Suikerverwerkende Industrie

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen;

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 17 DECEMBER 2003 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE SUIKERVERWERKENDE INDUSTRIE

AI Nr. 10042

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van de Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie mede namens de overige partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij(en) te ener zijde: Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie, Baronie de Heer B.V., Droste B.V., Ahold Coffee Company B.V., Cacao- en Chocoladefabriek Union B.V., Koraal Holding B.V. en haar dochterondernemingen met uitzondering van Dutch Cocoa B.V;

Partij(en) te anderer zijde: FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond en De Unie.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Suikerverwerkende industrie 20031 wordt met inachtneming van dicta II en III als volgt gewijzigd:

Artikel 46 wordt ingevoegd en komt te luiden:

Artikel 46 Sociaal fonds

  • 1. De werkgever is verplicht een bijdrage af te dragen aan de „Stichting Sociaal Fonds voor de Suikerverwerkende Industrie", waarvan de hoogte wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in de Statuten en het Uitvoeringsreglement van voormelde Stichting.

  • 2.

    • a. De werkgever is over de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003 een bijdrage verschuldigd ter hoogte van 0,225% over de loonsom Sociale Verzekeringen van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003. Deze bijdrage zal worden geheven door een door partijen aan te wijzen organisatie, te weten PVF Nederland NV.

    • b. De werkgever is in 2003 over de loonsom Sociale Verzekeringen van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2002 en van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003 een additionele bijdrage verschuldigd aan het fonds. Deze bijdrage is bestemd voor de financiering van het af te sluiten Arboconvenant met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de terreinen van werkdruk, RSI en verzuimbegeleiding en vroegtijdige reïntegratie in het eerste ziektejaar. De additionele bijdrage bedraagt 0,1% over de loonsom Sociale Verzekeringen van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2002 en 0,1% over de loonsom Sociale Verzekeringen van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003. Deze bijdrage zal worden geheven door een door partijen aan te wijzen organisatie, te weten PVF Nederland NV.

  • 3. De stichting heeft ten doel het financieren en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen tussen werkgevers en werknemers in de Suikerverwerkende industrie.

  • Deze activiteiten bestaan binnen het doel van de Stichting uit het bevorderen van:

    • a. het geven van voorlichting en informatie aan alle werkgevers en werknemers in de Suikerverwerkende industrie over de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de collectieve arbeidsovereenkomsten voor de suikerverwerkende industrie en/of andere wettelijke voorschriften die op het terrein van de arbeidsvoorwaarden liggen;

    • b. een eenduidige uitleg en toepassing van de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de suikerverwerkende industrie en het voorkomen van geschillen over de uitleg en toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de suikerverwerkende industrie;

    • c. het coördineren, voorbereiden en ondersteunen van het georganiseerde overleg – met uitzondering van het overleg inzake collectieve arbeidsovereenkomsten – tussen sociale partners ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de suikerverwerkende industrie;

    • d. het uitvoeren van werkzaamheden verbonden aan het bestuurlijke, financiële en administratieve beheer van de stichting;

    • e. het verzorgen van algemene informatie en publiciteit aan werknemers, werkgevers en direct belanghebbenden aangaande de vraag en het aanbod van arbeid, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de opleidingsmogelijkheden in de suikerverwerkende industrie;

    • f. de uitgifte van brochures, periodieken en kennisdragers exclusief boekjes inzake collectieve arbeidsovereenkomsten – ten behoeve van alle werknemers en werkgevers in de suikerverwerkende industrie in het belang van de arbeidsverhoudingen in de suikerverwerkende industrie;

    • g. de inzet van adviseurs voor activiteiten in het kader van voorlichting en informatie op het gebied van scholing, vorming, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsmarktbeleid gericht op ondernemingen in de suikerverwerkende industrie;

    • h. het stimuleren en subsidiëren van ontwikkelingen in bedrijven in de suikerverwerkende industrie op het terrein van arbeidsmarkt, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaarheid;

