Instelling Monitoring Commissie Corporate Governance Code

6 december 2004

Nr. FM 2004-01546 M

Directie Financiële Markten

De Minister van Financiën, mede namens de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Economische Zaken,

Overwegende dat het wenselijk is een Monitoring Commissie Corporate Governance Code in te stellen die tot taak heeft de actualiteit en bruikbaarheid van de Nederlandse corporate governance code te bevorderen;

Besluit:

Artikel 1

Er is een ‘Monitoring Commissie Corporate Governance Code’, hierna te noemen: de Commissie.

Artikel 2

De Commissie heeft tot taak de actualiteit en bruikbaarheid van de op grond van artikel 391, vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gedragscode te bevorderen.

Artikel 3

De Commissie voert haar taak onder meer uit door:

a. het ten minste jaarlijks inventariseren op welke wijze en in welke mate de voorschriften van de gedragscode worden nageleefd;

b. zich op de hoogte te stellen van internationale ontwikkelingen en gebruiken op het terrein van corporate governance met het oog op convergentie van nationale codes;

c. het signaleren van leemtes of onduidelijkheden in de code.

Artikel 4

1. De Commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste zeven leden, bijgestaan door een ambtelijk secretariaat. De voorzitter en de leden worden benoemd op basis van hun deskundigheid en ervaring op het gebied van corporate governance en zijn afkomstig uit het bedrijfsleven, kringen van aandeelhouders, werknemersorganisaties en accountants en de wetenschap. Benoeming geschiedt voor een periode van ten hoogste vier jaren door de Minister van Financiën in overeenstemming met de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Economische Zaken. De voorzitter en de leden zijn eenmaal herbenoembaar.

2. Bij tussentijdse beëindiging van het lidmaatschap treedt het lid dat wordt benoemd ter vervulling van de opengevallen plaats af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, had moeten aftreden. Hij is terstond herbenoembaar.

3. De voorzitter en de leden van de commissie handelen zonder last of ruggespraak.

Artikel 5

De Commissie doet ten minste eenmaal per jaar verslag aan de Minister van Financiën, de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Economische Zaken van haar bevindingen, vergezeld van commentaar op het gebruik van de gedragscode door vennootschappen en op de toereikendheid van de code aan de maatschappelijke en internationale corporate governance standaarden en praktijken. Het commentaar kan tevens de visie van de Commissie omvatten op de toepassing van een of meer voorschriften van de gedragscode.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Financiën, G. Zalm.

Toelichting

Algemeen

De commissie corporate governance (naar haar voorzitter ook de commissie Tabaksblat genoemd) heeft op 9 december 2003 ‘De Nederlandse corporate governance code; Beginselen van deugdelijk ondernemingsbestuur en best practice bepalingen’ gepubliceerd. Het kabinet heeft in zijn reactie op de Nederlandse corporate governance code (kamerstukken II 2003/04, 29 449, nr. 1) aangekondigd de Nederlandse corporate governance code op grond van artikel 2:391, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek per algemene maatregel van bestuur aan te wijzen als code waaraan Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen in hun jaarverslag moeten refereren. Daarbij geldt de regel ‘pas toe of leg uit’: van de beursgenoteerde vennootschappen wordt verwacht dat zij de principes en bepalingen van de code naleven dan wel gemotiveerd in hun jaarverslag uiteen zetten waarom van naleving wordt afgezien. Gestreefd wordt naar inwerkingtreding van de algemene maatregel van bestuur op uiterlijk 31 december 2004, opdat de beursgenoteerde vennootschappen reeds in het jaarverslag over het boekjaar dat is begonnen op of na 1 januari 2004 mededelingen kunnen doen over de naleving van de code (kamerstukken II 2004/05, 29 449, nr. 3).

In de eerder genoemde kabinetsreactie heeft het kabinet tevens de instelling van een Monitoring Commissie Corporate Governance Code aangekondigd. Deze Monitoring Commissie zou de mate van naleving van de code moeten volgen en eventuele onduidelijkheden moeten signaleren. De wettelijke plicht tot het aangeven in hoeverre de code wordt nageleefd veronderstelt immers een zekere procedure om de code te actualiseren naar aanleiding van maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Moeten blijven uitleggen waarom beursgenoteerde vennootschappen afwijken van een ernstig verouderde code is niet zinvol. Dit besluit strekt tot instelling van deze Monitoring Commissie.

