Het College voor Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde, in vergadering
bijeen op 19 september 2002;
Overwegende dat het CHVG tot taak heeft het aanwijzen van deelgebieden
der geneeskunde als medisch specialisme en het met het oog hierop behandelen
van verzoeken van wetenschappelijke specialisten verenigingen;
Gelet op het verzoek van de Nederlandse Vereniging voor Tropische Geneeskunde
(NVTG) d.d. 27 oktober 1998;
de adviezen van het Federatiebestuur van de KNMG, de Landelijke Huisartsen
Vereniging (LHV) en de Landelijke Vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD);
het `Toetsingskader ten behoeve van het aanwijzen respectievelijk opheffen
van specialismen';
het advies van de Adviescommissie ex artikel 37 Regeling (ACO) d.d. 8
januari 2001;
het advies van de Werkgroep Erkenning Tropengeneeskunde II zoals besproken
in de CHVG-vergadering d.d. 15 november 2001;
het advies van de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie (HVRC);
artikel 12 lid 1.b. van de Regeling inzake de opleiding en registratie
van specialisten van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering
der Geneeskunst;
Heeft besloten:
de tropengeneeskunde niet aan te wijzen als zelfstandig specialisme als
bedoeld in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en daarmee
het hier op gerichte verzoek van de NVTG af te wijzen.
Toelichting
De tropengeneeskunde is een medisch vakgebied, dat zich bij uitstek richt
op het verlenen van patiëntenzorg in ontwikkelingslanden. Deze zorg wordt
verleend door (basis)artsen met een specifieke aanvulling in kennis en vaardigheden.
In Nederland bestaat voor een zodanig opgeleide arts geen taak. Alleen al
deze reden verhindert het aanwijzen van de tropengeneeskunde als zelfstandig
specialisme op basis van de (Nederlandse) Wet BIG. Daarnaast wordt ook aan
een ander belangrijk criterium, het bestaan van een eigen wetenschapsdomein,
niet voldaan: weliswaar is er sprake van relevant onderzoek voor de toepassing
van geneeskunde in de tropen, maar het enige gemeenschappelijke en karakteristieke
van dit onderzoek is, dat het iets met de tropen te maken heeft; het onderzoek
betreft zeer diverse terreinen, wordt verricht vanuit verschillende disciplines
en bestaat in feite uit een gevarieerde toepassing van onderzoek op vraagstukken
en problemen in de tropen in brede zin. Ook de training van de tropenarts
is toegespitst op het werken in de tropen: het gaat hier om een gerichte aanvulling
van de basisopleiding tot arts met elementen uit bestaande medische specialismen,
om daarmee voorbereid te zijn op het tijdelijk functioneren als `medical officer'
in de tropen. Herregistratie is voor een dergelijke tijdelijke situatie niet
mogelijk, omdat het oorspronkelijke vak niet meer wordt uitgeoefend.
Op grond van deze uitkomsten heeft het College besloten het vakgebied
van de tropengeneeskunde niet aan te wijzen als zelfstandig specialisme.