Besluit vaststelling wachtgeldpremies 2005
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Gelet op artikel 85, eerste lid, van de Werkloosheidswet;
Besluit:
Artikel 1
De premies die ten gunste komen van de wachtgeldfondsen, bedoeld in artikel
85, eerste lid, van de Werkloosheidswet, worden voor het jaar 2005 vastgesteld
op de percentages, bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit.
Artikel 2
Het Besluit vaststelling wachtgeldpremies 2004 wordt ingetrokken.
Artikel 3
Dit besluit treedt, onder voorbehoud van goedkeuring door de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in werking met ingang van 1 januari
2005.
Artikel 4
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling wachtgeldpremies
2005.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Amsterdam, 15 november 2004.
J.M. Linthorst, voorzitter Raad
van bestuur UWV.
Toelichting
De Werkloosheidswet wordt deels gefinancierd via sectorale premies die
ten gunste komen van de wachtgeldfondsen en deels via een landelijke premie
die ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). UWV stelt beide
soorten premies vast. Met het onderhavige besluit stelt UWV de wachtgeldpremies
vast.
Per 1 januari 2001 is de financieringssystematiek van de wachtgeldfondsen
gewijzigd. De huidige systematiek wordt beschreven in het Besluit vaststelling
premiepercentage wachtgeldfondsen en de Regeling reservevorming wachtgeldfondsen
2002.
Wachtgeldpremies kunnen voor verschillende categorieën van werkgevers
verschillen. Voor zes wachtgeldfondsen wordt de wachtgeldpremie gesplitst
in premiegroepen. De premies per premiegroep zijn afgeleid van de wachtgeldpremie.
Op 1 maart 2003 is de Wet eigenrisicodragen Ziektewet in werking getreden.
Deze wet geeft werkgevers de mogelijkheid om zelf het risico te dragen voor
het uitkeren van ziekengeld aan bepaalde groepen werknemers. Het gaat om werknemers
voor wie geen loondoorbetalingsplicht bij ziekte geldt, bijvoorbeeld mensen
met een flexibele arbeidsovereenkomst (zoals bepaalde groepen uitzendkrachten)
en mensen met een andere arbeidsverhouding dan een arbeidsovereenkomst (zoals
freelancers). Deze werknemers vallen sinds de privatisering van de Ziektewet
onder de zogenoemde vangnetvoorziening van de Ziektewet. De ZW-lasten van
deze vangnetgroepen worden normaliter gefinancierd uit de sectorale wachtgeldfondsen.
De werkgevers, die ervoor kiezen om de ZW-lasten zelf te dragen, zullen
een lagere wachtgeldpremie betalen, omdat het ziekterisico voor eigen rekening
is. Bij bepaling van de wachtgeldpremie voor eigenrisicodragers wordt het
ZW-risico buiten beschouwing gelaten. Het ZW-risico bestaat uit de ZW-lasten
en de daaraan verbonden uitvoeringskosten en sociale werkgeverslasten. Het
ZW-risico is direct te herleiden uit de berekeningen, die gemaakt zijn voor
de wachtgeldpremies.
Dit besluit behoeft op grond van artikel 116 tweede lid van de Werkloosheidswet
goedkeuring van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Amsterdam, 15 november 2004.
J.M. Linthorst, voorzitter Raad van bestuur UWV.