    • i het stimuleren en subsidiëren van ontwikkelingen gericht op het bevorderen van de medezeggenschap, personeelsvergaderingen, personeelsvertegenwoordigingen en ondernemingsraden op ondernemingsniveau als vormen van overleg tussen werknemers en werkgevers in de suikerverwerkende industrie;

    • j. het subsidiëren van de kosten van verlof van werknemers voor het bijwonen van congressen en vakgroepbestuursvergaderingen van hun vakorganisaties;

    • k. het verrichten en subsidiëren van het opleidingsplan, vooropleidingstraject en werkervaringsplaatsen, alsmede de opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaarheid;

    • l. het verrichten en subsidiëren van opleidingen ten behoeve van werkgevers in de suikerverwerkende industrie in het kader van de verbetering van de arbeidsverhoudingen;

    • m. het stimuleren en subsidiëren van het Arboconvenant, voor zover verband houdend met arbeid alsmede van andere projecten of activiteiten, gericht op de verbetering van de arbeidsomstandigheden binnen de suikerverwerkende industrie of op de totstandkoming of verbetering van bedrijfsbeleid op dit terrein;

    • n. het vergroten van de participatie op de arbeidsmarkt, onder meer via het stimuleren van een betere aansluiting van de suikerverwerkende industrie op de arbeidsmarkt;

    • o. het stimuleren en subsidiëren van de reïntegratie van arbeidsongeschikte- of met werkloosheid bedreigde werknemers in de suikerverwerkende industrie, dit laatste onder meer via de Subsidieregeling Vacaturevervulling door Werklozen of met Werkloosheid bedreigde werknemers;

    • p. het stimuleren en subsidiëren van projecten of onderzoeksactiviteiten op het gebied van opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaarheid, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en de arbeidsmarkt gericht op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de suikerverwerkende industrie.

  • 4. De Statuten en het Uitvoeringsreglement van de Stichting Sociaal Fonds voor de Suikerverwerkende Industrie zijn opgenomen in bijlage V van deze CAO en worden geacht van deze overeenkomst deel uit te maken.

Bijlage V wordt toegevoegd en komt te luiden:

BIJLAGE V STICHTING SOCIAAL FONDS VOOR DE SUIKERVERWERKENDE INDUSTRIE

A STATUTEN VAN DE STICHTING SOCIAAL FONDS VOOR DE SUIKERVERWERKENDE INDUSTRIE

Artikel 1 Naam en zetel

De stichting draagt de naam „Stichting Sociaal Fonds voor de Suikerverwerkende Industrie" en is gevestigd te 's-Gravenhage.

Artikel 2 Doel

  • 1. De stichting stelt zich ten doel het financieren en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de suikerverwerkende industrie in de meest ruime zin.

  • 2. Deze activiteiten bestaan binnen het doel van de stichting uit het bevorderen en financieren van:

    • a. het geven van voorlichting en informatie aan alle werkgevers en werknemers in de suikerverwerkende industrie over de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de collectieve arbeidsovereenkomsten voor de suikerverwerkende industrie en/of andere wettelijke voorschriften die op het terrein van de arbeidsvoorwaarden liggen;

    • b. een eenduidige uitleg en toepassing van de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de suikerverwerkende industrie en het voorkomen van geschillen over de uitleg en toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de suikerverwerkende industrie;

    • c. het coördineren, voorbereiden en ondersteunen van het georganiseerde overleg – met uitzondering van het overleg inzake collectieve arbeidsovereenkomsten – tussen sociale partners ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de suikerverwerkende industrie;

    • d. het uitvoeren van werkzaamheden verbonden aan het bestuurlijke, financiële en administratieve beheer van de stichting;

    • e. het verzorgen van algemene informatie en publiciteit aan werknemers, werkgevers en direct belanghebbenden aangaande de vraag en het aanbod van arbeid, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de opleidingsmogelijkheden in de suikerverwerkende industrie;

