Wijziging van diverse AI-regelingen

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 juli 2003, nr. TRCJZ/2003/5556, Directie Juridische Zaken, houdende wijziging van een aantal regelingen met betrekking tot de bestrijding van Aviaire Influenza

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Beschikking 2003/428/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juni 2003 houdende vaststelling van aanvullende maatregelen die moeten worden getroffen voordat de beperkende maatregelen die met betrekking tot aviaire influenza van toepassing zijn op grond van Richtlijn 92/40/EEG van de Raad, worden ingetrokken (PbEG L 144);

Gelet op Richtlijn 92/40/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (PbEG L 167);

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op de artikelen 15, eerste lid, aanhef en onderdelen b en e, 17, 18, eerste en tweede lid, 29, 30, eerste en derde lid, 31, 77 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Gelet op artikel 4.9, eerste lid, Regeling keuring en handel dierlijke producten;

Besluit:

Artikel I

De artikelen 1 tot en met 13 van de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I worden vervangen door:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. AI: Aviaire Influenza;

b. AI-gevoelige dieren: gehouden dieren van een soort behorende tot de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de familie van de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families van de struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes (Rheidae) en voor consumptie gehouden duiven (Columbia livia);

c. lidstaat: land behorende tot de Europese Unie;

d. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers.

Artikel 2

1. Het vervoer van AI-gevoelige dieren, met uitzondering van eendagskuikens, naar een slachthuis is verboden, tenzij:

a. de kratten, kooien of andere speciale inrichtingen die worden gebruikt voor het vervoer van de dieren voor en direct na elk gebruik worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol als bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv;

b. de kratten, kooien of andere speciale inrichtingen, bedoeld in onderdeel a, indien de dieren afkomstig zijn uit een andere lidstaat dan Nederland, worden teruggezonden naar die lidstaat, nadat deze overeenkomstig onderdeel a zijn gereinigd en ontsmet.

2. Het vervoer van eendagskuikens is verboden, tenzij de eendagskuikens worden verpakt in wegwerpmateriaal dat na eenmalig gebruik wordt vernietigd.

Artikel 3

1. Het vervoer van consumptie-eieren vanaf een pluimveebedrijf naar een pakstation of soortgelijke instelling is verboden, tenzij de eieren worden vervoerd in:

a. wegwerpverpakkingen die na eenmalig gebruik worden vernietigd, of

b. bergingsmiddelen, trays en andere herbruikbare verpakkingsmiddelen, die voor en direct na elk gebruik worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol, als bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

2 Indien de consumptie-eieren afkomstig zijn uit een andere lidstaat dan Nederland, worden de bergingsmiddelen, trays en andere herbruikbare verpakkingsmiddelen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, teruggezonden naar die lidstaat, nadat deze overeenkomstig het eerste lid, onderdeel b, zijn gereinigd en ontsmet.

Artikel 4

Deze regeling laat de op grond van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003 geldende bepalingen onverlet.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I.

Artikel II

De Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 1 tot en met 13 worden vervangen door:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. AI: Aviaire Influenza;

b. AI-gevoelige dieren: gehouden dieren van een soort behorende tot de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de familie van de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families van de struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes (Rheidae) en voor consumptie gehouden duiven (Columbia livia);

c. bijlage I: bijlage I bij deze regeling;

d. gebied: gebied als aangewezen in bijlage I;

e. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

f. autosnelweg: weg als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel c, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, alsmede de langs de autosnelweg gelegen parkeerplaatsen, tankstations en bushalteplaatsen;

g. doorvoer: gebiedsoverschrijdende vervoersbeweging over autosnelwegen door een gebied rechtstreeks naar een bestemming gelegen buiten het gebied;

h. verklikkerdieren: AI-gevoelige dieren als bedoeld in Beschikking 2003/428/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juni 2003 houdende vaststelling van aanvullende maatregelen die moeten worden getroffen voordat de beperkende maatregelen die met betrekking tot aviaire influenza van toepassing zijn op grond van Richtlijn 92/40/EEG van de Raad, worden ingetrokken (PbEG L 144), die overeenkomstig de voorschriften van de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, in het kader van de bestrijding van AI bij besmette bedrijven worden geplaatst.

Artikel 2

Het is in een gebied verboden te handelen in strijd met de in bijlage I bij de onderscheiden aangewezen gebieden telkens van toepassing verklaarde artikelen of artikelonderdelen van deze regeling.

