Arboconvenant tweede fase agrarische sectoren

Arboconvenant tweede fase agrarische sectoren inzake Reïntegratie arbeidsongeschikten WAO en WAZ en Uitbreiding van het Arboconvenant Agrarische sectoren d.d. 2 juli 2002

Amsterdam, 22 januari 2004

Ondergetekenden,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer drs. M. Rutte,

en

het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV), rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer mr. M.A. Harms, directeur Inkoop & Reïntegratie,

hierna te noemen: de overheid,

enerzijds,

en

LTO-Nederland, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer drs. H.Th.J. Vulto, bestuurder;

Vereniging Cultuurtechnische werken en grondverzet, Meststoffendistributie en Loonwerken in de Agrarische sector in Nederland (CUMELA Nederland), rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Maris, directeur;

Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG), rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer ing. F.M. Crucq, bestuurder;

Algemene Vereniging Inlands Hout (AVIH), rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer G. Hop, bestuurslid;

Nederlandse Vereniging van Boseigenaren (NVBE), rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer drs. F.R.M. Naber, bestuurder;

FNV Bondgenoten, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.W. Voornhout, bestuurder;

CNV BedrijvenBond, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer G.H. Koudys, bestuurder,

hierna te noemen: sociale partners,

anderzijds,

verder te noemen: partijen;

Overwegende dat,

• op 2 juli 2002 een Arboconvenant nieuwe stijl is afgesloten voor de sector, het Arboconvenant Agrarische sectoren, gericht op “Terugdringing fysieke en psychische belasting en vroegtijdige reïntegratie”, genaamd Agro & Arbo, werkt beter (hierna te noemen het Arboconvenant eerste fase);

• in het Arboconvenant eerste fase afspraken zijn gemaakt om de blootstelling aan de arbeidsrisico's fysieke en psychische belasting te verminderen;

• in het Arboconvenant eerste fase eveneens afspraken zijn gemaakt om verzuimbegeleiding en vroegtijdige reïntegratie te verbeteren;

• nog steeds een te groot aantal ondernemers en werknemers langdurig arbeidsongeschikt is en derhalve een beroep op de WAZ, respectievelijk de WAO doet;

• derhalve een uitbreiding van de afspraken op het terrein van reïntegratie van deze categorieën arbeidsongeschikten wenselijk wordt geacht;

• deze nieuwe afspraken worden vastgelegd in onderhavig Arboconvenant tweede fase;

• de basis en verantwoording voor het afsluiten van deze convenanten is neergelegd in de nota “Arboconvenanten nieuwe stijl: beleidsstrategie voor de komende vier jaar (1999-2002)” en de nota “Tweedefase convenanten”, beiden te vinden op www.arbo.nl:

Komen het volgende overeen:

Algemeen

Dit Arboconvenant tweede fase is niet (in rechte) afdwingbaar.

Definities

Artikel 1

Ondernemer: een werkgever als bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, dan wel een zelfstandige ondernemer zonder (vast) personeel in dienst;

werknemer: een werknemer als bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998;

branchebegeleidingscommissie (BBC): de commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de ondertekenende partijen, ingesteld ten behoeve van de totstandkoming, aansturing, begeleiding en evaluatie van het Arboconvenant;

stand van de wetenschap: de thans of in de toekomst mogelijke maatregelen ter vermindering van gezondheidsrisico's, ziekteverzuim en intrede in de WAO, respectievelijk de WAZ, die door vakdeskundigen in brede zin zijn aanvaard, ofwel aantoonbaar effectief en praktisch uitvoerbaar zijn; hierbij dient rekening gehouden te worden met hetgeen gezondheidskundig wenselijk, bedrijfseconomisch haalbaar en praktisch uitvoerbaar is;

evaluatie: de beleidsmatige beoordeling - op empirische basis - van uitvoering en resultaten van het onderhavige convenant; de empirische basis wordt gevormd door middel van een samenhangend systeem van evaluatieonderzoek;

evaluatieonderzoek: systematisch onderzoek naar de effecten van het onderhavige convenant, de wijze waarop dit convenant wordt uitgevoerd en de kosten en baten van de in het kader van dit Arboconvenant tweede fase gedane investeringen;

