De Minister van Economische Zaken,
Procesverloop:
- Wintershall Noordzee B.V. (Wintershall), Dyas B.V. (Dyas), Dyas Holland
B.V. (Dyas Holland, voorheen Holland Sea Search B.V.) Petro-Canada Netherlands
B.V. (Petro-Canada) en GDF Participation Nederland B.V. (GDF) zijn de houders
van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 10 maart
1982, nr. 382/III/192/EMK (Stcrt. 1982, 54), verleende winningsvergunning,
voor blok P6 van het continentaal plat;
- GDF heeft te kennen gegeven haar belangen in deze vergunning over te
willen dragen aan Wintershall;
- De vergunninghouders hebben bij brief van 11 november 2003 verzocht
om toestemming op grond van artikel 20 van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, 542)
voor overdracht van bovenbedoelde vergunning aan Wintershall, Dyas, Dyas Holland
en Petro-Canada;
Overwegingen:
- De winningsvergunning wordt op grond van artikel 143, tweede lid onder
c, van de Mijnbouwwet beschouwd als een winningsvergunning als bedoeld in
artikel 6 van de Mijnbouwwet;
- Voor het gebied waarvoor de winningsvergunning geldt, geldt niet ook
een door een ander gehouden opslagvergunning voor opslag in aardgas- of aardolievoorkomens;
- Noch de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouders,
noch de wijze waarop zij voornemens zijn met de vergunning activiteiten te
verrichten, noch hun efficiëntie en verantwoordelijkheidszin bij opsporings-
en winningsactiviteiten geven aanleiding de gevraagde toestemming te weigeren;
Gelet op artikel 20 van de Mijnbouwwet en artikel 1.3.7, derde lid, van
de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2002, 245);
Besluit:
1. De houders van de winningsvergunning voor blok P6, verleend bij beschikking
van de Minister van Economische Zaken van 10 maart 1982, nr. 382/III/192/EMK
(Stcrt. 1982, 54), toestemming te verlenen tot overdracht van deze vergunning
aan Wintershall, Dyas, Dyas Holland en Petro-Canada.
2. Wintershall is de aangewezen persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde
lid, van de Mijnbouwwet.
3. Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop
de beschikking is bekendgemaakt.
Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager.
Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit
is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd
bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving
en Juridische Zaken (ALP: L/1410), Postbus 20101, 2500 EC 's-Gravenhage.