Artikel 3

Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder vervoermiddel, van:

a. AI-gevoelige dieren, en

b. broedeieren,

uit, naar of binnen het gebied, met uitzondering van doorvoer, is verboden.

Artikel 4

1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, is niet van toepassing op het vervoer met een vervoermiddel van AI-gevoelige dieren indien de dieren rechtstreeks worden vervoerd naar een slachthuis als bedoeld in bijlage II langs een route zoals beschreven in die bijlage, indien:

a. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv;

b. het vervoer en het vervoermiddel worden aangemeld overeenkomstig het protocol, bedoeld onder a;

c. de kratten, kooien of andere speciale inrichtingen die worden gebruikt voor het vervoer van de dieren, voor en direct na elk gebruik worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv;

d. op het slachthuis, bedoeld in de aanhef, worden uitsluitend AI-gevoelige dieren afkomstig uit het gebied geslacht, en

e. het vlees van de dieren wordt in afwijking van artikel 4.9, eerste lid, Regeling keuring en handel dierlijke producten, voorzien van een rond merk, zoals opgenomen in het protocol, bedoeld onder a, en wordt binnen Nederland afgezet.

2. Het verbod, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, is niet van toepassing op het rechtstreekse vervoer met een vervoermiddel van AI-gevoelige dieren, voor zover deze dieren niet afkomstig zijn uit een gebied, naar een slachthuis als bedoeld in bijlage III bij deze regeling, langs een route als beschreven in die bijlage, indien:

a. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol als bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv;

b. de kratten, kooien of andere speciale inrichtingen die worden gebruikt voor het vervoer van de dieren voor en direct na elk gebruik worden gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, als bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv, en

c. de kratten, kooien of andere speciale inrichtingen, bedoeld in onderdeel b, indien de dieren afkomstig zijn uit een andere lidstaat dan Nederland, worden teruggezonden naar die lidstaat, nadat deze overeenkomstig onderdeel b zijn gereinigd en ontsmet.

3. Het verbod, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, is niet van toepassing op het rechtstreekse vervoer met een vervoermiddel van AI-gevoelige dieren, met uitzondering van eendagskuikens, afkomstig van een bedrijf gelegen in het gebied naar een pluimveebedrijf, geregistreerd overeenkomstig de Verordening productie van en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992, dat gelegen is buiten het gebied indien:

a. een door een dierenarts ondertekende gezondheidsverklaring, opgemaakt binnen 12 uur voor vertrek, en opgesteld overeenkomstig het in bijlage IV opgenomen model, tijdens het vervoer op het transportmiddel aanwezig is en vervolgens op het bedrijf van bestemming tot nader order wordt bewaard;

b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig het door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurde protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv;

c. het vervoer en het vervoermiddel worden aangemeld overeenkomstig het protocol, bedoeld onder b;

d. de kratten, kooien of andere speciale inrichtingen die worden gebruikt voor het vervoer van de dieren, voor en direct na elk gebruik worden gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv;

e. de dieren, voor zover ze worden geslacht, overeenkomstig het eerste lid, onderdelen d en e, worden geslacht, en

f. de eigenaar, houder of hoeder van de dieren, de dieren op het bedrijf van bestemming tussen de tiende en de vijftiende dag na aankomst door een dierenarts laat onderzoeken op AI. Van elke inspectie door de dierenarts wordt een verklaring opgemaakt, welke verklaring op het desbetreffende bedrijf tot nader order wordt bewaard. De dierenarts meldt terstond eventuele symptomen van AI aan de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees.

4. In afwijking van artikel 3, onderdeel a, worden eendagskuikens onmiddellijk vervoerd van een broederij, gelegen binnen een gebied, naar een pluimveebedrijf, geregistreerd overeenkomstig de Verordening productie van en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992, dat is gelegen buiten een gebied.

5. Het vervoer, bedoeld in het vierde lid, voldoet aan de volgende eisen:

a. het vervoer vindt plaats overeenkomstig het door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurde protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv;

b. het vervoer en het vervoermiddel worden aangemeld overeenkomstig het protocol, bedoeld onder a, en

c. de eendagskuikens worden vervoerd in wegwerpverpakkingen die na eenmalig gebruik worden vernietigd.

6. De AI-gevoelige dieren, bedoeld in het derde lid, en de eendagskuikens, bedoeld in het vierde lid, worden niet buiten Nederland gebracht.