Artikelsgewijs

Artikelen 1, 2 en 3

Eén van de beleidsprioriteiten van het kabinet is het bewerkstelligen van een deugdelijk en transparant stelsel van checks and balances binnen de Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen door middel van het bevorderen van hoge kwaliteitsstandaarden op het gebied van corporate governance. Hiermee wordt het vertrouwen van de partijen op de openbare kapitaalmarkt en bij het grote publiek in de Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen ondersteund. In dat kader heeft de Monitoring Commissie tot taak de actualiteit en bruikbaarheid van de Nederlandse corporate governance code te bevorderen. De Monitoring Commissie voert deze taak onder meer uit door:

a. ten minste jaarlijks te inventariseren op welke wijze en in welke mate de beursgenoteerde vennootschappen, aandeelhouders en accountants de voorschriften van de Nederlandse corporate governance code naleven. In dat kader wordt tevens de redengeving van eventuele afwijkingen van de codevoorschriften bestudeerd;

b. zich op de hoogte te stellen de internationale ontwikkelingen en gebruiken op corporate governance gebied. Daarbij wordt onderzocht wat de positie van het Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen is in internationale vergelijkingen op het gebied van ‘rechten en plichten van aandeelhouders’, ‘transparantie’ en ‘bestuurs- en toezichtstructuur en kwaliteit’. Het kabinet heeft zich in het beleidsprogramma 2004–2007 immers ten doel gesteld het Nederlandse beursgenoteerde bedrijfsleven op deze gebieden in internationale vergelijkingen in de kopgroep te brengen;

c. het signaleren van leemtes en onduidelijkheden in de code. Deze leemtes en onduidelijkheden zouden op termijn tot een aanpassing van de code kunnen leiden.

Artikel 4

De Monitoring Commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste een zevental leden die ervaren en deskundig zijn op het gebied van corporate governance. Dit houdt in dat de personen relevante kennis en ervaring hebben opgedaan in het besturen van en/of toezicht houden op het bestuur van beursgenoteerde vennootschappen of andere grote rechtspersonen, op financieel administratief/accounting terrein bij beursgenoteerde vennootschappen of andere grote rechtspersonen, belanghebbende zijn bij goed ondernemingsbestuur of wetenschappelijk onderzoek hebben verricht over corporate governance. Het ligt dan ook in de reden dat de Commissie zal zijn samengesteld uit personen afkomstig uit het bedrijfsleven, kringen van aandeelhouders, werknemersorganisaties en accountants en de wetenschap. De Commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretariaat. De voorzitter en de leden van de Commissie opereren zonder last en ruggespraak, dus in volstrekte onafhankelijkheid.

Artikel 5

De Monitoring Commissie brengt ten minste jaarlijks verslag uit aan de Minister van Financiën, de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Economische Zaken over haar bevindingen. Onderdeel daarvan is de visie van de Monitoring Commissie op de toereikendheid van de code aan de maatschappelijke en internationale corporate governance standaarden en praktijken. Constateert de Commissie onduidelijkheid over de toepassing van één of meerdere codevoorschriften, dan kan de Commissie ook daarop haar visie geven. Die visie maakt geen deel uit van de codevoorschriften, zodat de beursgenoteerde vennootschappen formeel niet behoeven te reageren in het jaarverslag. De visie kan echter als richtsnoer dienen voor beursgenoteerde vennootschappen en hun aandeelhouders.

De Monitoring Commissie heeft niet de bevoegdheid om de codevoorschriften aan te passen. De Commissie kan na verloop van tijd (te denken valt na een drietal jaar ervaring met de corporate governance code) echter wel tot de conclusie komen dat de code niet meer in de pas loopt met de nationale en internationale ontwikkelingen op het gebied van corporate governance. Te zijner tijd zal een ad hoc commissie (dus los van de Monitoring Commissie) worden gevraagd de code integraal te evalueren en (eventueel) voorstellen te doen voor aanpassing van de code, rekening houdend met de eerdere conclusies van de monitoring rapporten en maatschappelijke en internationale ontwikkelingen. Ook dan zullen de leden worden aangezocht op grond van hun ervaring op het gebied van corporate governance en zullen zij afkomstig zijn uit het bedrijfsleven, kringen van aandeelhouders en overige relevante groepen. Over de voorstellen wordt een ruime periode van openbare consultatie gehouden. Een gewijzigde code kan op basis van een besluit tot wijziging van de algemene maatregel van bestuur opnieuw door het kabinet worden aangewezen.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven