Wijziging Besluit mandaat, volmacht en machtiging Inspectie Verkeer
en Waterstaat i.v.m. (gedeeltelijke) inwerkingtreding Spoorwegwet
Besluit van de Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat van 16 december
2004, nr. 1393, houdende wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging
Inspectie Verkeer en Waterstaat in verband met de inwerkingtreding van de
Spoorwegwet
16 december 2004
Nr. IVW/2004/1393
De inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 6 en artikel 7, derde lid, van het Besluit mandaat, volmacht
en machtiging plaatsvervangend secretaris-generaal en diensthoofden Verkeer
en Waterstaat 2001;
Besluit:
Artikel I
Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Inspectie Verkeer en Waterstaat1 wordt als volgt gewijzigd:
A
In de aanhef van artikel 11a, wordt de zinsnede `voorzover de Spoorwegwet
ten aanzien van die bevoegdheden geen bijzondere bepalingen geeft' vervangen
door: voorzover de Spoorwegwet en de Spoorwegwet 1875 ten aanzien van die
bevoegdheden geen bijzondere bepalingen geven.
B
Artikel 11 b vervalt
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en
in afschrift worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer, de secretaris-generaal
Verkeer en Waterstaat, diens plaatsvervanger en de diensthoofden.
De inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat,
F.J.H. Mertens.
1 Stcrt. 2001,120; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17
juni 2004 (Stcrt. 2004, 118).
Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen dit besluit door binnen zes
weken na de dag van dagtekening van de Staatscourant waarin dit besluit wordt
geplaatst een bezwaarschrift in te dienen bij de minister van Verkeer en Waterstaat,
ter attentie van de inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat, Postbus 90653,
2509 LR, Den Haag
Toelichting
Met het onderhavige besluit wordt de regeling van de mandaatverlening
binnen de Inspectie Verkeer en Waterstaat in verband met de gedeeltelijke
inwerkingtreding van de Spoorwegwet op 1 januari 2005 aangepast. De huidige
Spoorwegwet blijft, aangeduid als Spoorwegwet 1875, gedeeltelijk van kracht.
Overeenkomstig artikel 11a worden de aan de inspecteur-generaal op grond
van de Spoorwegwet, alsmede de Spoorwegwet 1875, toegekende bevoegdheden binnen
de Inspectie Verkeer en Waterstaat doorgemandateerd.
Voorts vervalt artikel 11 b aangezien de noodzaak hiertoe in de huidige
situatie niet langer aanwezig is.
De inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat,
F.J.H. Mertens.