 9.30 uur. Op deze zitting worden de faillissementsrekesten behandeld.

- Op de schuldsaneringszitting die als regel wordt gehouden op elke maandag om 9.10 uur worden de verzoeken tot toelating tot de schuldsanering behandeld.

- Op de schuldsaneringszitting die als regel wordt gehouden op elke dinsdag om 13.30 uur worden de beëindigingen van schuldsaneringen behandeld.

- Verificatievergaderingen worden als regel gehouden op de donderdagmorgen.

- De rekestenkamer houdt als regel zitting op elke dinsdag om 11.30 uur. Op deze zitting worden handelszaken die met een verzoekschrift worden ingeleid behandeld.

- Kort gedingen en pleidooien worden gehouden op tijdig bekend gemaakte dagen en uren.

Familiezaken

- De gezagszittingen c.a. worden als regel gehouden op elke maandag om 13.00 uur alsmede op de eerste donderdag van elke maand om 9.00 uur.

- De zittingen inzake omgangsregelingen worden als regel gehouden op de tweede en de vierde maandag van de maand om 9.00 uur.

- De zittingen inzake ondertoezichtstellingen worden als regel gehouden op elke dinsdag om 9.00 uur.

- De alimentatiezittingen (wijzigingen alimentatie en bijstandsverhaal) worden als regel gehouden op de eerste en de derde dinsdag van de maand om 13.30 uur en - voor zover nodig - op nader te bepalen donderdagen.

- De zittingen inzake voorlopige voorzieningen in echtscheidingszaken worden als regel gehouden op elke woensdag om 9.15 uur.

- De zitting van de tweede meervoudige kamer ter behandeling van familiezaken en BOPZ-zaken wordt als regel gehouden op de tweede en de vierde donderdag van de maand om 13.30 uur.

- De zittingen inzake alle overige familiezaken en BOPZ-zaken worden gehouden op tijdig bekend gemaakte dagen en uren.

Kantonsector

Hoofdplaats Assen

- De zittingen in burgerlijke en handelszaken worden als regel gehouden op maandagen om 13.30 uur.

- De zittingen met extra judiciële zaken worden als regel gehouden op maandagen om 09.30 uur.

- De zittingen van de pachtkamer worden als regel gehouden op de derde dinsdag van elke maand om 13.30 uur.

- De zittingen in strafzaken worden als regel gehouden op de tweede en vierde woensdag van elke maand om 9.00 uur.

- De zittingen inzake Wet Mulderzaken worden als regel gehouden elke tweede en vierde woensdag van elke maand, na afloop van de strafzaken.

Nevenvestigingsplaats Emmen

- De zittingen in burgerlijke en handelszaken worden als regel gehouden op woensdagen om 10.00 uur.

- De zittingen met extra judiciële zaken worden als regel gehouden op woensdagen om 11.45 uur.

- De zittingen van de pachtkamer worden als regel gehouden op de eerste vrijdag van elke maand om 10.00 uur.

- De zittingen in strafzaken worden als regel gehouden op de eerste en derde donderdag van elke maand om 9.00 uur.

- De zittingen inzake Wet Mulderzaken worden als regel gehouden op de eerste en derde donderdag van elke maand, na afloop van de strafzaken.

Nevenzittingsplaats Meppel

- De zittingen in burgerlijke en handelszaken worden als regel gehouden op de tweede en vierde donderdag van elke maand om 10.00 uur.

- De zittingen met extra judiciële zaken worden als regel gehouden op de tweede en vierde donderdag van elke maand om 9.30 uur.

- De zittingen van de pachtkamer worden als regel gehouden op de vierde donderdag van elke maand om 13.30 uur.

- De zittingen in strafzaken worden als regel gehouden op de vierde dinsdag van elke maand om 9.00 uur.

- De zittingen inzake Wet Mulderzaken worden als regel gehouden op de vierde dinsdag van elke maand, na afloop van de strafzaken.

Strafsector

- De meervoudige strafkamer houdt als regel eenmaal per week zitting afwisselend op de dinsdag of de woensdag om 9.00 uur en wordt in de middag hervat.

- De meervoudige (economische) strafkamer houdt zitting op tijdig bekendgemaakte dagen en uren.

- Behandeling van zaken in enkelvoudige en meervoudige strafraadkamer geschiedt als regel op donderdagen vanaf 9.30 uur.

- De gecombineerde strafraadkamer/strafkamer houdt als regel zitting op vrijdagen om 9.00 uur.

- De politierechter houdt als regel wekelijks zitting op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag om 9.00 uur.

- De economische politierechter houdt zitting op de eerste dinsdag van de maand om 9.00 uur.

- De kinderrechter voor strafzaken houdt als regel zitting op de eerste en derde donderdag van de maand om 9.00 uur.

Naar boven