Verkeersbesluit bakboordwal varen op Afgesloten IJ
Verkeersbesluit bakboordwal varen op het Afgesloten IJ te Amsterdam
voor het type Amsterdamse rondvaartboot
3 maart 2003
Besluit nr. CNB/07
Het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied,
Gelet op het bepaalde in het Binnenvaartpolitiereglement, artikel 5.01
lid 1,2,3, alsmede 6.12;
Gelet op het besluit Mandaat bevoegde autoriteit Binnenvaartpolitiereglement
Amsterdam Noordzeekanaalgebied van 25 juni 1997 (besluitnummer CNB/DIR/97/2;
Staatscourant nr. 124, 3 juli 1997);
Overwegende dat:
• het vaarwater in het Afgesloten IJ te Amsterdam, gelegen tussen
de pontfuiken Buiksloterweg en Meeuwenlaan, 15 meter in noordelijke richting
wordt verlegd, waardoor het niet meer veilig wordt geacht de kleine schepen
komende vanuit de voorhaven van het Noord-Hollandskanaal onder de noordwal
naar de Sixhaven te laten varen;
• in verband met bouwwerkzaamheden in het Open Havenfront, ten behoeve
van de `westelijke voetgangersroute', de doorvaart wordt gestremd, met gevolg
dat rondvaartboten niet meer via het Open Havenfront in zowel westelijke als
oostelijke richting kunnen varen.
Besluit
onder intrekking van besluit nr. 920461 ABJZ van 13 april 1993,
Verplichte vaarrichting op het Afgesloten IJ voor rondvaartboten en kleine
schepen;
1. toestemming te verlenen bakboord zijde van het vaarwater aan te houden
op het Afgesloten IJ te Amsterdam voor schepen van het type Amsterdamse rondvaartboot;
2. de onder 1 genoemde toestemming geldt voor de volgende vaargebieden:
a. Entrepothaven naar de Ertshaven;
b. IJ haven naar het Oosterdok;
c. Westertoegang naar het Westerdok.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Amsterdam, 3 maart 2003.
Het dagelijks bestuur van het Centraal
Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied,
namens deze,
C. Oudendijk, havenmeester.
Mededeling
Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan tegen dit besluit schriftelijk
een bezwaarschrift worden ingediend bij het dagelijks bestuur Centraal nautisch
Beheer Noordzeekanaalgebied, postbus 19406, 1000 GK Amsterdam.
Het bezwaar moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop het
besluit is bekend gemaakt (verzonden of uitgereikt). Het bezwaar moet worden
ondertekend en dient ten minste te bevatten:
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;
- de gronden van het bezwaar.
Het indienen van het bezwaar heeft geen schorsende werking. In geval van
onverwijlde spoed kunt u een verzoek tot een voorlopige voorziening indienen
bij de president van de Arrondissementsrechtbank, Sector Bestuursrecht, Postbus
75850, 1070 AW te Amsterdam. Een dergelijk verzoek dient vergezeld te gaan
van het bezwaarschrift.