Wijziging Regeling in- en uitvoer elektriciteit
Regeling van de Minister van Economische Zaken van 13 november 2003,
nr. WJZ 3052931, houdende wijziging van de Regeling van 25 november 1998,
houdende nadere regels ten aanzien van de invoer en uitvoer van elektriciteit
De Minister van Economische Zaken,
Gelet op richtlijn nr. 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad
van de Europese Unie van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels
voor de interne markt voor elektriciteit (PbEG 1997, L 27) en op de artikelen
44, tweede lid, en 45, eerste en vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998;
Besluit:
Artikel I
Artikel 4 van de regeling van 25 november 1998, houdende nadere regels
ten aanzien van de invoer en uitvoer van elektriciteit1 wordt als
volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt `Duitsland, Finland, Noorwegen, Oostenrijk,
het Verenigd Koninkrijk of Zweden' vervangen door: Duitsland, Denemarken,
Finland, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje, het Verenigd Koninkrijk of Zweden.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De onderdelen b en j vervallen;
b. In onderdeel c wordt `16 GWh' vervangen door: 7 GWh;
c. In onderdeel e wordt `4 GWh' vervangen door: 1 GWh;
d. In onderdeel g wordt `20 GWh' vervangen door: 9 GWh.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 13 november 2003.
De Minister van Economische Zaken,L.J. Brinkhorst.
1 Stcrt. 1998, 229; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële
regeling van 20 november 2001 (Stcrt. 2001, 228).
Toelichting
Overeenkomstig artikel 19 van richtlijn 96/92 inzake de gemeenschappelijke
regels voor de interne markt van elektriciteit, alsmede artikel 45, eerste
en vierde lid van de Elektriciteitswet 1998 is in 1998 de zgn. `reciprociteitsregeling'
tot stand gekomen. De reciprociteitsregeling houdt in dat een afnemer die
elektriciteit importeert of ten behoeve van wie elektriciteit wordt geïmporteerd
door een leverancier, een `in aanmerking komende afnemer' moet zijn in het
land van waaruit hij de elektriciteit wenst te importeren. Een `in aanmerking
komende afnemer' is iemand die door nationale wetgeving is geautoriseerd om
elektriciteit te importeren uit andere landen. Het hangt dus af van de nationale
wetgeving van iedere lidstaat of een buitenlandse afnemer of leverancier een
in aanmerking komende afnemer zou zijn in dat land en derhalve elektriciteit
uit dat land kan importeren.
In artikel 4 is per land aangegeven hoeveel een afnemer in dat land moet
verbruiken om in Nederland aangemerkt te kunnen worden als vrije afnemer.
Sinds de meest recente wijziging van deze regeling (in 2001) is een aantal
van deze landen gevorderd met de liberalisering van hun elektriciteitsmarkt.
De voorliggende wijziging strekt tot aanpassing van de regeling aan de huidige
situatie in de diverse landen. In de regeling wordt onderscheid gemaakt naar
de in het eerste lid genoemde geheel geliberaliseerde landen (Duitsland, Denemarken,
Finland, Spanje, Noorwegen, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk en Zweden)
en de in het tweede lid opgenomen landen waar het liberaliseringsproces in
verschillende mate van intensiteit gaande is (België, Frankrijk, Griekenland,
Ierland, Italië, Luxemburg, Portugal en Zwitserland).
De Minister van Economische Zaken,
L.J. Brinkhorst.