Klachtenregeling rechtbank Dordrecht

Artikel 1 Definitie

Onder het bestuur wordt in deze regeling verstaan: het bestuur van de rechtbank Dordrecht (hierna te noemen: de rechtbank Dordrecht).

Artikel 2 Klachtrecht

1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop de rechtbank Dordrecht zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem heeft gedragen, bij het bestuur een klacht in te dienen. Niet geklaagd kan worden over de inhoud en de motivering van een beslissing van een met rechtspraak belaste rechterlijke ambtenaar noch over de totstandkoming van een rechterlijke beslissing met inbegrip van de in dat kader genomen beslissingen van procedurele aard.

2. Een gedraging van een persoon, werkzaam bij de rechtbank Dordrecht, wordt aangemerkt als een gedraging van de rechtbank Dordrecht, voor zover deze gedraging aan laatstgenoemde kan worden toegerekend.

3. Onder personen werkzaam bij de rechtbank Dordrecht worden verstaan:

a. de met rechtspraak belaste rechterlijke ambtenaren die de rechtbank vormen;

b. de leken/deskundigen-rechters, verbonden aan de rechtbank Dordrecht;

c. de gerechtsauditeurs en de rechterlijke ambtenaren in opleiding die bij de rechtbank Dordrecht werkzaam zijn;

d. de gerechtsambtenaren, die bij de rechtbank Dordrecht werkzaam zijn, daaronder mede begrepen personen werkzaam bij een arrondissementale stafdienst ten behoeve van de rechtbank Dordrecht;

e. de overige, niet onder de vorige letters begrepen, bij de rechtbank Dordrecht werkzame personen.

4. De in het derde lid bedoelde personen kunnen alleen een klacht indienen voorzover zij partij of belanghebbende zijn in een bij de rechtbank Dordrecht aanhangig geding, een partij of belanghebbende in een dergelijk geding vertegenwoordigen of bijstaan of daarin getuige of deskundige zijn.

5. Klachten kunnen uitsluitend schriftelijk worden ingediend.

Artikel 3 Klaagschrift

1. Een klaagschrift moet worden ondertekend en ten minste bevatten:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht en het tijdstip van de gedraging.

2. Klaagschriften, die niet gedagtekend zijn, worden geacht gedagtekend te zijn op de dag van ontvangst.

3. Indien het klaagschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van de klacht noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

4. Indien de klager minderjarig is, respectievelijk onder curatele is gesteld, moet de klacht worden ondertekend door de met het gezag beklede ouder of voogd, respectievelijk de curator.

Artikel 4 Afdoening in der minne

1. In iedere fase van de klachtbehandeling kan het bestuur nagaan of de klager door middel van een informele afhandeling van zijn klacht tevreden gesteld kan worden.

2. Zodra het bestuur naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot het verder toepassen van deze regeling.

3. Klager ontvangt een schriftelijke kennisgeving van de afsluiting van de procedure.

Artikel 5 Bijstand van klager

1. Een klager en degene op wiens gedragingen de klacht betrekking heeft kunnen zich door een gemachtigde laten bijstaan of laten vertegenwoordigen.

2. Het bestuur kan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen.

3. Het bestuur kan bijstand of vertegenwoordiging door een persoon, tegen wie ernstige bezwaren bestaan, weigeren.

4. Het derde lid is niet van toepassing ten aanzien van advocaten en procureurs.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging; door- en toezending en administratie

1. Het bestuur bevestigt de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk onder mededeling van de datum van ontvangst van het klaagschrift en onder toezending van een afschrift van deze regeling.

2. Het bestuur zendt een klaagschrift tot behandeling waarvan kennelijk een andere instantie bevoegd is, onverwijld naar die instantie door onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de indiener.

3. Het bestuur zendt een klaagschrift dat niet voor hem bestemd is en dat ook niet wordt doorgezonden, zo spoedig mogelijk terug naar de indiener.

4. Het bestuur zendt een afschrift van het klaagschrift en de daarbij meegezonden stukken aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

5. Het bestuur kan besluiten het klaagschrift dat niet aan artikel 3, eerste, derde lid of vierde lid voldoet, niet te behandelen, mits de indiener in de gelegenheid is gesteld het klaagschrift binnen een door het bestuur te stellen termijn aan te vullen.