    • f. de uitgifte van brochures, periodieken en kennisdragers exclusief boekjes inzake collectieve arbeidsovereenkomsten – ten behoeve van alle werknemers en werkgevers in de suikerverwerkende industrie in het belang van de arbeidsverhoudingen in de suikerverwerkende industrie;

    • g. de inzet van adviseurs voor activiteiten in het kader van voorlichting en informatie op het gebied van scholing, vorming, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsmarktbeleid gericht op ondernemingen in de suikerverwerkende industrie;

    • h. het stimuleren en subsidiëren van ontwikkelingen in bedrijven in de suikerverwerkende industrie op het terrein van arbeidsmarkt, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaarheid;

    • i. het stimuleren en subsidiëren van ontwikkelingen gericht op het bevorderen van de medezeggenschap, personeelsvergaderingen, personeelsvertegenwoordigingen en ondernemingsraden op ondernemingsniveau als vormen van overleg tussen werknemers en werkgevers in de suikerverwerkende industrie;

    • j. het subsidiëren van de kosten van verlof van werknemers voor het bijwonen van congressen en vakgroepbestuursvergaderingen van hun vakorganisaties;

    • k. het verrichten en subsidiëren van het opleidingsplan, vooropleidingstraject en werkervaringsplaatsen, alsmede de opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaarheid;

    • l. het verrichten en subsidiëren van opleidingen ten behoeve van werkgevers in de suikerverwerkende industrie in het kader van de verbetering van de arbeidsverhoudingen;

    • m. het stimuleren en subsidiëren van het Arboconvenant, voor zover verband houdend met arbeid alsmede van andere projecten of activiteiten, gericht op de verbetering van de arbeidsomstandigheden binnen de suikerverwerkende industrie of op de totstandkoming of verbetering van bedrijfsbeleid op dit terrein;

    • n. het vergroten van de participatie op de arbeidsmarkt, onder meer via het stimuleren van een betere aansluiting van de suikerverwerkende industrie op de arbeidsmarkt;

    • o. het stimuleren en subsidiëren van de reïntegratie van arbeidsongeschikte- of met werkloosheid bedreigde werknemers in de suikerverwerkende industrie, dit laatste onder meer via de Subsidieregeling Vacaturevervulling door Werklozen of met Werkloosheid bedreigde werknemers;

    • p. het stimuleren en subsidiëren van projecten of onderzoeksactiviteiten op het gebied van opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaarheid, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en de arbeidsmarkt gericht op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de suikerverwerkende industrie.

Artikel 3 Bestuur

  • 1. Het bestuur is belast met het bestuur van de stichting.

  • 2. Het bestuur bestaat uit acht leden. Indien het bestuur uit minder dan acht leden bestaat, behoudt het niettemin zijn bevoegdheid om rechtsgeldig bestuursbesluiten te nemen.

  • 3. Voor ieder lid wordt een plaatsvervanger benoemd, die het desbetreffende bestuurslid vervangt ingeval van belet of ontstentenis. Het feit dat sprake is van belet of ontstentenis zal worden vastgesteld door ten minste twee bestuursleden, die daaromtrent een verklaring afleggen. Alle bepalingen die betrekking hebben op bestuursleden zijn op plaatsvervangende bestuursleden van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Benoeming van de leden van het bestuur

  • 1. De leden van het bestuur en voor ieder van hen een vaste plaatsvervanger worden, met inachtneming van het in lid 2 bepaalde, benoemd door de organisaties van werknemers en werkgevers in de suikerverwerkende industrie, te weten:

    • twee leden en twee plaatsvervangende leden door de FNV Bondgenoten te Amsterdam (werknemerssector);

    • één lid en één plaatsvervangend lid door de CNV BedrijvenBond te Houten (werknemerssector);

    • één lid en één plaatsvervangend lid door De Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening te Houten (werknemerssector);

    • vier leden en vier plaatsvervangende leden door de Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie, hierna ook te noemen: „VBZ", te 's-Gravenhage (werkgeverssector).

