Benoemingen Toetsingscommissie als bedoeld in artikel 73 Wet werk en
bijstand
Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
van 19 november 2004, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/SFI/2004/79737,
houdende de benoeming van de voorzitter, de leden en de plaatsvervangend leden
van de Toetsingscommissie als bedoeld in artikel 73 van de Wet werk en bijstand
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 9 van het Besluit WWB;
Besluit:
1. De heer drs. Th.J.F.M. Bovens wordt benoemd in de functie van voorzitter
van de Toetsingscommissie voor de periode van 19 november 2004 tot 1 januari
2008.
2. Mevrouw M.J. van Lente geb. Huiskamp wordt benoemd in de functie van
lid van de Toetsingscommissie voor de periode van 19 november 2004 tot 1 januari
2008.
3. De heer prof. dr. R. van der Veen wordt benoemd in de functie van lid
van de Toetsingscommissie voor de periode van 19 november 2004 tot 1 januari
2008.
4. Mevrouw drs. J. Vonk-Vedder wordt benoemd in de functie van plaatsvervangend
lid van de Toetsingscommissie voor de periode van 19 november 2004 tot 1 januari
2008.
5. Mevrouw mr. S.E. Korthuis wordt benoemd in de functie van plaatsvervangend
lid van de Toetsingscommissie voor de periode van 19 november 2004 tot 1 januari
2008
Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
`s-Gravenhage, 19 november 2004.
De Staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid,H.A.L. van Hoof.
Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan tegen deze beschikking
schriftelijk bezwaar worden gemaakt door een ambtenaar wiens belang rechtstreeks
bij deze beschikking betrokken is. Daartoe moet binnen zes weken na de dag
van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. de Directie Wetgeving,
Bestuurlijke en Juridische aangelegenheden, Bureau Ondersteuning Bezwaar en
Beroep, Postbus 90801, 2509 LV `s-Gravenhage.
Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en tenminste te bevatten
de naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van deze
beschikking alsmede de reden(en) waarom de beschikking niet juist wordt gevonden.
Verzocht wordt bij het bezwaarschrift een kopie van deze beschikking en eventuele
andere op de zaak betrekking hebbende stukken te voegen. Het bezwaar schort
de werking van deze beschikking niet op.