Artikel 5

1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, onderdeel b, is niet van toepassing ten aanzien van vervoer met een vervoermiddel van:

a. broedeieren afkomstig van een bedrijf gelegen in het gebied rechtstreeks naar een broederij, geregistreerd overeenkomstig de Verordening productie en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992, gelegen binnen of buiten het gebied, of

b. broedeieren afkomstig van een bedrijf gelegen buiten het gebied naar een broederij, geregistreerd overeenkomstig de Verordening productie en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992, gelegen binnen het gebied, indien is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

1°. de broedeieren worden gedesinfecteerd, vervoerd, verpakt, opgeslagen en ingelegd overeenkomstig het door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurde protocol, als bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv;

2°. de eieren worden vervoerd in wegwerpverpakkingen die na eenmalig gebruik worden vernietigd, of in bergingsmiddelen, trays en andere herbruikbare verpakkingsmiddelen, die voor en direct na elk gebruik worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol, als bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv, en

3°. in voorkomend geval de eendagskuikens uit het gebied worden vervoerd overeenkomstig artikel 4, vierde lid.

2. Het verbod, bedoeld in artikel 3, onderdeel b, is niet van toepassing ten aanzien van eieren bestemd voor industriële verwerking, met dien verstande dat indien de eieren worden vervoerd via een pakstation, het vervoer van de eieren naar het pakstation geschiedt overeenkomstig artikel 6.

3. De broedeieren, bedoeld in het eerste lid, en de eieren, bedoeld in het tweede lid, worden niet buiten Nederland gebracht.

Artikel 6

1. Het vervoer van consumptie-eieren vanaf een pluimveebedrijf naar een pakstation of soortgelijke instelling is verboden, tenzij de eieren worden vervoerd in:

a. wegwerpverpakkingen die na eenmalig gebruik worden vernietigd, of

b. bergingsmiddelen, trays en andere herbruikbare verpakkingsmiddelen, die voor en direct na elk gebruik worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol, als bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

2. Indien de consumptie-eieren afkomstig zijn uit een andere lidstaat dan Nederland, worden de bergingsmiddelen, trays en andere herbruikbare verpakkingsmiddelen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, teruggezonden naar die lidstaat, nadat deze overeenkomstig het eerste lid, onderdeel b, zijn gereinigd en ontsmet.

Artikel 7

1. Het is verboden te vervoeren, met uitzondering van doorvoer:

a. gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren, of

b. dierlijke mest afkomstig van een plaats waar AI-gevoelige dieren worden gehouden.

2. Onder het vervoer van gebruikt strooisel, mest van AI-gevoelige dieren en dierlijke mest, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan het aanwenden ervan.

3. Opslagen van mest van AI-gevoelige dieren worden op een zodanige wijze afgedekt dat dieren, waaronder mede wordt verstaan niet gehouden dieren, niet met de mest van AI-gevoelige dieren in aanraking kunnen komen.

4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op het vervoer van monsters naar een laboratorium in het gebied, ten behoeve van analyse, mits het monster niet afkomstig is uit een gebied.

5. Het verbod, bedoeld in het eerste lid in samenhang met het tweede lid, is niet van toepassing op het vervoer van dierlijke mest, niet zijnde mest van AI-gevoelige dieren of dierlijke mest gemengd met mest van AI-gevoelige dieren, mits het vervoer plaatsvindt binnen een gebied als bedoeld in bijlage I en het voertuig wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol, als bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

6. Het verbod, bedoeld in het eerste lid in samenhang met het tweede lid, is niet van toepassing op het vervoer van dierlijke mest, niet zijnde mest van AI-gevoelige dieren of dierlijke mest gemengd met mest van AI-gevoelige dieren, mits het vervoer plaatsvindt van of naar een gebied als bedoeld in bijlage I en het voertuig wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol, als bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

7. Het verbod, bedoeld in het eerste lid in samenhang met het tweede lid, is niet van toepassing op het vervoer van mest van AI-gevoelige dieren of dierlijke mest gemengd met mest van AI-gevoelige dieren, mits het vervoer plaatsvindt naar of binnen een gebied als bedoeld in bijlage I.

Artikel 8

1. Het is verboden vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd voor het vervoer van:

a. AI-gevoelige dieren;

b. broedeieren, en

c. gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren,

te vervoeren uit, naar of binnen het gebied, met uitzondering van doorvoer.