  • 2. Slechts personen die in dienst zijn van VBZ dan wel van een lid van VBZ kunnen worden benoemd door VBZ. Slechts personen die in dienst zijn van FNV Bondgenoten, CNV BedrijvenBond dan wel De Unie, allen voormeld, kunnen worden benoemd door de werknemerssector.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De leden en plaatsvervangende leden van het bestuur worden benoemd voor een periode van twee jaar, met dien verstande dat deze termijn wordt verlengd met de periode waarin leden en plaatsvervangende leden van het bestuur nog niet door een nieuw bestuurslid respectievelijk plaatsvervangend bestuurslid zijn opgevolgd.

  • 2. Aftredende leden en plaatsvervangende leden zijn terstond herkiesbaar.

  • 3. In tussentijdse vacatures wordt, met inachtneming van het in artikel 4 bepaalde, zo spoedig mogelijk voorzien. De nieuwgekozen leden en/of plaatsvervangende leden treden af op het tijdstip waarop het lid of het plaatsvervangend lid dat zij vervangen, zou zijn afgetreden.

  • 4. Het bestuurslidmaatschap eindigt voor bestuursleden, die benoemd zijn door de werkgeverssector, zodra zij ophouden in dienst te zijn van VBZ dan wel van een lid van VBZ. Het bestuurslidmaatschap eindigt voor bestuursleden, die benoemd zijn door de werknemerssector, zodra zij ophouden in dienst te zijn van FNV Bondgenoten, CNV BedrijvenBond dan wel De Unie.

Artikel 6 Voorzitter

Telkenjare wijst het bestuur uit zijn midden een voorzitter en vice-voorzitter aan, met dien verstande dat, indien het voorzitterschap wordt vervuld door één van de leden uit de werkgeverssector, het vice-voorzitterschap wordt bekleed door één van de leden uit de werknemerssector en omgekeerd.

Het voorzitterschap en vice-voorzitterschap zal jaarlijks wisselen.

Artikel 7 Vertegenwoordiging

  • 1. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur dan wel door de voorzitter en de vice-voorzitter tezamen.

  • 2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van alle overeenkomsten, gene uitgezonderd; de in artikel 291 lid 2 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voorkomende mogelijke bevoegdheidsbeperkingen op dit punt gelden derhalve niet.

Artikel 8 Stemming

  • 1. De besluitvorming geschiedt bij meerderheid van stemmen, in vergaderingen waar tenminste de helft plus één van de zittende bestuursleden respectievelijk hun plaatsvervangende bestuursleden aanwezig is.

  • Een voorstel wordt geacht te zijn aangenomen, indien tenminste de helft plus één van de aanwezige bestuursleden of hun plaatsvervangende bestuursleden voor stemt.

  • Bij staking der stemmen wordt een voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 2. Een schriftelijk met eenparigheid van stemmen van alle bestuursleden respectievelijk hun plaatsvervangers, genomen besluit staat gelijk aan een in een vergadering genomen besluit.

Artikel 9 Secretariaat

Het bestuur wordt in de uitvoering van zijn taak bijgestaan door een secretariaat.

Artikel 10 Vermogen

Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:

  • a. bijdragen van werkgevers in de suikerverwerkende industrie zoals worden bedoeld in artikel 46 van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de suikerverwerkende industrie;

  • b. gekweekte renten;

  • c. subsidies;

  • d. eventuele andere baten.

Artikel 11 Beleggingen

  • 1. Het bestuur is belast met het beheer van het vermogen van de stichting.

  • De gelden van de stichting worden door het bestuur op solide wijze belegd.

  • 2. Het bestuur kan de administratie van de stichting onder zijn verantwoordelijkheid uitbesteden aan een administratie-orgaan.

Artikel 12 Begroting

  • 1. Het bestuur stelt jaarlijks een begroting op, die is ingericht en gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 2 vermelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten. Deze begroting wordt ter goedkeuring aan de partijen bij de Collectieve arbeidsovereenkomst voor de suikerverwerkende industrie aangeboden. De begroting is na de goedkeuring van voormelde partijen beschikbaar voor bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers.

