Het Centraal College Medische Specialismen,
Gelet op artikel 14, tweede lid, onder c, van de Wet op de beroepen in
de individuele gezondheidszorg en artikel 12, eerste lid, van de Regeling
specialisten geneeskunst van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot
bevordering der Geneeskunst;
Gezien het advies van het federatiebestuur van de Koninklijke Nederlandsche
Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, de Orde van Medisch Specialisten,
de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband, de Nederlandse Vereniging
voor Medische Microbiologie en de Medisch Specialisten Registratiecommissie;
Besluit:
Hoofdstuk A Algemene bepalingen
A.1. Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder medische microbiologie: het specialisme
dat zich richt op de laboratoriumdiagnostiek, preventie, epidemiologie, pathogenese
en behandeling van infectieziekten.
A.2. Toepassingsbereik besluit
Op de opleiding en de erkenning voor het medisch specialisme medische
microbiologie zijn, naast de in dit besluit genoemde eisen, alle eisen van
toepassing zoals opgenomen in het Kaderbesluit CCMS.
Hoofdstuk B De opleiding
B.1. Duur
De duur van de opleiding bedraagt vijf jaar.
B.2. Opleidingsschema en plichten van de aios
1. De aios volgt een gestructureerde leerperiode van ten minste 36 maanden
onder de volgende eisen:
a. ten minste twaalf maanden bacteriologie;
b. ten minste twaalf maanden virologie;
c. ten minste drie maanden parasitologie;
d. ten minste drie maanden ziekenhuishygiëne en infectiepreventie;
e. ten minste drie maanden mycologie, immunologie;
f. ten minste drie maanden infectieziekten. De aios doet poliklinische
en klinische ervaring op bij de diagnostiek en de behandeling van patiënten
met infectieziekten;
2. De aios volgt een applicatieperiode van ten minste achttien maanden
gericht op het verwerken en toepassen van kennis en vaardigheden, gedurende
welke hij onder supervisie zelfstandig werkzaam is. Deze periode bestaat uit:
a. ten minste negen maanden diagnostiek en consulten. De aios is werkzaam
in een medisch microbiologisch laboratorium. De aios begeleidt onder supervisie
het klinisch laboratoriumonderzoek, onderhoudt het contact met de kliniek,
verricht consulten ten behoeve van diagnostiek en therapie van infectieziekten,
woont vergaderingen bij van de ziekenhuisinfectiecommissies en is actief betrokken
bij onderzoek en het oplossen van ziekenhuishygiënische en epidemiologische
vraagstellingen;
b. ten minste negen maanden wetenschappelijk onderzoek in een van de aspecten
van de medische microbiologie;
3. De aios kan ten hoogste zes maanden een keuzeperiode volgen ter verdieping
en differentiatie van de gebieden genoemd in het eerste lid, onder a tot en
met f. In alternatief kan de periode van het wetenschappelijk onderzoek, genoemd
in het tweede lid, onder b, met zes maanden verlengd worden.
4. De aios volgt ten minste 36 maanden in een opleidingsinrichting die
de totale opleiding kan verzorgen.
5. De aios maakt zich kennis eigen van managementmethoden, zodanig dat
hij deze kan toepassen voor de organisatie, het beheer en het personeelsbeleid
van een medisch microbiologisch laboratorium.
6. De aios oriënteert zich in het functioneren van de openbare gezondheidszorg
op het gebied van preventie en bestrijding van infectieziekten.
Hoofdstuk C De erkenning tot opleidingsinrichting
C.1. Eisen voor erkenning
De inrichting voldoet aan de volgende eisen:
a. zij beschikt over een medisch microbiologisch laboratorium op de locatie
waar de opleiding plaatsvindt, dat wat ruimte, inrichting en uitrusting betreft
voldoende is toegerust voor diagnostisch onderzoek, het toepassen van bijzondere
en gespecialiseerde technieken en voor het verrichten van wetenschappelijk
microbiologisch onderzoek;
b. de inrichting biedt een in aantal en gevarieerdheid zodanig aantal
diagnostische verrichtingen, dat de aios voldoende ervaring kan opdoen.
c. zij beschikt over voldoende mogelijkheden voor medische microbiologische
diagnostiek en wetenschappelijk onderzoek;
d. regelmatig wordt contact onderhouden, onder meer door deelname aan
klinische besprekingen, met andere klinische afdelingen;
e. in de inrichting zijn naast de opleider nog ten minste twee arts-microbiologen
evenals de opleider ten minste 80% van een volledige werkweek werkzaam en
bij de opleiding betrokken;
f. in de inrichting zijn specialisten of medisch microbiologisch onderzoekers
werkzaam en bij de opleiding betrokken zodanig, dat de voor de opleiding benodigde
deskundigheid en ervaring aanwezig is op de gebieden bacteriologie, mycologie,
virologie, parasitologie en moleculaire biologie;
g. in de inrichting zijn ten minste vijf medische specialisten werkzaam
die als opleider zijn erkend, waaronder in ieder geval de heelkunde, de interne
geneeskunde en de kindergeneeskunde;
h. in de inrichting zijn werkzaam een dermatoloog, een keel- neus- oorarts,
een longarts, een neurochirurg, een neuroloog , een patholoog, een radioloog,
een uroloog en een gynaecoloog.
C.2. Verplichtingen opleidingsinrichting
De opleidingsinrichting voldoet aan de verplichting dat het aantal werkzame
aios te allen tijde ten minste drie bedraagt.
