Regeling inzet studenten aviaire influenza 2003

2 maart 2003

nr. TRCJZ/2003/2003e

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 12 van het Besluit paraveterinairen;

Besluit:

Artikel 1

Tot het onderzoeken ter onderkenning van ziekte, het afnemen van bloed en het bedwelmen van pluimvee zijn toegelaten zij, die:

a. deze handelingen verrichten onder directe leiding en controle van een dierenarts;

b. het doctoraal examen diergeneeskunde met goed gevolg hebben afgelegd, en

c. in het bezit zijn van een verklaring van de adjunct-directeur van het Agentschap Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees waarin wordt vermeld wordt dat zij zijn aangesteld om de genoemde handelingen te verrichten.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde toelating is geldig tot 1 juni 2003 of zoveel eerder als deze regeling wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inzet studenten aviaire influenza 2003.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de datum van dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,overeenkomstig het door de Minister genomen besluit,
de directeur-generaal,
R.M. Bergkamp.

Toelichting

De onderhavige regeling geeft de mogelijkheid studenten in de diergeneeskunde, die aan de drie gestelde voorwaarden voldoen, in te zetten bij de opsporing en verdere werkzaamheden met betrekking tot aviaire influenza. Het onderzoeken van dieren, het afnemen van bloed en bedwelmen van dieren zijn diergeneeskundige handelingen die in normale omstandigheden zijn voorbehouden aan daartoe gekwalificeerde personen. Thans moeten grote aantallen dieren worden onderzocht, zo nodig moeten ook de overige handelingen bij grote aantallen dieren verricht worden. Het doden van dieren wordt niet aangemerkt als een geneeskundige handeling en behoeft derhalve niet opgenomen te worden in deze regeling. De studenten worden als extra hulpkrachten ingezet.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

overeenkomstig het door de Minister genomen besluit,

de directeur-generaal,

R.M. Bergkamp.

Naar boven