Benoemingsregeling Adviescommissie Coördinatie ICT Rampenbestrijding

18 mei 2004

EVIP2004/57354

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad d.d. 12 maart 2004;

Gelet op artikel 6, derde lid, van de Kaderwet adviescolleges en de artikelen 2, 3, 5, 6 en 7 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges;

Gelet op de Instellingsregeling Adviescommissie Coördinatie ICT rampenbestrijding;

Besluit:

Artikel 1

Tot voorzitter van de Adviescommissie Coördinatie ICT Rampenbestrijding (ACIR) wordt benoemd: de heer L.M.L.H.A Hermans.

Artikel 2

Als leden van de Adviescommissie Coördinatie ICT Rampenbestrijding worden benoemd:

a) de heer B.J. Staal;

b) mevrouw P.C. Krikke;

c) de heer W.P.M. Urlings;

d) de heer C. te Boekhorst;

e) de heer J. Rooijmans;

f) de heer F.P. Goudswaard;

g) de heer P. van der Velpen.

Artikel 3

Als secretaris van de Adviescommissie Coördinatie ICT Rampenbestrijding wordt benoemd: de heer W.H. de Bruin.

Artikel 4

1) De voorzitter van de Adviescommissie Coördinatie ICT Rampenbestrijding ontvangt een vaste vergoeding in afwijking van het gestelde in artikel 3 en 5 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges.

2) De leden van de ACIR hebben conform artikel 3 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges recht op een vergoeding van € 235 per vergadering.

Artikel 5

De voorzitter en de leden van de ACIR hebben recht op vergoeding van reiskosten overeenkomstig het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland.

Artikel 6

De werkzaamheden van de voorzitter, de leden en de secretaris van de ACIR eindigen op het moment dat de ACIR wordt opgeheven, tenzij de minister anders beslist.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Benoemingsregeling Adviescommissie Coördinatie ICT Rampenbestrijding.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 mei 2004.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,J.W. Remkes.

Toelichting

Algemeen

In deze regeling wordt conform artikel 6 derde lid van de Kaderwet Adviescolleges afgeweken van de daarin genoemde artikelen 11 en 13. Dit houdt in dat de leden van de ACIR niet per koninklijk besluit worden benoemd maar door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Deze regeling is aanvullend op de Instellingsregeling Adviescommissie Coördinatie ICT Rampenbestrijding en de Toelichting daarop. Voor meer achtergrondinformatie en de aanleiding tot het oprichten van de Adviescommissie Coördinatie ICT Rampenbestrijding kan worden verwezen naar deze regeling en de toelichting daarop.

De minister van Binnenlandse Zaken acht het noodzakelijk om op landelijk niveau meer eenheid en afstemming te bereiken op het gebied van de ontwikkeling en toepassing van ICT binnen de rampenbestrijding. Daarom en omdat informatie- en communicatietechnologie een zodanig specialistisch onderwerp is, heeft de minister van Binnenlandse Zaken ervoor gekozen voor dit onderwerp een aparte commissie op te richten, die in tijdsbestek van één jaar een advies gaat opstellen voor het ICT-beleid ten aanzien van de rampenbestrijding.

Artikel 1

In verband met de complexiteit van de problematiek en de soms divergerende belangen is bewust gekozen voor een onafhankelijke voorzitter, die geen openbare functie bekleedt.

Artikel 2

De leden van de ACIR zijn afkomstig uit de verschillende, bij de rampenbestrijding betrokken (hulpverlenings)organisaties. Zij zijn op persoonlijke titel gevraagd en daardoor in staat om op een onafhankelijke wijze in de ACIR te kunnen opereren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes.

Naar boven