Aboconvenant: tripartiete overeenkomst op bedrijfstakniveau tussen werkgeversvertegenwoordigers, werknemersvertegenwoordigers en de overheid over het verminderen van arbeidsrisico's en het terugdringen van het ziekteverzuim en de instroom in de WAO respectievelijk de WAZ in de agrarische sectoren;

Plan van Aanpak: bijlage die onlosmakelijk deel uitmaakt van het tweede fase Arboconvenant Agrarische Sectoren, met (minimaal) een begroting en afspraken over implementatie en evaluatieonderzoek van de voorgenomen maatregelen;

Kwantitatieve doelstellingen

Artikel 2

De kwantitatieve doelstellingen, zoals opgenomen in het Arboconvenant eerste fase, worden als volgt aangevuld:

- instroom in de WAO en de WAZ terug te dringen en de uitstroom te bevorderen, waarvoor;

- het gehele bestand van de WAO, respectievelijk de WAZ zal worden uitgenodigd voor een gesprek om de mogelijkheden van reïntegratie naar de arbeidsmarkt te onderzoeken;

- er zal naar gestreefd worden om minimaal 1.500 bemiddelingstrajecten in te zetten voor ondernemers en werknemers, waarbij gerekend wordt op herplaatsingspercentages van respectievelijk 35% en 45%; nominatief betekent dit in totaal minimaal 500 herplaatsingen;

Bij de realisatie hiervan geldt als uitgangssituatie dat in 2002 het aantal mensen in de WAO en de WAZ respectievelijk 12.881 en 16.000 bedraagt en de gemiddelde instroom in de WAO over de jaren 2000 t/m 2002 1.618 per jaar bedraagt.

Kwalitatieve doelstellingen

Artikel 3

Partijen stellen zich ten doel door middel van dit Arboconvenant tweede fase Agrarische sectoren:

- te onderzoeken of het inschakelen van een arbeidsdeskundige ten behoeve van het opstellen van een reïntegratieadvies zodra al twijfel ontstaat over de terugkeermogelijkheden in het eigen werk vroeg in het ziektejaar leidt tot een snellere reïntegratie, met als resultaat een verlaging van de instroom in de WAO;

- ervaring op te doen met een vernieuwende en gecoördineerde aanpak vanuit de sector voor het reïntegreren van langdurig arbeidsongeschikte werknemers en ondernemers

Maatregelen

Algemeen

Artikel 4

1. Om de in artikelen 2 en 3 genoemde doelstellingen te realiseren, verplichten partijen zich uitvoering te geven aan het Plan van Aanpak, dat onlosmakelijk deel uitmaakt van dit Arboconvenant tweede fase.

2. De partijen stellen zich tot doel de maatregelen uiterlijk op 31 december 2006 te hebben gerealiseerd.

3. Indien op grond van periodieke tussenrapportages blijkt dat de maatregelen niet leiden tot de gewenste kwantitatieve doelstellingen, beraadt de BBC zich over welke maatregelen noodzakelijk worden geacht om de voortgang in lijn te brengen met de doelstellingen en bevordert de BBC dat deze maatregelen worden uitgevoerd.

Communicatie

Artikel 5

Om de in artikelen 2 en 3 genoemde doelstellingen te realiseren, verplichten partijen zich dit Arboconvenant tweede fase met gerichte communicatie te ondersteunen. Daartoe zal een specifiek communicatieplan worden opgesteld, gericht op:

- het creëren van een positief imago van de aanpak;

- ondersteuning van mailings en andere vormen van benadering van ondernemers en werknemers;

- stimuleren van deelname aan het project door arbeidsongeschikten aan de ene kant en bedrijven met potentiële vacatures voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten aan de andere kant.

Bekendmaking

Artikel 6

1. De werkgevers- en werknemersorganisaties informeren, ondersteund door de projectorganisatie Arboconvenant, hun leden zo spoedig mogelijk na de ondertekening van dit Arboconvenant tweede fase, door middel van publicaties in hun periodieken over het convenant in het algemeen en over de afspraken van het convenant, zoals bedoeld in artikel 4, in het bijzonder.

