Instelling preventief toezicht begroting 2005

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes, maakt op grond van de artikelen 57 en 58, 79 en 80, 98 jo. 46 en 47 van de Wet gemeenschappelijke regelingen jo. artikel 207, tweede lid, sub b en c, van de Provinciewet bekend dat de begroting voor het dienstjaar 2005, alsmede de daarop betrekking hebbende wijzigingen die het materieel evenwicht op de begroting verstoren, van de navolgende gemeenschappelijke regelingen zijn goedkeuring behoeven:

1. Afvalverwijdering Utrecht

2. Zeeuwsche Bibliotheek

3. Wetterskip Fryslân.

De vermelde regelingen hebben vóór 15 juli geen conceptbegroting en conceptjaarrekening toegezonden. Door de onder 3 vermelde regeling is ten aanzien van de begroting tevens aangegeven dat het geen beperkte overschrijding zal betreffen.

De onder 1 vermelde regeling heeft wel op 22 juli een conceptbegroting en conceptjaarrekening ingezonden. Er is echter geen sprake van een incidentele overschrijding aangezien de betrokken regeling in ieder geval ook al in 2002 en 2003 de termijnen heeft overschreden.

Van mijn besluiten tot instelling van preventief toezicht heb ik de besturen van de betreffende gemeenschappelijke regelingen in juli 2004 op de hoogte gesteld.

Indien de begroting of een besluit tot wijziging daarvan nog niet is goedgekeurd behoeven de besturen van de bovengenoemde gemeenschappelijke regelingen op grond van de artikelen 57, 79 en 98 jo. 46 en 47 van de Wet gemeenschappelijke regelingen jo. artikel 212, eerste lid, van de Provinciewet mijn toestemming tot het doen van uitgaven. De begrotingen van de onder 2 en 3 genoemde gemeenschappelijke regelingen zijn inmiddels goedgekeurd.

Op de begrotingen 2005 van alle provincies en de overige gemeenschappelijke regelingen die onder toezicht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties staan is repressief toezicht van toepassing.

Naar boven