Mandaatregeling Algemene Rekenkamer

3 Mandaat directeur stafdirectie

3.1 Mandaatbesluit directeur stafdirectie Beleid & Communicatie

De secretaris van de Algemene Rekenkamer,

Overwegende dat een nadere omschrijving van de bevoegdheden van de directeuren van de stafdirecties wenselijk wordt geacht;

Overwegende dat de secretaris een aantal van zijn bevoegdheden betreffende de interne bedrijfsvoering en het management van de stafdirectie Beleid & Communicatie wenst te mandateren aan de directeur van de stafdirectie Beleid & Communicatie;

Gelet op artikel 2 van de Instructies voor de secretaris vastgesteld bij Besluit van 20 april 2004;

Besluit:

Artikel 1

De directeur geeft leiding aan de onder hem ressorterende stafdirectie Beleid & Communicatie.

Artikel 2

De directeur wordt gemandateerd ten aanzien van de uitvoeringsaspecten van alle door de stafdirectie Beleid & Communicatie te verrichten werkzaamheden.

Artikel 3

1 De directeur is binnen de stafdirectie Beleid & Communicatie bevoegd tot selectie en voordracht van interne en externe kandidaten voor alle door de secretaris of de directeur Bedrijfsvoering opengestelde vacatures, met uitzondering van de functie van hoofd van een afdeling.

2 Hij kan kandidaten voordragen voor aanstelling in vaste of tijdelijke dienst binnen de stafdirectie Beleid & Communicatie.

3 Hij kan de in de stafdirectie Beleid & Communicatie benoemde medewerkers voordragen voor schorsing en ontslag.

4 Hij is bevoegd te besluiten in overige personeelsaangelegenheden aangaande de onder hem ressorterende medewerkers.

Artikel 4

De directeur is bevoegd om namens de Algemene Rekenkamer verplichtingen aan te gaan en uitgaven te doen ten laste van de kredieten die aan de kostensoorten binnen de kostenplaatsen aan zijn stafdirectie zijn toegekend.

Artikel 5

De directeur oefent de in de artikelen 1 tot en met 4 aan hem gemandateerde bevoegdheden uit in overeenstemming met het door het college of de secretaris vastgestelde beleid.

Artikel 6

De directeur legt periodiek verantwoording af over de aan hem gemandateerde taken en verstrekt de secretaris of de directeur Bedrijfsvoering regelmatig inlichtingen over de lopende zaken en werkzaamheden.

Artikel 7

De directeur kan de hem overeenkomstig de artikelen 1 tot en met 4 opgedragen bevoegdheden bij schriftelijk, door het college en de secretaris goed te keuren besluit, geheel of gedeeltelijk mandateren aan onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2004. Het Ondermandaatbesluit directeur stafdirectie Beleid & Communicatie, vastgesteld bij Besluit van 25 mei 1999, nr. 486, vervalt met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 9

Een afschrift van dit besluit zal worden gezonden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 10

Dit besluit kan worden aangehaald als `Mandaatbesluit directeur stafdirectie Beleid & Communicatie'.

Aldus vastgesteld op 20 april 2004.
W.M. de Brauw, secretaris.
Goedgekeurd in de vergadering van de Algemene Rekenkamer van 20 april 2004.
Saskia J. Stuiveling, president.
W.M. de Brauw, secretaris.

Naar boven