Luchtverkeersleiding Nederland doet ingevolge artikel 64, eerste lid,
Luchtverkeersreglement, mededeling van het volgende besluit, genomen in overeenstemming
met de Minister van Defensie en de Minister van Verkeer en Waterstaat:
VFR-vliegen beneden de minimum VFR-vlieghoogte, buiten
aaneengesloten bebouwing alsmede boven aaneengesloten bebouwing
Aan de gezagvoerders van de vliegtuigen van het type Cessna 150, 172,
Tecnam en Partenavia, dan wel gelijkwaardig vervangende luchtvaartuigen, in
gebruik bij Special Air Services B.V., wordt vanaf 1 januari 2004 tot en met
31 december 2004, t.b.v.:
1. de opsporing van milieudelicten;
2. de opsporing en lokalisering van branden alsmede de begeleiding van
de brandweer naar de brand, in schriftelijke opdracht van de Commandant van
het betrokken brandweerkorps;
3. het verzamelen van gegevens welke kunnen dienen als bewijsmateriaal
betreffende eventuele, tijdens de onder 1. en 2. vermelde activiteiten, geconstateerde
delicten;
4. het maken van foto-, film- en video-opnamen,
van de Cessna 150, 172 en Tecnam, vrijstelling verleend om VFR-vluchten
uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte, elders dan bovengebieden
met aaneengesloten bebouwing en van de Partenavia, vrijstelling verleend om
VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte, boven gebieden
met aaneengesloten bebouwing, t.b.v. de opsporing van milieudelicten en het
vergaren van bewijsmateriaal tijdens deze vluchten.
(PRO/LO/19541; bezwaartermijn loopt tot 6 februari 2004)
Desgewenst kan een afschrift van bovenstaand besluit worden aangevraagd
bij: Luchtverkeersleiding Nederland, Postbus 75200, 1117 ZT Luchthaven Schiphol.