  • 2. Degene die een verzoek doet tot het ter beschikking stellen van gelden van de stichting dient bij het bestuur een begroting in te dienen, welke is gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 2 vermelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten.

Artikel 13 Boekjaar en jaarstukken

  • 1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar stelt het bestuur een door een externe registeraccountant gecontroleerde balans en staat van baten en lasten en verslag over de financiële toestand van de stichting vast.

  • 3. Het bestuur legt in het verslag rekenschap af van het gevoerde beleid. Het verslag dient een getrouw beeld te geven van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de stichting en van de ontwikkeling daarvan gedurende het boekjaar en is gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 2 vermelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten. Uit het verslag en de bijbehorende accountantsverklaring moet blijken dat de uitgaven conform de activiteiten en bestedingsdoelen van artikel 2 zijn gedaan.

  • 4. Degene(n) aan wie krachtens een besluit van het bestuur gelden van de stichting ter beschikking worden gesteld, dienen aan het bestuur een door een registeraccountant of accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring te overleggen over de wijze, waarop de gelden zijn besteed, welke verklaring ten minste moet zijn gespecificeerd volgens de in artikel 2 omschreven bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten en een geïntegreerd onderdeel moet uitmaken van het voormelde verslag.

  • 5. Het verslag en de bijbehorende accountantsverklaring liggen ten kantore van het secretariaat en op één of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen ter inzage van de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers. Voorts ligt het verslag en de bijbehorende accountantsverklaring voor een ieder ter inzage bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • 6. Het verslag en de bijbehorende accountantsverklaring worden op aanvraag aan de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers toegezonden, tegen betaling van de daaraan verbonden kosten.

  • 7. Het verslag en de bijbehorende accountantsverklaring worden uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, waarop het verslag betrekking heeft, in drievoud toegezonden aan het Centraal Kantoor van de Arbeidsinspectie.

Artikel 14 Reglementen

  • 1. Het bestuur is bevoegd reglementen vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat dan wel ter nadere uitwerking van deze statuten.

  • 2. De reglementen mogen niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.

  • 3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd de reglementen te wijzigen of op te heffen.

  • 4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van de reglementen is het bepaalde in artikel 16 lid 1 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 Tijdsduur

De stichting is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 16 Statutenwijziging

  • 1. Het bestuur is bevoegd door een eenstemmig besluit in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat, deze statuten te wijzigen met dien verstande dat een zodanige wijziging niet het doel of karakter van de stichting mag aantasten.

  • Wijziging van de statuten kan slechts plaatsvinden na verkregen goedkeuring van de partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de suikerverwerkende industrie.

  • 2. Tegelijkertijd met de oproeping tot een vergadering tot wijziging van de statuten moet een afschrift van het voorstel, waarin de voorgestelde wijzigingen van de statuten woordelijk zijn opgenomen, aan de bestuursleden worden toegezonden.

  • 3. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.

  • 4. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het openbaar register gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken.

Artikel 17 Ontbinding en vereffening

  • 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 16 lid 1, eerste zin, van overeenkomstige toepassing.

  • 2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.

  • 3. De vereffening geschiedt door de bestuurders. Zij dragen er zorg voor dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register bedoeld in artikel 16 lid 4.

  • 4. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.

  • 5. Het bestuur geeft een bestemming aan een eventueel batig saldo van de stichting. Bedoelde bestemming zal zoveel mogelijk in het verlengde liggen van het doel van de ontbonden stichting.

  • 6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet voorgeschreven termijn berusten onder de jongste vereffenaar, tenzij het bestuur een andere bewaarder heeft benoemd.

Artikel 18 Slotbepaling

In alle gevallen, waarin zowel de wet, deze statuten als de reglementen niet voorzien, beslist het bestuur.

B UITVOERINGSREGLEMENT

Het bestuur van de Stichting Sociaal Fonds voor de Suikerverwerkende industrie gevestigd te 's Gravenhage heeft op grond van artikel 14 van de Statuten van de Stichting Sociaal Fonds voor de Suikerverwerkende industrie het volgende uitvoeringsreglement vastgesteld.