6. Het bestuur registreert en administreert binnengekomen klaagschriften en zorgt voor een goede voortgangscontrole.

Artikel 7 Geen verplichting tot klachtbehandeling

1. Het bestuur is niet verplicht de klacht te behandelen indien zij betrekking heeft op een gedraging:

a. waarover door de klager reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van deze regeling is afgedaan;

b. die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;

c. waartegen de klager bezwaar als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht kan of had kunnen maken;

d. waartegen de klager beroep als bedoeld in artikel 1:5, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht kan of had kunnen instellen;

e. die anderszins door het instellen van een procedure aan het oordeel van een rechterlijke instantie kon of had kunnen worden onderworpen;

f. zolang terzake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en terzake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.

2. Het bestuur is niet verplicht de klacht te behandelen indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.

3. Van het niet in behandeling nemen van de klacht stelt het bestuur de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Gelegenheid tot horen

1. Het bestuur stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft in de gelegenheid te worden gehoord.

2. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

3. Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Artikel 9 Behandeling en beslissing

1. Het bestuur handelt de klacht binnen zes weken of, -indien aan het bepaalde in artikel 11, eerste lid toepassing wordt gegeven- binnen tien weken na de ontvangst van het klaagschrift af.

2. Het bestuur kan de behandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

3. Wanneer de klacht een lid van het bestuur betreft, neemt dit lid niet aan de behandeling van de klacht deel.

Artikel 10 Afdoening

1. Het bestuur stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

2. Indien vervolgens nog een klacht kan worden ingediend bij een persoon of college, aangewezen om klachten over degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft te behandelen, wordt daarvan bij de kennisgeving melding gemaakt.

Artikel 11 Klachtadviescommissie

1. Het bestuur kan een klachtadviescommissie met de advisering over een klacht belasten. In dat geval zijn de artikelen 12 en 13 van toepassing.

2. Het bestuur benoemt de voorzitter, de secretaris en de vier leden van de klachtadviescommissie. De advisering over een klacht geschiedt door de klachtadviescommissie bestaande uit de voorzitter en twee leden. De voorzitter bepaalt de samenstelling van de commissie, met dien verstande dat in geval de klacht een rechterlijk ambtenaar betreft de commissie uitsluitend uit rechterlijke ambtenaren zal bestaan.

3. Degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, maakt geen deel uit van de klachtadviescommissie; het bestuur zal in het voorkomende geval na overleg met de klachtadviescommissie een vervanger aanwijzen.

4. Het bestuur kan de klachtadviescommissie alleen algemene aanwijzingen geven.

5. V.w.b. het reglement en de samenstelling van de klachtadviescommissie wordt verwezen naar de afzonderlijke bijlage die aan deze klachtenregeling is gehecht.

Artikel 12

1. Zodra het bestuur besluit de klachtadviescommissie in te schakelen deelt het bestuur degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, alsmede de klager, mee dat een klachtadviescommissie met de advisering over de klacht is belast.

2. Het horen geschiedt door de klachtadviescommissie.

3. De klachtadviescommissie kan het horen aan de voorzitter of een lid opdragen.

4. De klachtadviescommissie beslist over de toepassing van artikel 8, tweede lid.

5. De klachtadviescommissie zendt een rapport van bevindingen, vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen, aan het bestuur.

6. Het rapport bevat het verslag van het horen.

Artikel 13

Indien de conclusies van het bestuur afwijken van het advies van de klachtadviescommissie, wordt in die conclusies de reden voor die afwijking vermeld en wordt het advies meegezonden met de kennisgeving, bedoeld in artikel 10, eerste lid.

Artikel 14

Het bestuur draagt zorg voor registratie van de bij hem ingediende schriftelijke klachten. De geregistreerde klachten worden jaarlijks gepubliceerd.

Artikel 15 Overgangsbepaling

1. Een klacht die na 31 maart 2001 is ingediend wordt, ook als de gedraging waarop zij betrekking heeft vóór 1 april 2001 heeft plaatsgevonden, met inachtneming van deze regeling behandeld.

2. Een klacht die vóór 1 april 2001 is ingediend en voor dat tijdstip nog niet is afgehandeld, wordt afgehandeld op de wijze zoals dat vóór 1 april 2001 zou zijn geschied.

Artikel 16 Citeertitel, bekendmaking en inwerkingtreding

1. Deze regeling kan worden aangehaald als klachtenregeling van de rechtbank Dordrecht.

2. Zij wordt gepubliceerd in de Staatscourant en treedt formeel in werking met ingang van 1 april 2002. Vooruitlopend op de formele status zal deze klachtenregeling vanaf 1 april 2001 binnen het Arrondissement Dordrecht worden ingevoerd.

Aldus vastgesteld te Dordrecht op 26 oktober 2004.

Naar boven