Wijziging Besluit organisatie VWA

11 december 2003

Nr. TRCJZ/2003/9880

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Besluit:

Artikel I

Het Besluit organisatie VWA1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. minister van VWS: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

c. VWA: de Voedsel en Waren Autoriteit;

d. DG-VWA: de directeur-generaal van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit die de leiding heeft van de VWA;

e. KvW: de Keuringsdienst van Waren;

f. RVV: de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees;

g. waren: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Warenwet.

B

In artikel 4, onderdeel d, wordt ‘de minister of de minister van LNV’ vervangen door: de minister of de minister van VWS.

C

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 6

a. In het eerste lid, vierde lid, onderdeel c, en vijfde lid wordt ‘de minister en de minister van LNV’, onderscheidenlijk ‘de minister of de minister van LNV’, telkens vervangen door: de minister en de minister van VWS, onderscheidenlijk de minister of de minister van VWS.

b. In het vierde lid worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. in onderdeel a wordt ‘de minister’ vervangen door: de minister van VWS.

2. in onderdeel b wordt ‘de minister van LNV’ vervangen door: de minister.

D

In artikel 7, eerste en tweede lid, wordt ‘de minister van LNV’ telkens vervangen door: de minister.

E

Na artikel 7 wordt het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 7a

1. Met de uitoefening van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, bedoeld in artikel 36 van de Gezondheidswet, worden belast de door de minister van VWS aan te wijzen ambtenaren van de VWA.

2. De overeenkomstig het eerste lid aangewezen ambtenaren zijn gehouden opdrachten van de minister van VWS uit te voeren. Artikel 7, tweede lid, is met betrekking tot de eerste volzin van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van ‘de minister van LNV’ wordt gelezen: de minister van VWS.

F

In artikel 9 wordt ‘de minister en de minister van LNV’ vervangen door: de minister en de minister van VWS.

G

Artikel 10 vervalt.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 27 mei 2003.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

In het Besluit organisatie VWA van 8 juli 2002 van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn de taken, werkwijze en organisatie van de Voedsel en Waren Autoriteit (hierna: VWA) geregeld.

Bij koninklijk besluit van 2 juni 2003 op grond van artikel 44 van de Grondwet is besloten de zorg voor het beheer van de VWA over te dragen aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Als gevolg van dit besluit is de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit met ingang van 27 mei 2003 eerstverantwoordelijke voor de VWA.

In verband hiermee is het wenselijk het Besluit organisatie VWA op een aantal onderdelen te wijzigen, met name om geen onduidelijkheid te laten bestaan over de onderlinge taak- en bevoegdheidsverdeling tussen de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de VWA enerzijds en die tussen de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de VWA anderzijds.

Daarbij wordt overigens niet beoogd om inhoudelijke wijzigingen aan te brengen in de bestaande organisatie, taken en werkwijze van de VWA.

De belangrijkste wijziging vloeit voort uit het koninklijk besluit van 2 juni 2003: vanaf 27 mei ressorteert de VWA als organisatie niet langer onder de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, maar onder de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Zoals ook in de nota van toelichting bij het koninklijk besluit van 2 juni 2003 is aangegeven, wordt de regelgeving met betrekking tot de VWA dienovereenkomstig aangepast.

Dit vormt de reden voor wijziging van artikel 2 van het Besluit organisatie VWA. Deze zogenoemde ‘eigenaarsrelatie’ zal verder worden uitgewerkt in een convenant tussen de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de VWA.

In verband met genoemde overgang en de daaruit voortvloeiende wijziging van de eigenaarsrol is voorts een aantal andere artikelen aangepast, teneinde de primaire verantwoordelijkheid van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor de VWA-organisatie in het besluit tot uitdrukking te brengen.

De overgang van de beheersmatige bevoegdheid voor de VWA doet op geen enkele wijze afbreuk aan de bestuurlijke bevoegdheden waarover de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op grond van wet- en regelgeving beschikken. Wel is het gegeven de overgang van de beheersmatige verantwoordelijkheid voor de VWA wenselijk om daar waar sprake is van verschillende beleidsmatige verantwoordelijkheden, deze zo duidelijk mogelijk in het organisatiebesluit tot uitdrukking te laten komen en daar waar nodig nadere afspraken te maken.

Zo vormt de VWA op grond van het Besluit Staatstoezicht op de volksgezondheid een onderdeel van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, dat als zodanig op grond van de Gezondheidswet onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport valt.

De DG VWA fungeert hierbij tevens als hoofdinspecteur als bedoeld in artikel 38 van de Gezondheidswet.

Om recht te kunnen doen aan genoemde verantwoordelijkheid van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt met het nieuwe artikel 7a een bepaling in het besluit opgenomen, die ertoe strekt te verzekeren dat deze minister ook daadwerkelijk kan beschikken over ambtenaren van de VWA ter verrichting van taken in het kader van het Staatstoezicht op de volksgezondheid. Daartoe kan hij ambtenaren van de VWA met bedoelde taken belasten.

En voor zover in dit kader ambtenaren van de VWA zijn aangewezen, beschikt de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de bevoegdheid om aan de desbetreffende ambtenaren opdrachten te geven. Op grond van artikel 38 van de Gezondheidswet beschikt de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weliswaar al over een aanwijzingsbevoegdheid ten opzichte van de DG VWA, maar het is wenselijk dat hij zo nodig ook opdrachten kan geven aan andere ambtenaren van de VWA die taken vervullen in het kader van het Staatstoezicht op de volksgezondheid.

De onderhavige wijziging wordt tot slot aangegrepen om een uitgewerkte bepaling te schrappen. Het betreft artikel 10 van het besluit, welk artikel een inmiddels niet meer relevante overgangsbepaling bevatte voor de overgang van het personeel van de Keuringsdienst van Waren.

Het onderhavige besluit werkt terug tot en met 27 mei 2003, de datum waarop de overgang van de beheersverantwoordelijkheid voor de VWA heeft plaatsgevonden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 2002, 127.

Naar boven