Artikel 1 Definities

  • 1. Dit Uitvoeringsreglement is van toepassing op de in lid 2 genoemde (gedeelten van) ondernemingen.

  • In dit uitvoeringsreglement wordt verstaan onder:

  • 2. Onderneming:

    • a. iedere onderneming, die uitsluitend of in hoofdzaak:

      • 1. fabrieksmatig bloem en/of andere grondstoffen tot beschuit, toast, knäckebröd, biscuit, biscuitfiguren, koekjes, banket, koek en wafels, ongeacht de soort verwerkt;

      • 2. fabrieksmatig de producten onder 1 genoemd vervaardigt door een vorm van samenvoeging (assemblage) van delen van de onder 1 genoemde producten, al dan niet met toevoeging van vulling;

      • 3. met ingang van 31 december 2003: fabrieksmatig rijstkoeken en -wafels vervaardigt;

      • 4. fabrieksmatig producten vervaardigt, welke naar de aard der verwerkte grondstoffen en/of de wijze van verwerking van de grondstoffen vergelijkbaar zijn met de producten, vermeld onder 1, 2 en 3;

      • 5. de onder 1 tot en met 4 genoemde producten uitsluitend of in hoofdzaak verkoopt aan wederverkopers/bedrijfsmatige afnemers.

    • b. iedere onderneming, die uitsluitend of in hoofdzaak diensten verleent aan een onderneming of meerdere ondernemingen als bedoeld onder a en die tezamen een economische eenheid vormen. Onder diensten wordt verstaan: inpakhandelingen, (technisch) onderhoud, verkoop, administratie, management- en beheeractiviteiten, schoonmaakwerkzaamheden en distributie.

    • c. een onderneming wordt geacht zich in hoofdzaak met de onder a en b genoemde werkzaamheden bezig te houden indien het aantal werknemers dat bij deze werkzaamheden betrokken is, groter is dan het aantal werknemers betrokken bij eventuele andere activiteiten van de onderneming.

  • 3. Werkgever: de natuurlijke- of rechtspersoon die de onderneming – als bedoeld in lid 2 – drijft.

  • 4. Werknemer: de man of vrouw die met de werkgever een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 Burgerlijk Wetboek heeft gesloten.

  • 5. De Stichting: de Stichting Sociaal Fonds voor de Suikerverwerkende industrie, gevestigd te 's-Gravenhage.

  • 6. Het bestuur: het in artikel 3 van de statuten van de Stichting bedoelde bestuur.

  • 7. CAO: Collectieve arbeidsovereenkomst voor de Suikerverwerkende industrie.

Artikel 2 Hoogte van de bijdrage

  • 1. De hoogte van de bijdrage als bedoeld in artikel 46 van de CAO is gelijk aan een door het bestuur vast te stellen percentage van het loon als bedoeld in artikel 9 lid 1 van de Coordinatiewet Sociale Verzekeringen.

  • De werkgever is verplicht de bijdrage aan de Stichting te voldoen.

  • 2. De Stichting deelt het te betalen bedrag der bijdrage schriftelijk aan de werkgever mede. De bijdragen kunnen in voorschot worden gevorderd op basis van een geraamde som van de bruto loonsom. De werkgever is verplicht de verschuldigde bijdrage of het verschuldigde voorschot binnen 14 dagen na dagtekening van de desbetreffende nota van de Stichting te voldoen.

  • 3. Hetgeen terzake van voorschotbijdrage door de werkgever is betaald, wordt verrekend met de bijdrage die de werkgever over dat jaar verschuldigd zal zijn. Bij niet tijdige betaling van de voorschottermijn wordt het gehele resterende bedrag van de voorschotnota direct opeisbaar.

