Wijziging Reglement Klachtenadviescommissie Tolken

16 december 2004

Nr. INDUIT04/8082

Immigratie- en Naturalisatiedienst/Hoofddirectiestaf

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Besluit:

Artikel I

Het Reglement Klachtenadviescommissie Tolken als volgt te wijzigen:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. de IND: de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie;

b. het bevoegd gezag: het Hoofd van de IND;

c. de commissie: de Klachtenadviescommissie Tolken;

d. een klacht: iedere uiting van onvrede over een tolk uit het IND-tolkenbestand omtrent diens optreden ten behoeve van de IND;

e. een klager: iedere persoon die zich met een klacht wendt tot het bevoegd gezag of de commissie en rechtstreeks belang heeft bij de behandeling van de klacht;

f. de Awb: de Algemene wet bestuursrecht.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

1. De commissie bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en minimaal 2 leden en 2 vervangende leden. De leden nemen aan de commissie deel op grond van hun specifieke kennis/deskundigheid, waarbij de volgende kennis/deskundigheid in elk geval in de commissie aanwezig dienen te zijn:

– kennis/deskundigheid t.a.v. de praktijk van het vreemdelingenrecht;

– deskundigheid op het gebied van tolken/vertalen.

De vervangende leden nemen aan de commissie deel in het geval van onder andere langdurige afwezigheid van leden en dreigende belangenconflicten.

In voorkomende gevallen treedt een door de commissie aan te wijzen lid op als waarnemend voorzitter.

2. Het bevoegd gezag benoemt, ontslaat en schorst de voorzitter en de (vervangende) leden.

3. Het bevoegd gezag voegt, in overleg met de commissie, aan de commissie een secretaris toe.

4. De benoeming geldt voor 3 jaren. Benoeming voor kortere tijd is mogelijk. Herbenoeming is maximaal 1 maal mogelijk. De commissie stelt een rooster van aftreden op.

5. De zittingsduur van een lid dat is benoemd op een tussentijds opengevallen plaats, is gelijk aan de duur van de resterende zittingsperiode van het lid dat het tussentijdsbenoemde lid vervangt.

C

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

1. Een klacht wordt ingediend bij het bevoegd gezag, en wordt behandeld conform hoofdstuk 9 Awb.

2. Een schriftelijk ingediende klacht wordt in behandeling genomen door het bevoegd gezag, tenzij de situatie als beschreven in 9:8 eerste en tweede lid Awb zich voordoen.

3. Een klacht dient zo spoedig mogelijk, doch tenminste binnen een termijn van 1 jaar te worden ingediend. Deze termijn vangt aan op het moment waarop de feiten en omstandigheden die tot de klacht aanleiding geven zich hebben gemanifesteerd.

4. Een te laat ingediende klacht wordt niet in behandeling genomen door het bevoegd gezag, tenzij de klager feiten en omstandigheden kan aanvoeren die de termijnoverschrijding rechtvaardigen.

5. Het bevoegd gezag bevestigt de ontvangst van een klacht schriftelijk aan de klager en stelt zo spoedig mogelijk belanghebbenden ervan in kennis, dat een klacht is ingediend.

6. Het bevoegd gezag legt een klacht, over de afhandeling waarvan het een advies van de commissie wenst, zo spoedig mogelijk ter advisering voor aan de commissie. Het bevoegd gezag stelt de klager schriftelijk in kennis van het voorleggen van de klacht aan de commissie.

D

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

1. De commissie behandelt klachten als regel plenair.

2. Partijen worden desgewenst omtrent de klacht gehoord. Een hoorzitting vindt plaats zo spoedig mogelijk na ontvangst van de klacht. De commissie stelt, de (gemachtigde van) de klager en de tolk, gehoord de datum en het tijdstip waarop de hoorzitting zal plaatsvinden vast.

3. De commissie kan de beklaagde tolk, alsmede personen, in dienst van het bevoegd gezag, oproepen voor het afleggen van verklaringen. De beklaagde tolk alsmede personen, in dienst van het bevoegd gezag zijn gehouden hieraan medewerking te verlenen.

4. Hoorzittingen zijn als regel besloten.

a. Partijen worden in beginsel in elkaars aanwezigheid gehoord. Ambtshalve en op verzoek kunnen partijen afzonderlijk worden gehoord, indien aannemelijk is dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling van de klacht belemmert. In het geval partijen afzonderlijk worden gehoord, worden zij in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op hetgeen de wederpartij ter hoorzitting heeft gesteld.

b. Op verzoek van belanghebbenden kan een hoorzitting worden aangehouden, met dien verstande dat een klacht uiterlijk 6 maanden na ontvangst dient te zijn behandeld.

E

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

1. Onverminderd het gestelde in artikel 8, vierde lid, maakt de secretaris van hoorzittingen een schriftelijk verslag.

2. De klacht dient binnen 10 weken, met de mogelijkheid van verdaging met 4 weken, te worden afgedaan door het bevoegd gezag. De KACT neemt kennis van de klachten die in behandeling zijn bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag meldt na 3 weken of er wel of niet wordt overgegaan tot informele afdoening. Het bevoegd gezag zendt de klacht uiterlijk na 6 weken ter verdere afhandeling naar de commissie.

3. De commissie toetst in het advies haar onderzoeksbevindingen onder meer aan de gedragscode voor tolken en vertalers IND.

4. Het advies wordt zo spoedig mogelijk na het beschikbaar komen ervan door het bevoegd gezag in afschrift gezonden aan partijen. Het advies heeft een zwaarwegend karakter. Indien het bevoegd gezag het advies niet opvolgt, dan wordt de commissie daarvan onder vermelding van redenen op de hoogte gebracht.

5. Indien het door omstandigheden niet mogelijk is binnen de gestelde termijn een advies uit te brengen, stelt de commissie het bevoegd gezag en de partijen hiervan schriftelijk in kennis, onder vermelding van de termijn waarbinnen het advies uiteindelijk wordt verwacht.

Artikel II

Deze wijziging treedt in werking met ingang van 1 januari 2005 en zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 december 2004.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
namens deze:
het Hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, G. Versluis.

Toelichting

Artikelsgewijs

A

In artikel 1 is het begrip Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire komen te vervallen.

B

De wijziging in artikel 2 betreft een taalkundige correctie.

C

In artikel 5 is het lid vervallen waarin staat dat de IND de gehoorde op schriftelijke wijze op attent maakt op de mogelijkheid omtrent het optreden van de tolk een klacht in te dienen. Deze mededeling wordt mondeling gedaan.

D

De wijziging in artikel 6 betreft een taalkundige wijziging.

E

De wijziging in artikel 9 lid 2 betreft het melden van een tegen de tolk ingediende klacht aan de KACT. Voorts zijn procedureafspraken met betrekking tot de termijn van de informele afdoening opgenomen in dit artikel.

Naar boven