2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:

a. in geval van vervoer, bedoeld in de artikelen 4, 5 en 7, vierde en zevende lid, het vervoermiddel en de speciale inrichtingen daarvan worden gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv, of

b. ingeval van ander vervoer dan bedoeld in onderdeel a, het vervoermiddel en de speciale inrichtingen daarvan worden gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv, en het vervoermiddel vervolgens telkens voordat het een plaats verlaat waar AI-gevoelige dieren aanwezig zijn, wordt gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

Artikel 9

Op het vervoer van consumptie-eieren, rauwe melk, eenhoevigen, evenhoevigen en diervoeder van of naar een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, is artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10

Ingeval van vervoer van AI-gevoelige dieren, broedeieren, gebruikt strooisel en mest afkomstig van AI-gevoelige dieren, eenhoevigen, evenhoevigen, consumptie-eieren, rauwe melk en diervoeder voor zover deze producten van of naar een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, worden vervoerd, is de vervoerder verplicht een inzichtelijke registratie bij te houden en tot nader order op diens bedrijf te bewaren, waarin in elk geval de volgende gegevens worden opgenomen:

- naam, adres en woonplaats van de laad- en losplaatsen;

- de vervoerde producten;

- in voorkomend geval, de vervoerde soorten AI-gevoelige dieren;

- de gereden route, en

- datum en tijdstip van laden en lossen.

Artikel 11

Deze regeling laat de op grond van artikel 25 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren geldende beperkingen onverlet.

Artikel 12

1. Artikel 11 is niet van toepassing op het rechtstreeks vervoer van één- en evenhoevigen naar het slachthuis of naar een stal, onderscheidenlijk een gedeelte van een stal, van een bedrijf waar geen AI-gevoelige dieren aanwezig zijn, of naar een bij het bedrijf behorend weiland en vice versa, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, als bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv, mits het vervoer binnen het gebied plaatsvindt en deze één- en evenhoevigen afkomstig zijn van een bedrijf waarvan:

a. de AI-gevoelige dieren, niet zijnde verklikkerdieren, ingevolge artikel 22, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn gedood en vervolgens van het bedrijf zijn afgevoerd, en

b. de gebouwen na de afvoer, bedoeld onder a, ten genoegen van de directeur Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, zijn gereinigd en ontsmet.

2. Artikel 11 is niet van toepassing op het rechtstreeks vervoer van melk naar een melkfabriek, overeenkomstig de artikelen 9 en 10, mits deze melk afkomstig is van een bedrijf waarvan:

a. de AI-gevoelige dieren, niet zijnde verklikkerdieren, ingevolge artikel 22, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn gedood en vervolgens van het bedrijf zijn afgevoerd, en

b. de gebouwen na de afvoer, bedoeld onder a, ten genoegen van de directeur Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, zijn ontsmet.

3. Artikel 11 is niet van toepassing op het rechtstreeks vervoer van diervoeder naar een bedrijf waar AI-gevoelige dieren aanwezig zijn, overeenkomstig de artikelen 9 en 10, mits dit vervoer plaatsvindt naar een bedrijf waarvan:

a. de AI-gevoelige dieren, niet zijnde verklikkerdieren, ingevolge artikel 22, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn gedood en vervolgens van het bedrijf zijn afgevoerd, en

b. de gebouwen na de afvoer, bedoeld onder a, ten genoegen van de directeur Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, zijn ontsmet.

4. Het eerste lid is niet van toepassing op het vervoer van varkens van een bedrijf waarbij de uitslag van de serologische test op aviaire influenza bij varkens positief is gebleken danwel deze tests nog in uitvoering zijn.

5. Artikel 11 is niet van toepassing op het vervoer en de aanwending van dierlijke mest, niet zijnde mest van AI-gevoelige dieren, overeenkomstig artikel 7, van een bedrijf, indien:

a. de AI-gevoelige dieren, niet zijnde verklikkerdieren, ingevolge artikel 22, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn gedood en vervolgens van het bedrijf zijn afgevoerd; en

b. de gebouwen na de afvoer, bedoeld onder a, ten genoegen van de directeur Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, zijn ontsmet.

6. Artikel 11 is niet van toepassing op het vervoer van diervoeders van een bedrijf, indien

a. de AI- gevoelige dieren, niet zijnde verklikkerdieren, ingevolge artikel 22, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn gedood en vervolgens van het bedrijf zijn afgevoerd;

b. de gebouwen na de afvoer, bedoeld onder a, ten genoegen van de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees zijn gereinigd en ontsmet;

c. ten minste 30 dagen zijn verstreken na de doding van de AI-gevoelige dieren, bedoeld in onderdeel a, en

d. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, als bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

7. Artikel 11 is niet van toepassing op het vervoer van niet AI-gevoelige dieren van of naar een bedrijf dat op grond van artikel 22, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren verdacht en besmet is verklaard, mits op dit bedrijf:

a. de AI-gevoelige dieren, niet zijnde verklikkerdieren, ingevolge artikel 22, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn gedood en vervolgens van het bedrijf zijn afgevoerd;

b. de voor de doding van de AI-gevoelige dieren, bedoeld in onderdeel a, op het bedrijf aanwezige mest op de door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees voorgeschreven wijze is afgevoerd, en

c. de gebouwen na de afvoer, bedoeld onder a en b, ten genoegen van de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees zijn gereinigd en ontsmet.

8. Artikel 11 is niet van toepassing op het vervoer van niet AI-gevoelige dieren van of naar een bedrijf dat op grond van artikel 22, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren verdacht, maar niet besmet, is verklaard, mits op dit bedrijf:

a. de AI-gevoelige dieren ingevolge artikel 22, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn gedood en vervolgens van het bedrijf zijn afgevoerd, en

b. de gebouwen na de afvoer, bedoeld onder a, ten genoegen van de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees zijn gereinigd en ontsmet.

Artikel 13

Artikel 11, alsmede de verboden, bedoeld in de artikelen 3, onderdeel a, en 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, zijn niet van toepassing op het vervoer van verklikkerdieren naar een bedrijf dat op grond van artikel 22 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren verdacht en besmet is verklaard, mits:

a. op dit bedrijf de AI-gevoelige dieren, niet zijnde verklikkerdieren, ingevolge artikel 22, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn gedood en vervolgens van het bedrijf zijn afgevoerd;

b. de voor de doding van de AI-gevoelige dieren bedoeld in onderdeel a, op het bedrijf aanwezige mest op de door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees voorgeschreven wijze is afgevoerd;

c. de gebouwen na de afvoer, bedoeld onder a en b, ten genoegen van de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees zijn gereinigd en ontsmet, en

d. de plaatsing van de verklikkerdieren geschiedt overeenkomstig de voorschriften van de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees.

Artikel 14

Deze regeling berust mede op de artikelen 15, eerste lid, aanhef en onderdelen b en e, en 18, eerste en tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

Artikel 15

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003.

B

Bijlage I tot en met XI worden vervangen door de in de bijlage bij deze regeling opgenomen bijlagen I tot en met IV.

Artikel III

De artikelen 1 tot en met 5 van de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003 worden vervangen door:

Artikel 1

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. AI: Aviaire Influenza;

b. AI-gevoelige dieren: gehouden dieren van een soort behorende tot de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de familie van de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families van de struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes (Rheidae) en voor consumptie gehouden duiven (Columbia livia);

c. compartiment: een van de compartimenten als bedoeld in bijlage I bij deze regeling;

d. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

e. vervoereenheid: voertuig dat, dan wel een aanhangwagen of oplegger, die deel uitmaakt van een combinatie als bedoeld in onderdeel d;

f. lidstaat: land behorende tot de Europese Unie;

g. derde land: land niet behorende tot de Europese Unie.

2. Onder vervoereenheid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, wordt verstaan:

a. vervoereenheden waarvoor op grond van artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 een kentekenbewijs, dan wel een registratiebewijs is afgegeven, en

b. vervoereenheden waarvan in het land van herkomst, indien dat niet Nederland is, een gelijkwaardig kentekenbewijs of registratiebewijs is afgegeven.

Artikel 2

1. Onverminderd de bepalingen van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I, is het verboden een vervoereenheid of container te vervoeren ten behoeve van het vervoer van AI-gevoelige dieren, broedeieren of gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren, in compartiment A, B, G of H, van of naar een bedrijf waar AI-gevoelige dieren worden gehouden, indien:

a. een vervoereenheid of container niet is voorzien van een overeenkomstig deze regeling rechtmatig afgegeven en aangebracht, voor het betreffende compartiment geldend, kenteken als bedoeld in bijlage II respectievelijk bijlage III;

b. een vervoereenheid of container is voorzien van een ander niet voor het betreffende compartiment geldend kenteken als bedoeld in bijlage II respectievelijk bijlage III.

2. Het is verboden:

a. een vervoereenheid of container waarvoor een voor compartiment A of B geldend kenteken is afgegeven, te vervoeren uit compartiment A of B, ongeacht de bestemming of elders dan in compartiment A of B aanwezig te hebben;

b. een vervoereenheid of container waarvoor een voor compartiment G geldend kenteken is afgegeven, te vervoeren uit compartiment G, ongeacht de bestemming of elders aanwezig te hebben;

c. een vervoereenheid of container waarvoor een voor compartiment H geldend kenteken is afgegeven, te vervoeren uit compartiment H, ongeacht de bestemming of elders aanwezig te hebben.