C.3. Eisen voor de erkenning gedeelte opleiding
1. Een inrichting die erkend wordt voor het verzorgen van een gedeelte
van de opleiding voldoet aan de volgende eisen:
a. de eisen bedoeld in artikel C.1., onder a. en b.;
b. in de inrichting zijn ten minste twee medische specialisten werkzaam
die als opleider zijn erkend.
2. Een inrichting die erkend wordt voor het verzorgen van ten hoogste
een jaar van de opleiding voldoet aan de aanvullende eis dat in de inrichting
werkzaam zijn of als consulent kunnen worden geraadpleegd een dermatoloog,
een chirurg, een internist, een kinderarts, een longarts, een neuroloog, een
patholoog, een radioloog, een uroloog en een gynaecoloog;
3. Een inrichting die erkend wordt voor het verzorgen van ten hoogste
twee jaar van de opleiding voldoet aan de volgende aanvullende eisen:
a. in de inrichting zijn werkzaam een dermatoloog, een chirurg, een internist,
een kinderarts, een longarts, een neuroloog, een patholoog, een radioloog,
een uroloog en een gynaecoloog;
b. de inrichting heeft een wetenschappelijk klimaat blijkend uit jaarlijkse
publicaties.
4. Een medisch microbiologisch laboratorium dat niet voldoet aan het bepaalde
in het eerste lid, onder b en het tweede lid, kan erkend worden voor het verzorgen
van ten hoogste een jaar van de opleiding indien de samenwerkingsovereenkomst,
bedoeld in artikel C.15. van het Kaderbesluit CCMS, gesloten wordt met een
inrichting als bedoeld in het vijfde lid.
5. Een inrichting die niet voldoet aan artikel C.1., onder a, kan erkend
worden voor het verzorgen van ten hoogste een jaar van de opleiding indien
de inrichting een samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in artikel C.15. van
het Kaderbesluit CCMS, sluit met een medisch microbiologisch laboratorium,
als bedoeld in het vierde lid. De samenwerkingsovereenkomst waarborgt dat
de opleider de zeggenschap heeft over en verantwoordelijkheid voor de samenhang
van de verschillende opleidingsonderdelen.
Hoofdstuk D Slotbepalingen
D.1. Overgangsbepaling
Artikel E.1. van het Kaderbesluit CCMS is van overeenkomstige toepassing.
D.2. Publicatie
1. Dit besluit wordt gelijktijdig met het besluit van de Minister, inhoudende
de goedkeuring van dit besluit, gepubliceerd in de Staatscourant.
2. In het officiële orgaan van de KNMG wordt mededeling gedaan van
dit besluit.
D.3. Inwerkingtreding
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
2. Indien de Staatscourant waarin dit besluit en het goedkeuringsbesluit,
bedoeld in artikel D.2., eerste lid, worden geplaatst, wordt uitgegeven na
31 december 2004, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de
datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt
zij terug tot en met 1 januari 2005.
D.4. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit medische microbiologie.
Dit besluit bevat de aanvullende opleidings- en erkenningseisen voor het
medisch specialisme medische microbiologie.
Dit is een nadere invulling van het bepaalde in artikel B.3., eerste lid,
van het Kaderbesluit CCMS. Deze duur conform het minimum van de aanbeveling
van de Union Européenne des Médecins Spécialistes (UEMS)
en conform de minimale duur zoals bedoeld in bijlage C bij Richtlijn 93/16/EEG.
Dit is een aanvulling op het bepaalde in artikel B.5. van het Kaderbesluit
CCMS. Of de aios voldoet aan de opleidingseisen, moet blijken uit het portfolio
dat hij op grond van artikel B.5., eerste lid, onder g, van het Kaderbesluit
CCMS bijhoudt.
Dit is een aanvulling op het bepaalde in artikel C.10. van het Kaderbesluit
CCMS.
De onderdelen a. en b. zijn eveneens van toepassing op een inrichting
die erkend wordt voor het verzorgen van ten hoogste een jaar van de opleiding.
Dit is een aanvulling op het bepaalde in artikel C.12. van het Kaderbesluit
CCMS.
De verplichting om drie aios in dienst te hebben laat onverlet dat de
aios tussentijds stages in een andere opleidingsinrichting kunnen volgen.
Dit is een aanvulling op het bepaalde in artikel C.16. van het Kaderbesluit
CCMS.
Voorheen werd de inrichting die erkend wordt voor het verzorgen van ten
hoogste een jaar van de opleiding ook wel een `B-inrichting' genoemd. De bepalingen
van hoofdstuk B en C laten overigens de mogelijkheid open dat de aios de opleiding
volgt in een enkele opleidingsinrichting die de totale opleiding kan verzorgen
(voorheen `A-inrichting' genaamd).
Naast de inrichting die de totale opleiding verzorgt, genoemd in artikel
C.1., zijn inrichtingen mogelijk die een jaar of twee jaar van de opleiding
verzorgen. Daarbij kan er ten eerste sprake zijn van een inrichting, als bedoeld
in artikel C.3., eerste tot en met derde lid, die zelf over een laboratorium
en een aantal specialismen beschikt. Een tweede optie is een inrichting die
niet zelf over een laboratorium beschikt, maar wel deze specialismen in huis
heeft. De inrichting heeft dan een samenwerkingsovereenkomst met een medisch
microbiologisch laboratorium, waar de opleider de zeggenschap heeft over en
verantwoordelijkheid voor de samenhang van de verschillende opleidingsonderdelen.
Verder moet een dergelijke inrichting uiteraard een overeenkomst hebben met
een inrichting die de overige opleidingsjaren verzorgt.