2. De tekst van dit Arboconvenant tweede fase wordt zo spoedig mogelijk na ondertekening in de Staatscourant gepubliceerd.

BBC

Artikel 7

1. De BBC komt uiterlijk binnen twee maanden na ondertekening van dit Arboconvenant tweede fase bij elkaar. Bij deze bijeenkomst wordt bepaald of de tot dan toe gebruikelijke samenstelling en werkwijze van de BBC wordt voortgezet, dan wel dat er gezien de aard van dit Arboconvenant tweede fase nog wijziging of aanvulling nodig is. In ieder geval dienen alle ondertekenende partijen in de BBC vertegenwoordigd te zijn.

2. De BBC beslist of en op welke wijze de inzet van het extern projectbureau moet worden voortgezet.

3. De BBC wijst conform art. 7 van de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden (Stcrt. 1999, 187) een rechtspersoon aan, die optreedt als opdrachtgever van de in art. 4 omschreven activiteiten.

Evaluatieonderzoek

Artikel 8

1. Partijen maken op voorhand afspraken over de wijze waarop de activiteiten geëvalueerd worden, waarbij zowel de inhoudelijke aspecten als de momenten waarop onderzoek zal plaatsvinden, worden vastgelegd in het Plan van Aanpak van dit Arboconvenant tweede fase.

2. De evaluatie heeft in elk geval betrekking op de ontwikkeling van het ziekteverzuim en de in- en uitstroom in de WAO, respectievelijk de WAZ, en op de effectiviteit van de toegepaste methoden.

3. Het evaluatieonderzoek beantwoordt in elk geval de volgende vragen:

- Zijn de kwantitatieve doelstellingen gehaald, zoals vastgelegd in dit Arboconvenant tweede fase?

- In welke mate zijn de maatregelen, zoals vastgelegd in het Plan van Aanpak, daadwerkelijk geïmplementeerd?

- Hoe is de implementatie van maatregelen verlopen, wat zijn de succes- en faalfactoren geweest en welke maatregelen kunnen ook buiten convenant-verband succesvol worden toegepast?

- Wat heeft dit Arboconvenant tweede fase uiteindelijk gekost en wegen de opbrengsten ervan - in de vorm van de geheel of gedeeltelijk gerealiseerde kwantitatieve doelstellingen - hier tegenop?

- Hoe worden de activiteiten door betrokkenen ervaren?

4. De resultaten van het evaluatieonderzoek worden vastgelegd in één of meerdere onderzoeksrapporten, die worden gepubliceerd in de zogenaamde SZW Arboconvenantenreeks van uitgeverij Reed Business Information BV.

Financiering

Artikel 9

1. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt voor de uitvoering en evaluatie van dit Arboconvenant tweede fase een bedrag van maximaal € 1.172.500,- (incl. BTW) ter beschikking.

2. Het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV) neemt via de thans bestaande subsidiemogelijkheden de kosten voor minimaal 1.500 in te zetten bemiddelingstrajecten naar werk voor zijn rekening, alsmede voor een bedrag van minimaal € 300.000,- de kosten van investeringen in werkplekaanpassingen.

3. De sociale partners, zoals deze dit Arboconvenant tweede fase hebben ondertekend, stellen voor de uitvoering en evaluatie van dit Arboconvenant tweede fase een bedrag van maximaal € 1.172.500,- (incl. BTW) ter beschikking.

4. Voor de uitvoering van de activiteiten, genoemd in artikel 3 van de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden (Stcrt. 1999, 187) draagt de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij aan de kosten, met inachtneming van de in deze subsidieregeling vastgelegde voorwaarden en criteria en met inachtneming van het onder lid 1 vermelde subsidieplafond.

5. Voor de totale kosten van de in het Plan van Aanpak opgenomen activiteiten kan binnen het kader van de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden tot een maximum van 50% subsidie worden verstrekt. De totale subsidie voor activiteiten in de convenantfase is begrensd tot 50% van de totale in het Plan van Aanpak geraamde kosten, echter, tot het maximale subsidiebedrag zoals genoemd onder lid 1.