3. Het tweede lid is niet van toepassing, indien is voldaan aan artikel 3, vijfde lid. Na afloop van de in artikel 3, vijfde lid, onderdeel b, bedoelde periode is het toegestaan de in het derde lid bedoelde vervoereenheden of containers uit het betreffende compartiment te vervoeren of van een ander kenteken te voorzien overeenkomstig de procedure, bedoeld in artikel 3.

4. Het is verboden een vervoereenheid of container te vervoeren van een compartiment naar een lidstaat of derde land of van een lidstaat of derde land naar een compartiment, indien een vervoereenheid of container is voorzien van een kenteken als bedoeld in bijlage II of bijlage III.

5. De verboden, bedoeld in het tweede lid, zijn niet van toepassing op:

a. het vervoer van AI-gevoelige dieren, overeenkomstig artikel 4, eerste lid, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, mits de vervoereenheden direct na het vervoer terugkeren naar het compartiment van herkomst;

b. het vervoer van AI-gevoelige dieren, overeenkomstig artikel 4, derde lid, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, mits de vervoereenheden direct na het vervoer terugkeren naar het compartiment van herkomst;

c. het vervoer van broedeieren overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, mits de vervoereenheden direct na het vervoer terugkeren naar het compartiment van herkomst, of

d. het vervoer van verklikkerdieren, overeenkomstig artikel 13 van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003.

Artikel 3

1. Een kenteken als bedoeld in artikel 2 wordt afgegeven door het agentschap LASER bij de keuringsstations van de RDW Centrum voor voertuigtechniek en informatie op aanvraag van de belanghebbende en na legitimatie van de bestuurder door middel van het rijbewijs en, voor zover het betreft een vervoereenheid, na overlegging van het kentekenbewijs of registratiebewijs van de betreffende vervoereenheid, met dien verstande dat per vervoereenheid of per container ten hoogste één kenteken per aanvraag wordt afgegeven.

2. Indien de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend voor een vervoereenheid of container waarvoor reeds eerder een kenteken is afgegeven, kan aan belanghebbende een ander kenteken door het agentschap LASER bij de keuringsstations van de RDW Centrum voor voertuigtechniek en informatie worden afgegeven, mits voldaan is aan de voorwaarden, bedoeld in het vijfde lid, en het eerder afgegeven kenteken wordt overlegd.

3. Een kenteken bestaat uit een set van vier stickers. De stickers worden onmiddellijk na afgifte geplakt aan de voorzijde, achterzijde en aan weerszijden van de vervoereenheid of container waarvan, voorzover het een vervoereenheid betreft, het kentekenbewijs of registratiebewijs, bedoeld in het eerste lid, is overlegd, en op zodanige wijze dat het van buitenaf duidelijk zichtbaar is.

4. Het is verboden een kenteken of

sticker te verwijderen, tenzij voldaan is aan de voorwaarden, bedoeld in het vijfde lid. Een verwijderd kenteken, bestaande uit vier stickers, wordt geretourneerd aan het Agentschap LASER of overlegd bij de aanvraag, bedoeld in het tweede lid.

5. Afgifte van een kenteken als bedoeld in het tweede lid of verwijdering van een kenteken of sticker als bedoeld in het vierde lid geschiedt uitsluitend indien:

a. de vervoereenheid of container is gereinigd en ontsmet op een door de directeur van de Voedsel- en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees aangewezen wasplaats overeenkomstig een door bedoelde directeur goedgekeurd hygiëneprotocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv, en van deze reiniging en ontsmetting een verklaring wordt afgegeven, en

b. minimaal 24 uur na reiniging en ontsmetting is verstreken en ten genoegen van een keuringsstation van de RDW Centrum voor voertuigtechniek en informatie dan wel het Agentschap LASER is aangetoond dat de vervoereenheid of container in bedoelde 24 uur geen bedrijf heeft bezocht waar AI-gevoelige dieren worden gehouden.

