Onkostenvergoeding wethouders en raadsleden en vergoeding raadsleden en leden van gemeentelijke commissies

Aan: De gemeentebesturen Onderwerp: Onkostenvergoeding wethouders en raadsleden en vergoeding raadsleden en leden van gemeentelijke commissies Doelstelling: Informatie over beleid Juridische grondslag: Artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders en de artikelen 2 en 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden Relaties met andere circulaires: 20 november 2002, nr. BK02/96141 Ingangsdatum: 1 januari 2004 Geldig tot: nadere berichtgeving

4 december 2003

Nr. BK03/86673

DGKB/Kabinetszaken

1. Onkostenvergoeding wethouders

In artikel 25, derde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders is bepaald dat de onkostenvergoeding voor wethouders per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2003 is bepaald op 111.0 (basisjaar 2000 = 100). Voor 2002 was dat indexcijfer bepaald op 108.8.

Dit betekent dat de bedragen van onkostenvergoeding per 1 januari 2004 worden verhoogd met 2.0%.

Voor uw informatie meld ik u dat het indexcijfer is gebaseerd op gegevens van het CBS van medio november 2003. Het CBS hanteert thans het jaar 2000 als basisjaar (= 100).

Met ingang van 1 januari 2004 luiden de bedragen genoemd in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders als volgt:

Tabel I

stcrt-2003-244-p14-SC62902-1.gif

Met ingang van 1 januari 2004 luiden de bedragen genoemd in artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders als volgt:

Tabel II

stcrt-2003-244-p14-SC62902-2.gif

2. Vergoeding raadsleden

In artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor werkzaamheden voor raadsleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Het indexcijfer voor 2003 is bepaald op 112.9 (basisjaar 2000 = 100). Voor 2002 was dat indexcijfer bepaald op 109.5.

Dit betekent dat de bedragen van de vergoeding voor werkzaamheden per 1 januari 2004 worden verhoogd met 3.1%.

Voor uw informatie meld ik u dat het indexcijfer is gebaseerd op gegevens van het CBS van medio november 2003. Het CBS hanteert thans het jaar 2000 als basisjaar (= 100).

Het maximumbedrag per maand voor de vergoeding van werkzaamheden voor raadsleden genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2004:

Tabel I

stcrt-2003-244-p14-SC62902-3.gif

3. Onkostenvergoeding raadsleden

In artikel 2, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor raadsleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2003 is bepaald op 111.0 (basisjaar 2000 = 100). Voor 2002 was dat indexcijfer bepaald op 108.8.

Dit betekent dat de bedragen van onkostenvergoeding per 1 januari 2004 worden verhoogd met 2.0%.

Voor uw informatie meld ik u dat het indexcijfer is gebaseerd op gegevens van het CBS van medio november 2003. Het CBS hanteert thans het jaar 2000 als basisjaar (= 100).

Het maximumbedrag per maand voor de onkostenvergoeding voor raadsleden genoemd in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2004:

Tabel II

stcrt-2003-244-p14-SC62902-4.gif

Het maximumbedrag per maand voor de onkostenvergoeding voor raadsleden (bij fictieve dienstbetrekking) genoemd in artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2004:

Tabel III

stcrt-2003-244-p14-SC62902-5.gif

4. Vergoeding bijwonen vergaderingen commissieleden

In artikel 14, eerste lid, juncto artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Het indexcijfer voor 2003 is bepaald op 112.9 (basisjaar 2000 = 100). Voor 2002 was dat indexcijfer bepaald op 109.5.

Dit betekent dat de bedragen van de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per 1 januari 2004 worden verhoogd met 3.1%.

Voor uw informatie meld ik u dat het indexcijfer is gebaseerd op gegevens van het CBS van medio november 2003. Het CBS hanteert thans het jaar 2000 als basisjaar (= 100).

De maximumvergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van gemeentelijke commissies genoemd in het eerste lid van artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2004:

Tabel IV

stcrt-2003-244-p14-SC62902-6.gif

5. Bezoldiging burgemeesters en vergoeding wethouders

De bezoldiging van burgemeesters en de vergoeding van wethouders wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

De laatste algemene salarisverhoging daarvan was in mei 2003. Zodra er een volgende salarisverhoging is vastgesteld wordt u geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van de burgemeester en de vergoeding van de wethouders.

6. Informatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers, kunt u vinden op de internetsite van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: www.minbzk.nl, openbaar bestuur, politieke ambtsdragers.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor deze,
de directeur-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur,
L.A.M. van Halder.

Naar boven