Opname van opstanden en klonen op rassenlijst

De Commissie voor de Samenstelling van de Rassenlijst voor Bosbouwgewassen deelt mee:

1. De volgende opstanden zijn voor het eerst opgenomen in de Aanbevelende Rassenlijst voor Bosbouwgewassen in de categorie getest uitgangsmateriaal:

stcrt-2004-72-p24-SC64685-1.gif

2. De volgende klonen van Populier zijn voor het eerst opgenomen in de Aanbevelende Rassenlijst voor Bosbouwgewassen in de categorie getest uitgangsmateriaal:

N/N/N 'Grosso'

Ontstaan: is in 2003 door Alterra te Wageningen geselecteerd uit zaailingen van een in 1969 gemaakte kruising met P. deltoides uit Ohio (V.S.) als moeder en P. nigra uit Voorst, Nederland als vader.

Vorm: heeft een rechte stam met een doorgaande spil en opstaande takken.

Uitlopen: is vroeg, ongeveer gelijktijdig met `Robusta'. Het jonge blad is bruingroen.

Groei: vertoont een vrij goede tot goede groei, vergelijkbaar met `Koster' en `Ellert', en in alle gevallen beter tot veel beter dan `Robusta'.

Geslacht: mannelijk.

Belangrijkste toepassingen: Deze kloon kan aangeplant worden onder dezelfde omstandigheden waar andere euramerikaanse rassen worden aangeplant. Gezien de goede weerstand tegen wind is aanplant in het kustgebied en Flevoland geen bezwaar. Ditzelfde geldt voor rijbeplantingen in het overgangs- en kustgebied.

Vermeerdering: wordt door winterstek vermeerderd.

Ziekten en plagen: Weerstand tegen wind - goed; tegen roest - goede weerstand tegen E1 t/m E4; tegen E5 wordt nog nader onderzocht; tegen Marssonina - voldoende; tegen kanker - goed.

N/N/N 'Bello'

Ontstaan: is in 2003 door Alterra te Wageningen geselecteerd uit zaailingen van een in 1970 gemaakte kruising met P. deltoides uit Ohio (V.S.) als moeder en P. nigra uit Saumur langs de Loire in Frankrijk als vader.

Vorm: heeft een rechte stam met een doorgaande spil en opstaande takken.

Uitlopen: is vroeg, slechts enkele dagen na `Robusta'. Het jonge blad is lichtbruin-groen.

Groei: vertoont een vrij goede tot goede groei, vergelijkbaar met `Koster' en `Ellert', en in alle gevallen beter tot veel beter dan `Robusta'.

Geslacht: mannelijk.

Belangrijkste toepassingen: Deze kloon kan aangeplant worden onder dezelfde omstandigheden waar andere euramerikaanse rassen worden aangeplant. Gezien de goede weerstand tegen wind is aanplant in het kustgebied en Flevoland geen bezwaar. Ditzelfde geldt voor rijbeplantingen in het overgangs- en kustgebied.

Vermeerdering: wordt door winterstek vermeerderd.

Ziekten en plagen: Weerstand tegen wind - goed; tegen roest - goede weerstand tegen E1 t/m E4; tegen E5 wordt nog nader onderzocht; tegen Marssonina - goed; tegen kanker - goed.

N/N/N 'Largo'

Ontstaan: is in 2003 door Alterra te Wageningen geselecteerd uit zaailingen van een in 1973 gemaakte kruising met P. deltoides uit België x P. nigra uit Italië als moeder en P. nigra uit Heesselt, Nederland als vader.

Vorm: heeft een rechte ronde stam met een doorgaande spil en dunne opstaande takken.

Uitlopen: is vroeg, slechts enkele dagen na `Robusta'. Het jonge blad is lichtbruin-groen.

Groei: vertoont een uitstekende groei, in de meeste gevallen beter dan `Koster', `Ellert'en `Hees', en in alle gevallen veel beter dan `Robusta'.

Geslacht: mannelijk.

Belangrijkste toepassingen: Deze kloon kan aangeplant worden onder dezelfde omstandigheden waar andere euramerikaanse rassen worden aangeplant. Gezien de goede weerstand tegen wind is aanplant in het kustgebied en Flevoland geen bezwaar. Ditzelfde geldt voor rijbeplantingen in het overgangs- en kustgebied.

Vermeerdering: wordt door winterstek vermeerderd.

Ziekten en plagen: Weerstand tegen wind - goed; tegen roest - goede weerstand tegen E1 t/m E4; tegen E5 wordt nog nader onderzocht; tegen Marssonina - goed; tegen kanker - goed.

N/N/- 'Sano'

Ontstaan: is in 2003 door Alterra te Wageningen geselecteerd uit zaailingen van een in 1976 gemaakte kruising met P. deltoides uit België x P. nigra uit Italië als moeder en P. nigra uit Brummen, Nederland x P. nigra uit Italië als vader.

Vorm: heeft een vrij rechte stam met een doorgaande spil met vrij dunne takken.

Uitlopen: is vroeg, slechts enkele dagen na `Robusta'. Het jonge blad is lichtbruin-groen.

Groei: vertoont een vrij goede tot goede groei, hoewel iets minder dan `Koster', `Ellert'en `Hees', in alle gevallen beter dan `Robusta'.

Geslacht: nog niet bekend.

Belangrijkste toepassingen: Deze kloon kan aangeplant worden onder dezelfde omstandigheden waar andere euramerikaanse rassen worden aangeplant. Gezien de goede weerstand tegen wind is aanplant in het kustgebied en Flevoland geen bezwaar. Ditzelfde geldt voor rijbeplantingen in het overgangs- en kustgebied.

Vermeerdering: wordt door winterstek vermeerderd.

Ziekten en plagen: Weerstand tegen wind - goed; tegen roest - goede weerstand tegen E1 t/m E4; tegen E5 wordt nog nader onderzocht; tegen Marssonina - goed; tegen kanker - goed.

3. Voor reeds op de Aanbevelende Rassenlijst voor Bosbouwgewassen opgenomen opstanden en klonen wordt verwezen naar de zevende Rassenlijst van Bomen.

De Commissie voor de samenstelling van de Rassenlijst voor Bosbouwgewassen,
mevr. B.H. Pijl, voorzitter.
W.R.M. van Heusden, plv voorzitter.
J.J. Bakker, secretaris.
J.E.M. van Ruiten, lid.
T.B.J. Keizers, lid.
C. van der Linden, lid.

Naar boven