Artikel 4

De bestuurder van het vervoermiddel dat is gebruikt voor het vervoer, bedoeld in artikel 2, is verplicht:

a. ervoor zorg te dragen dat na elk vervoer elke vervoereenheid of container alsmede andere voorwerpen worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel- en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd hygiëneprotocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv, en

b. een inzichtelijke registratie bij te houden en ten minste 72 uur op het vervoermiddel voorhanden te hebben en daarna op de onderneming, waartoe de vervoereenheid of container behoort, te bewaren, waarin ten minste de volgende gegevens zijn opgenomen:

- adres en plaats van de bezochte bedrijven;

- voor zover van toepassing, het UBN-nummer of kadastrale nummer van een weiland;

- de hoeveelheid en soort vervoerde goederen of de aard van de verleende diensten;

- indien het vervoer evenhoevigen betreft, de krachtens het Besluit Identificatie en registratie van dieren vastgestelde identificatienummers van de vervoerde evenhoevigen;

- de gereden route;

- datum en tijdstip van het vervoer, en

- plaats, datum en tijdstip van reiniging en ontsmetting als bedoeld in onderdeel a, alsmede het daarbij gebruikte ontsmettingsmiddel.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003.

Artikel IV

De artikelen 1 tot en met 5 van de Regeling verzamelverbod pluimvee 2003 worden vervangen door:

Artikel 1

1. Het is in een gebied, bedoeld in bijlage I, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, verboden vogels, afkomstig van verschillende plaatsen, tijdelijk bijeen te brengen op een plaats.

2. In een gebied, bedoeld in het eerste lid, zijn markten, verkopingen en veilingen waarop vogels worden verhandeld, alsmede tentoonstellingen, keuringen en andere evenementen geschorst.

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het verzamelen van duiven ten behoeve van het deelnemen aan wedvluchten.

Artikel 2

Paragraaf 7 van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 is niet van toepassing in een gebied, bedoeld in bijlage I, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verzamelverbod pluimvee 2003.

Artikel V

De artikelen 1 tot en met 8 van de Bezoekersregeling Aviaire Influenza 2003 worden vervangen door:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. AI: Aviaire Influenza;

b. AI-gevoelige dieren: gehouden dieren van een soort behorende tot de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de familie van de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families van de struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes (Rheidae) en voor consumptie gehouden duiven (Columbia livia);

c. compartiment: compartiment als bedoeld in de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003;

d. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

e. toezichthouder: op grond van artikel 114 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aangewezen ambtenaar.

Artikel 2

Deze regeling is van toepassing in een gebied, bedoeld in bijlage I, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003.

Artikel 3

Een bedrijfsmatige houder van AI-gevoelige dieren is verplicht maatregelen te nemen zodat elk contact tussen bezoekers en AI-gevoelige dieren is uitgesloten en al het noodzakelijke te doen, dan wel na te laten om te voorkomen dat besmetting met of verspreiding van AI zich voordoet. Onder al het noodzakelijke wordt tenminste verstaan het aanbrengen van fysieke afscheidingen.

Artikel 4

1. Het is een persoon met het oog op de uitoefening van beroep of bedrijf uitsluitend toegestaan een bedrijf of bedrijfsgebouw te betreden waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, indien:

a. de artikelen 5 en 6 in acht worden genomen, en

b. deze persoon in de voorafgaande 24 uur geen bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, heeft bezocht in een compartiment.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op toezichthouders, personen die direct zijn betrokken bij de ruiming en screeningvan bedrijven waar AI-gevoelige dieren worden gehouden, degenen die de op grond van artikel 87 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren bedoelde waarde vaststellen, opsporingsambtenaren, huisartsen, alsmede ambulance, brandweer en soortgelijke noodhulpdiensten.

Artikel 5

1. Een persoon als bedoeld in artikel 4 is verplicht:

a. ervoor zorg te dragen dat na ieder bezoek het vervoermiddel en de wielkasten daarvan, alsmede andere voorwerpen, waarmee hij het erf van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, betreedt, voordat het vervoermiddel het bedrijf verlaat, worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv, en

b. een inzichtelijke registratie bij te houden en tenminste 24 uur op het vervoermiddel voorhanden te hebben en daarna te bewaren, waarin tenminste de volgende gegevens worden opgenomen:

1°. adres en plaats van de bezochte bedrijven;

2°. de gereden route, en

3°. datum en tijdstip van het vervoer.

