Wijziging Kanalisatieregeling diergeneesmiddelen en -gemedicineerde voeders

12 december 2003

Nr. TRCJZ/2003/10677

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 30, tweede lid, onderdeel f, van de Diergeneesmiddelenwet;

Besluit:

Artikel I

Aan artikel 5, tweede lid, van de Kanalisatieregeling diergeneesmiddelen en -gemedicineerde voeders wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, het volgende onderdeel toegevoegd:

f. diergeneesmiddelen die behoren tot de groep prostaglandinen.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 10 januari 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Op grond van artikel 30 van de Diergeneesmiddelenwet mogen diergeneesmiddelen uitsluitend worden afgeleverd aan daartoe aangewezen groepen. Slechts bepaalde aangewezen diergeneesmiddelen mogen ingevolge artikel, 30, tweede lid, onderdeel f, van die wet aan dierverloskundigen worden afgeleverd. Een en ander is nader geregeld in artikel 5 van de Kanalisatieregeling diergeneesmiddelen en -gemedicineerde voeders. Op grond van de Regeling ingevolge de artikelen 5 en 6 van de WUD 1990 mogen diergeneesmiddelen die mogen worden afgeleverd aan dierverloskundigen, tevens door hen worden toegepast bij diersoorten. Dit alleen voor zover hun bevoegdheid dit toelaat.

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van artikel 5 van de Kanalisatieregeling diergeneesmiddelen en -gemedicineerde voeders. Het is nu is toegestaan diergeneesmiddelen die behoren tot de groep prostaglandinen af te leveren aan dierverloskundigen.

Aanleiding voor deze wijziging is het vonnis van rechtbank te ’s-Gravenhage van 27 augustus 2003 in de zaak de Nederlandse Vereniging van Dierverloskundigen, Dierenartsassistenten en Castreurs (rolnummer 01-3840) tegen de Staat der Nederlanden. Deze zaak is eind 2001 aangespannen door deze vereniging tegen de Staat wegens onrechtmatige daad, in verband met het naar oordeel van die vereniging beperkt aantal toegestane diergeneesmiddelen.

In het vonnis acht de rechtbank de weigering om het voor dierverloskundigen toegestane pakket diergeneesmiddelen uit te bereiden met middelen die horen tot de groep prostaglandinen onrechtmatig. De rechtbank heeft daarom in haar vonnis de Staat opgedragen die diergeneesmiddelen op te nemen in de Kanalisatieregeling diergeneesmiddelen en -gemedicineerde voeders. Dit vonnis is bij voorraad uitvoerbaar verklaard. Benadrukt wordt dat de Staat het niet eens is met het vonnis en hoger beroep daartegen heeft ingesteld. Het toestaan van afleveren van diergeneesmiddelen die behoren tot de groep prostaglandinen is in die zin van tijdelijke aard, totdat in hoger beroep is beslist.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Naar boven