6. Voor de toepassing van het vorige lid worden slechts die activiteiten in aanmerking genomen die tot subsidiëring kunnen leiden. Bestaande projecten en individuele bedrijfsinvesteringen worden niet in aanmerking genomen.

7. De financiering van de afzonderlijke activiteiten is vastgelegd in een van het Plan van Aanpak onlosmakelijk onderdeel uitmakende begroting. De begroting volgt de indeling van het Plan van Aanpak.

8. De partijen dragen er zorg voor dat conform het bepaalde in artikel 7 van de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden als subsidieaanvrager(s) zal (zullen) optreden de Stichting ter Ondersteuning van Activiteiten op het Gebied van de Voorlichting, de Vorming en de Scholing van Werknemers in de Landbouw (Stivos).

9. De subsidieaanvraag in het kader van de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden wordt ingediend conform de door SZW verstrekte uitvoeringsregels voor het aanvragen van subsidies volgens de Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden.

Relatie tot CAO

Artikel 10

Betrokken ondernemers- en werknemersorganisaties bevorderen dat maatregelen in het kader van het Arboconvenant tweede fase die zich daartoe lenen, worden opgenomen in nog af te sluiten CAO's.

Inwerkingtreding en looptijd

Artikel 11

Dit Arboconvenant tweede fase treedt in werking onmiddellijk na ondertekening door alle convenantpartijen en eindigt op 1 maart 2007.

Wijziging of voortijdige beëindiging

Artikel 12

1. De BBC treedt in overleg over de noodzaak van wijziging van dit Arboconvenant tweede fase, indien:

a) de afspraken uit dit Arboconvenant tweede fase niet worden nagekomen;

b) er zich onvoorziene omstandigheden voordoen (waaronder in elk geval begrepen wijzigingen in wet- en regelgeving) die van dien aard zijn dat dit Arboconvenant tweede fase redelijkerwijs niet kan worden voortgezet;

c) door anderen dan de convenantpartijen de wens te kennen wordt gegeven om tot dit convenant toe te treden;

d) de besluitvorming in de BBC bij voortduring wordt bemoeilijkt door verschil in opvattingen tussen partijen.

2. De BBC treedt in overleg over uitbreiding van dit Arboconvenant tweede fase, wanneer door één van de convenantpartijen een aanvullend onderwerp wordt voorgedragen voor opname in dit Arboconvenant tweede fase.

3. De BBC komt in vergadering bijeen voor overleg als bedoeld in lid 1, binnen zes weken nadat een partij de wens daartoe schriftelijk heeft kenbaar gemaakt.

Indien het overleg niet binnen een termijn van vier weken tot overeenstemming heeft geleid, is elke partij gerechtigd dit Arboconvenant tweede fase schriftelijk op te zeggen, onder voorwaarde dat inmiddels aangegane verplichtingen door betrokken partij worden nagekomen.

4. De BBC kan unaniem besluiten de termijn van vier weken, bedoeld in lid 3, te verlengen, tot een maximum van twaalf weken.

Evaluatie en vervolg

Artikel 13

De partijen evalueren na beëindiging van dit Arboconvenant tweede fase en in elk geval voor 1 maart 2007 de uitvoering en de resultaten van dit Arboconvenant tweede fase.

De resultaten van deze evaluatie worden neergelegd in een onderzoeksrapport en gepubliceerd in de zogenaamde SZW Arboconvenantenreeks van Reed Business Information BV, waarover betrokken partijen aan het eind van de convenantperiode overleg zullen hebben over eventuele vervolgacties.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,M.Rutte.
Het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV),
M.A. Harms.
LTO-Nederland,
H.Th.J. Vulto.
Vereniging Cultuurtechnische werken en grondverzet, Meststoffendistributie en Loonwerken in de Agrarische sector in Nederland (CUMELA Nederland),
J. Maris.
Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG),
F.M. Crucq.
Algemene Vereniging Inlands Hout (AVIH),
G. Hop.
Nederlandse Vereniging van Boseigenaren (NVBE),
F.R.M. Naber.
FNV Bondgenoten,
J.W. Voornhout.
CNV BedrijvenBond,
G.H. Koudys.

Naar boven