  • 4. De werkgever is verplicht aan de Stichting – op de door de Stichting vast te stellen wijze en tijdstippen – de gegevens te verstrekken welke naar het oordeel van de Stichting nodig zijn ter berekening van de verschuldigde bijdrage en het te vorderen voorschot. Indien de werkgever niet, niet tijdig of onvolledig de benodigde gegevens aan de Stichting verstrekt, is de Stichting bevoegd de hoogte van de bijdrage of het voorschot naar beste weten zelf vast te stellen. De kosten van het vergaren en verstrekken van de door de Stichting gewenste informatie komen voor de rekening van de werkgever.

  • 5. De werkgever die nalaat zijn financiële verplichtingen jegens de Stichting op een door het bestuur vastgesteld tijdstip te voldoen, zal voor elke ingaande maand verzuim wegens rentederving het wettelijk rentepercentage als bedoeld in artikel 119 jo 120 Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek van het niet tijdig betaalde bedrag aan de Stichting verschuldigd zijn, tenzij het bestuur daarvan geheel of gedeeltelijk ontheffing verleent.

  • 6. Boven en behalve de in het voorgaande lid bedoelde rentevergoeding is de werkgever in geval van nalatigheid verplicht op de eerste vordering aan de Stichting te betalen alle kosten, welke ter invordering van het verschuldigde zijn gemaakt. De buitengerechtelijke invorderingskosten worden gesteld op 15% van het verschuldigde bedrag, met een minimum van 50 Euro.

Artikel 3 Realisering doelstelling

De Stichting realiseert het in artikel 2 van de statuten genoemde doel door het geheel of gedeeltelijk financieren en subsidiëren van in artikel 46 van de CAO genoemde activiteiten onder door het bestuur te stellen voorwaarden en op de wijze zoals in dit reglement omschreven.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1. Structurele activiteiten van organisatorische aard ten behoeve van de administratieve ondersteuning en het financiële beheer van de Stichting worden op declaratiebasis vergoed.

  • 2. Aanvragen om een subsidie door werknemers, bedrijven of instellingen dienen schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend. Bij de aanvragen voor projectsubsidies dient een projectomschrijving, achtergrondinformatie, planning en een begroting betreffende de besteding van de aangevraagde gelden, onderverdeeld naar de in artikel 46 van de CAO genoemde bestedingsdoelen of activiteiten, te worden meegezonden, alsmede een realisatieplan.

  • 3. Ten behoeve van de in lid 2 genoemde subsidies, dient de gesubsidieerde instelling aan het bestuur van de Stichting een door een registeraccountant of accountants-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring te overleggen en zo verantwoording af te leggen omtrent de besteding van de ontvangen gelden, en wel

    • voor eenmalige subsidie: zo spoedig mogelijk, uiterlijk binnen vier maanden, na de besteding van de gelden;

    • voor periodieke subsidies: zo spoedig mogelijk, uiterlijk binnen vier maanden, na afsluiting van de periode waarop de subsidie betrekking heeft;

    • voor projectmatige subsidies: zo spoedig mogelijk, uiterlijk binnen vier maanden, na afsluiting van het project waarop de subsidie betrekking heeft;

  • Deze verklaring dient tenminste te zijn gespecificeerd volgens de in artikel 46 van de CAO genoemde bestedingsdoelen of activiteiten en de projectbegroting. Deze verklaring zal een geïntegreerd onderdeel uitmaken van de financiële jaarrekening van de Stichting.

  • 4. Het bestuur is bevoegd nadere voorschriften te geven waaraan de bij de subsidie-aanvraag mee te zenden begroting c.q. de schriftelijke verantwoording dient te voldoen.

  • 5. Op beslissingen van het bestuur omtrent de subsidie-aanvraag kan geen beroep worden ingesteld, onverlet de mogelijkheid een nieuwe aanvraag in te dienen.

    Dictum II Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

Dictum III

Dit besluit zal in een bijvoegsel bij de Staatscourant worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 17 december 2003

de wnd. Directeur Uitvoeringstaken, Juridische Zaken en Beleidsinformatie van de Arbeidsinspectie,

Mr. M. H. M. van der Goes.


XNoot
1

Stcrt. 2003, nr. 179

Naar boven