Wijziging Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 11 december 2003, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/URP/2003/90062, tot wijziging van bedragen genoemd in de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 per 1 januari 2004

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 56 en 59 van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen;

Besluit:

Artikel I

De Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 254,–’ vervangen door: € 262,– .

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 2538,– voor een uitgebreid rapport en € 1.500,– voor een verkort rapport’ vervangen door: € 2.604,– voor een uitgebreid rapport en € 1.540,– voor een verkort rapport.

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 922,–’ vervangen door: € 946,–.

4. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 1530,–’ vervangen door: € 1.570,–.

5. In het derde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 3060,–’ vervangen door: € 3.140,–.

6. In het vierde lid wordt ‘€ 1038,–’ vervangen door: € 1.065,–.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 december 2003.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte.

Toelichting

In de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 zijn in artikel 5 de bedragen vastgesteld voor de rijksvergoeding aan de gemeenten van specifieke en noodzakelijke onderzoeks- en begeleidingskosten in verband met de uitvoering van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004).

De bedragen worden jaarlijks herzien voor zover de ontwikkeling van de lonen van werknemers in de overheidssector (wat betreft het eerste lid) en in de particuliere bedrijven (wat betreft het tweede tot en met vierde lid), alsmede een wijziging van de bij de berekening in aanmerking te nemen werkgeverspremies daartoe aanleiding geeft. Op basis van de ontwikkeling van de relevante indexcijfers over de periode oktober 2002 tot en met oktober 2003 en rekening houdend met de doorwerking van de werkgeverspremies is het bedrag genoemd in artikel 5, eerste lid met 2,96% en zijn de bedragen in artikel 5, tweede tot en met vierde lid, met 2,61% verhoogd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Naar boven