Reglement van orde van de Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer,

Gelet op artikel 76 van de Comptabiliteitswet 2001 (Stb. 2002, 413), besluit voor haar werkzaamheden het volgende reglement van orde vast te stellen:

Artikel 1

1. De besluiten van de Algemene Rekenkamer worden genomen in de vergadering van het college.

2. Het college kan de president, de overige leden of de secretaris machtigen tot het nemen van bepaalde besluiten.

3. Besluiten van spoedeisende aard kunnen worden genomen door de president. Zo mogelijk vindt raadpleging plaats van de overige leden in gewone dienst. Voor zover de bedoelde besluiten betrekking hebben op werkzaamheden waaraan leden in buitengewone dienst deelnemen, worden zo mogelijk ook deze leden geraadpleegd. De secretaris geeft in de volgende vergadering van het college kennis van besluiten die via de spoedprocedure tot stand zijn gekomen.

Artikel 2

1. Het college vergadert als regel eenmaal per week; de secretaris woont de vergadering bij en is verantwoordelijk voor het opstellen van de notulen.

2. De president nodigt een lid in buitengewone dienst uit voor het deel van de vergadering waarin de werkzaamheden waaraan dit lid heeft deelgenomen of zal deelnemen, aan de orde komen.

3. Een lid in gewone dienst kan tijdelijk worden vervangen door een lid in buitengewone dienst.

4. De president roept een buitengewone vergadering bijeen, zo dikwijls zij dit nodig oordeelt of een van de leden in gewone dienst dit verlangt.

Artikel 3

1. Het college regelt de verloven van de leden in gewone dienst en de secretaris.

2. Indien de president verhinderd is deel te nemen aan de werkzaamheden van de Algemene Rekenkamer geeft zij daarvan kennis aan het lid in gewone dienst dat haar tijdens haar afwezigheid vervangt. Vervanging geschiedt in volgorde van benoeming, te beginnen met het lid met de langste benoemingstermijn. Bij een benoeming van twee collegeleden op dezelfde datum is de leeftijd bepalend. De overige leden en de secretaris geven van verhindering kennis aan de president.

3. Bij voorziene afwezigheid van een lid in gewone dienst zorgt de secretaris indien noodzakelijk voor tijdige oproeping van een lid in buitengewone dienst.

Artikel 4

In januari van elk jaar zendt de president een opgave van de overige betrekkingen van de leden in gewone dienst, de leden in buitengewone dienst en de secretaris, ter publicatie aan de Staatscourant. Hierbij wordt de stand van 1 januari van dat jaar gehanteerd.

Artikel 5

1. Een lid in gewone dienst is belast met de voorbereiding van de voorstellen waarover het in de collegevergadering rapporteert. Hierbij worden de afspraken zoals gemaakt bij de portefeuilleverdeling gehanteerd.

2. Een lid in buitengewone dienst is belast met de voorbereiding van de voorstellen voor de werkzaamheden waaraan het op verzoek van de president deelneemt en rapporteert hierover in de vergadering van het college.

Artikel 6

De secretaris is belast met de ambtelijke leiding van de Algemene Rekenkamer. Nadere bepalingen zijn opgenomen in de Instructies voor de secretaris.

Artikel 7

1. Voor elke vergadering wordt als regel door de secretaris een agenda opgesteld.

2. De op deze agenda geplaatste aangelegenheden worden alleen in de vergadering behandeld voor zover deze tijdig ter kennis zijn gebracht van de aanwezige leden en van de secretaris.

Artikel 8

1. De president leidt de vergaderingen van het college.

2. De leden in buitengewone dienst en na hen de leden in gewone dienst stemmen in de vergadering in volgorde van benoeming, te beginnen met het lid met de kortste benoemingstermijn en indien die gelijk is, met het lid met de laagste leeftijd. De president stemt het laatst.

3. Indien over personen besloten moet worden vindt een geheime stemming plaats. Ook in andere gevallen kan het college besluiten dat het overgaat tot een geheime stemming.

Artikel 9

1. In de vergadering van het college komen de volgende agendapunten aan de orde:

- het vaststellen van de agenda;

- het doen van mededelingen;

- de vaststelling van de notulen van de vorige vergadering;

- de stand van zaken wat betreft de publicaties;

- het rapporteren en besluiten over voorstellen die door de leden en de secretaris zijn ingebracht;

- het rapporteren en besluiten over op vaste momenten in het jaar terugkerende onderwerpen die het college aangaan;

- het rapporteren over bestuurlijke contacten en mediacontacten van de leden en de secretaris in de week voorafgaand aan en volgend op de vergadering;

- het rapporteren en besluiten over procedurele aangelegenheden;

- de rondvraag.

2. Het lid van het college dat zich niet heeft kunnen verenigen met enig genomen besluit, kan zijn mening, mits met redenen omkleed, in de notulen laten opnemen.

Artikel 10

1. Voor 1 juni van elk jaar beoordeelt het college zijn eigen functioneren, zijn relatie met de organisatie en zijn extern functioneren.

2. Tijdens deze vergadering bespreekt het college tevens het functioneren van de secretaris. Het college kan de secretaris verzoeken bij de bespreking van dit onderwerp de vergadering te verlaten.

3. De president gebruikt het resultaat van de bespreking als bedoeld in lid 2 voor het voeren van een functioneringsgesprek met de secretaris. Het functioneringsgesprek en de verdere procedure verlopen conform de voorschriften die voor ambtenaren gelden.

Artikel 11

1. Brieven namens de Algemene Rekenkamer worden ondertekend door de president en de secretaris, voorzover het college niet anders bepaalt.

2. De door de Algemene Rekenkamer verrichte privaatrechtelijke rechtshandelingen worden ondertekend door de president en de secretaris, tenzij anders is bepaald.

Artikel 12

De Algemene Rekenkamer heeft in de beheersregeling DIVAR regels vastgesteld voor de bewaring van de archiefbescheiden welke bij haar berusten. In artikel 10 lid 2 van deze regeling is opgenomen hoe gehandeld dient te worden bij verzoeken tot afgifte, inzage, afschrift of uittreksel van deze bescheiden.

Artikel 13

Voorzover het college niet anders heeft beslist, worden de bij de Algemene Rekenkamer ingekomen brieven en andere stukken, vergezeld van een onder toezicht van de secretaris vervaardigde agenda, zo spoedig mogelijk ter kennis van de leden in gewone dienst gebracht; zij worden vervolgens doorgezonden aan het dienstonderdeel of de ambtenaar met de behandeling belast.

Artikel 14

In overige aangelegenheden de Algemene Rekenkamer betreffende, waarin bij dit reglement niet is voorzien, beslist het college.

Artikel 15

Het reglement van orde, vastgesteld door de Algemene Rekenkamer bij Besluit van 26 augustus 1997, afdoening 17 september 1997, nr. 952 R (Stcrt. 1997, nr. 190) vervalt met ingang van de inwerkingtreding van dit reglement.

Dit reglement treedt in werking op

15 maart 2004.

's-Gravenhage, 15 maart 2004.
Saskia J. Stuiveling, president.
W.M. de Brauw, secretaris.

Naar boven