Regeling vaststelling perioden dierlijke EG-premies 2004

12 december 2003

Nr. TRCJZ/2003/10561

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 6, achtste lid, van Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van de Europese Unie van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen (PbEG L 355);

Gelet op artikel 2, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 2550/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 december 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van de Europese Unie houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2419/2001 (PbEG L 341);

Gelet op artikel 17, tweede lid, en artikel 30, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 oktober 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van de Europese Unie houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot premieregelingen (PbEG L 281);

Gelet op de artikelen 2.4, 3.4 en 3.8 van de Regeling dierlijke EG-premies;

Besluit:

Artikel 1

1. De periode voor het indienen van een aanvraag voor een premie, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor ooien voor het jaar 2004 is het tijdvak van 5 januari 2004 tot en met 9 februari 2004.

2. De periode voor het aanvragen van specifieke premierechten voor ooien, bedoeld in artikel 3.4 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor het jaar 2004 is het tijdvak van 5 januari 2004 tot en met 5 maart 2004.

3. De periode voor het melden van overgedragen premierechten voor ooien, bedoeld in artikel 3.8 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor het jaar 2004 is het tijdvak van 2 augustus 2004 tot en met 27 augustus 2004.

4. De perioden voor het indienen van een aanvraag voor een premie, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor stieren en ossen voor het jaar 2004 zijn:

a. het tijdvak van 2 februari 2004 tot en met 1 maart 2004,

b. het tijdvak van 29 april 2004 tot en met 27 mei 2004,

c. het tijdvak van 2 augustus 2004 tot en met 30 augustus 2004, en

d. het tijdvak van 15 oktober 2004 tot en met 11 november 2004.

5. De periode voor het indienen van een aanvraag voor een premie, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor zoogkoeien voor het jaar 2004 is het tijdvak van 1 juni 2004 tot en met 30 juni 2004.

6. De periode voor het melden van overgedragen premierechten voor zoogkoeien, bedoeld in artikel 3.8 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor het jaar 2004 is het tijdvak van 3 mei 2004 tot en met 14 mei 2004.

7. De periode voor het aanvragen van specifieke premierechten voor zoogkoeien, bedoeld in artikel 3.4. van de Regeling dierlijke EG-premies, voor het jaar 2004 is het tijdvak van 3 mei 2004 tot en met 25 juli 2004.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling perioden dierlijke EG-premies 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 december 2003.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Perioden voor het indienen van een aanvraag voor EG-premies ooien, stieren, ossen en zoogkoeien

In het kader van de Regeling dierlijke EG-premies kunnen producenten voor het aanhouden van ooien, stieren, ossen en zoogkoeien in aanmerking komen voor een premie. In artikel 1 van de onderhavige regeling is de aanvraagperiode voor de premie voor het aanhouden van ooien (eerste lid), stieren, ossen (vierde lid) en zoogkoeien (vijfde lid) vastgesteld voor het jaar 2004. Indien een aanvraag na de laatste dag van het desbetreffende tijdvak wordt ingediend leidt dit tot een verlaging van het steunbedrag met 1% per werkdag. Indien een aanvraag meer dan 25 kalenderdagen na de laatste dag van het desbetreffende tijdvak wordt ingediend wordt de aanvraag afgewezen.

Periode voor het indienen van een aanvraag voor specifieke premierechten voor ooien of zoogkoeien

In artikel 3.2 en artikel 3.3 van de Regeling dierlijke EG-premies is aangegeven wanneer producenten in aanmerking komen voor de toekenning van specifieke premierechten voor ooien of zoogkoeien. Op grond van artikel 3.4 van de Regeling dierlijke EG-premies moeten producenten daartoe een aanvraag indienen. In artikel 1 van de onderhavige regeling is bepaald wanneer in 2004 een aanvraag voor specifieke premierechten voor ooien (tweede lid) en zoogkoeien (zevende lid) kan worden ingediend.

Periode voor het melden van overgedragen premierechten voor ooien of zoogkoeien

Op grond van artikel 3.8 van de Regeling dierlijke EG-premies kan de verkrijger van premierechten slechts aanspraak maken op overgedragen premierechten indien zowel de vervreemder als de verkrijger het Agentschap LASER van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de overdracht in kennis hebben gesteld. In artikel 1 van de onderhavige regeling is bepaald in welke periode de melding van de overdracht in 2004 voor premierechten voor ooien (derde lid) en zoogkoeien (zesde lid) kan plaatsvinden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Naar boven