Wijziging Besluit verzekeringsplicht zeevarenden

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Besluit:

Artikel I

Artikel 1 van het Besluit verzekeringsplicht zeevarenden1 komt te luiden:

Artikel 1

De Nederlandse wetgeving inzake de werknemersverzekeringen wordt van toepassing verklaard op de zeevarende die:

a. de nationaliteit heeft van een der Lid-Staten van de EU/EER; woonachtig is in een der Lid-Staten van de EU/EER of Zwitserland; in dienst is bij een Nederlandse werkgever en werkzaam is op een zeeschip dat vaart onder een vlag welke niet behoort tot een van de Lid-Staten van de EU/EER of Zwitserland; of

b. niet de nationaliteit heeft van de in dit artikel onder a. genoemde landen; woonachtig is in een der Lid-Staten van de EU, uitgezonderd Denemarken;

in dienst is van een Nederlandse werkgever en werkzaam is op een zeeschip dat vaart onder een vlag welke niet behoort tot een van de Lid-Staten van de EU/EER of Zwitserland.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juni 2003.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 22 december 2003.
T.H.J. Joustra,
voorzitter Raad van bestuur UWV.

1 Stcrt 1999, 83.

Toelichting

Op een persoon met de nationaliteit van een EU/EER-Lid-Staat, die werkzaamheden aan boord van een schip uitvoert dat onder de vlag van een EU/EER-Lid-Staat vaart, is de vlag doorslaggevend voor de beoordeling van de toepasselijke wetgeving. Dit is geregeld in artikel 13, lid 1 sub c Vo. 1408/71. Echter, in de situatie dat een schip vaart onder niet-EU/EER-vlag en het een zeevarende betreft die onderdaan is van een EU/EER-Lid-Staat, woonachtig is in een Lid-Staat en werkzaam is voor een in Nederland gevestigde werkgever, zou het niet toepassen van de Europese regelgeving op gespannen voet staan met de beginselen van Europees recht. Vandaar dat in het Lisv-besluit Verzekeringsplicht Zeevarenden van 21 april 1999 (Stcrt. 1999, nr. 83) is bepaald dat de Nederlandse wetgeving inzake de werknemersverzekeringen van toepassing is op de zeevarende die de nationaliteit heeft van een van de EU/EER-Lid-Staten en woonachtig is in een der Lid-Staten en in dienst is van een Nederlandse werkgever en werkzaam is op een zeeschip dat vaart onder een vlag welke niet behoort tot een van de Lid-Staten van de EU/EER. Een zeevarende met de Engelse nationaliteit, woonachtig in Engeland, werkend voor een Nederlandse werkgever op een schip met een Liberiaanse vlag, zou op grond van die regelgeving noch onder het Engelse stelsel, noch onder het Nederlandse stelsel van sociale verzekeringen vallen. Om dit te voorkomen is het genoemde Lisv-besluit genomen. Met ingang van 1 juni 2003 is een Verordening (EG Verordening 859/2003) in werking getreden waardoor mensen met een niet-EU/EER-nationaliteit (derdelanders) die in een EU/EER-Lid-Staat wonen ook onder de werkingssfeer van de Vo. 1408/71 vallen. Om die reden is thans het Besluit Verzekeringsplicht Zeevarenden van 21 april 1999 aangepast. Voorbeeld: een zeevarende met de Braziliaanse nationaliteit, wonend in Engeland, gaat werken voor een Nederlandse werkgever, op een schip varend onder Liberiaanse vlag. Op zo iemand is op grond van dit besluit de Nederlandse wetgeving inzake de sociale werknemersverzekeringen van toepassing. De toevoeging Zwitserland in lid 1 onder a heeft te maken met het Verdrag tussen de EU en Zwitserland waarin onder meer is bepaald dat de Verordening 1408/71 ook van toepassing is op migrerende werknemers van en naar Zwitserland. Zwitserland, alsmede de EER-landen Noorwegen, Liechtenstein en IJsland en Denemarken passen de Vo. 859/2003 niet toe. Vandaar dat het besluit ten aanzien van derdelanders een andere reikwijdte heeft. Hiermee wordt geheel aangesloten bij de personele werkingssfeer van Vo. 1408/71.

Amsterdam, 22 december 2003.

T.H.J. Joustra,

voorzitter Raad van bestuur UWV.

Naar boven