2. Het vervoermiddel waarin AI-gevoelige dieren, broedeieren, gebruikt strooisel of mest van AI-gevoelige dieren zijn vervoerd, wordt voorts na elke lossing op een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, gereinigd en ontsmet overeenkomstig het protocol, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6

Een persoon als bedoeld in artikel 4 die een bedrijfsgebouw betreedt waarbinnen bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden:

a. ondergaat een afdoende reinigings- en ontsmettingsbehandeling overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv, voordat deze een bedrijfsgebouw betreedt, alsmede voordat hij het bezochte bedrijf, waar AI-gevoelige dieren gehouden worden, verlaat, en

b. gebruikt, indien noodzakelijk, zoveel mogelijk de reeds op het bedrijf aanwezige gereedschappen. Indien de benodigde gereedschappen niet op het bedrijf aanwezig zijn, draagt die persoon zorg voor een afdoende reiniging en ontsmetting van de gebruikte gereedschappen, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

Artikel 7

Het is een bezoeker, niet zijnde een persoon als bedoeld in artikel 4, verboden een bedrijfsgebouw te betreden van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden.

Artikel 8

1. Het is een bedrijfsmatige houder van AI-gevoelige dieren verboden een persoon als bedoeld in artikel 4 toe te laten op zijn bedrijf, tenzij:

a. deze zich ervan heeft vergewist dat deze persoon artikel 4, eerste lid, in acht heeft genomen, en

b. deze heeft voldaan aan het tweede lid.

2. Een bedrijfsmatige houder van AI-gevoelige dieren houdt een register bij van alle bezoeken aan zijn bedrijf waarin tenminste wordt opgenomen:

1°. naam, adres en woonplaats van de bezoeker;

2°. reden van het bezoek;

3°. voor zover het bezoek plaatsvindt met een vervoermiddel: aard en kenteken van het vervoermiddel;

4°. tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker, en

5°. adres van het bedrijf met AI-gevoelige dieren die de bezoeker het laatst heeft bezocht.

3. De bedrijfsmatige houder van AI-gevoelige dieren houdt een register bij van alle bezoeken die hij met het oog op de uitoefening van zijn bedrijf heeft afgelegd aan een bedrijf waar AI gevoelige dieren bedrijfsmatig worden gehouden, waarin tenminste wordt opgenomen:

1°. naam, adres en woon plaats van de bezoeker;

2°. reden van het bezoek;

3°. voor zover het bezoek plaatsvindt met een vervoermiddel: aard en kenteken van het vervoermiddel, en

4°. tijdstip van aankomst en vertrek van de houder op het bezochte bedrijf.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Bezoekersregeling Aviaire Influenza 2003.

Artikel VI

Deze regeling wordt aan de media bekend gemaakt en treedt op 12 juli 2003, om 0.00 uur in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,C.P. Veerman.

Bijlage

Bijlage I (Gebieden) als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003

1. Vervoersbeperkingsgebied Gelderse Vallei - Beneden Leeuwen

1. De artikelen 1 tot en met 15 van de regeling zijn van toepassing op het gebied beschreven onder 2.

2. Het gebied is begrensd als volgt:

1. Vanaf de kruising van Afslag 36 (Almere Stad) en de Hoge Vaart, de Hoge Vaart volgend in oostelijke richting tot aan de kruising van de Hoge Vaart met de Larserweg (N302).

2. Larserweg (N302) volgend in zuidelijke richting tot aan Gooise Weg (N305).

3. Gooise Weg (N305) volgend in zuidwestelijke richting tot aan Ganzenweg (N305).

4. Ganzenweg (N302) volgend in zuidoostelijke richting overgaand in Knardijk (N302) overgaand in de Ceintuurbaan (N302) tot aan Afslag 13 (Lelystad).

5. Vanaf Afslag 13 (Lelystad) de A28 volgend in oostelijke richting tot aan de kruising van de A28 met Hierdense Beek (water).

6. Hierdense Beek (water) volgend in zuidelijke richting overgaand in de Leuvenumse Beek (water) tot aan de kruising van de Leuvenumse Beek (water) met Oude Zwolseweg.

7. Oude Zwolseweg volgend in westelijke richting tot aan Jonkheer Doctor C.J. Sandbergweg.

8. Jonkheer Doctor C.J. Sandbergweg volgend in zuidelijke richting tot Staverdenseweg (Staverden).

9. Staverdenseweg (Staverden) volgend in noordoostelijke richting overgaand in Pirkweg, overgaand in Staverdenseweg (Elspeet) tot Uddelerweg (N310).

10. Uddelerweg (N310) volgend in zuidelijke richting overgaand in Elspeterweg (N310) tot aan Aardhuisweg (Uddel).

11. Aardhuisweg (Uddel) volgend in zuidoostelijke richting tot aan Amersfoortseweg (N344).

12. Amersfoortseweg (N344) volgend in oostelijke richting tot aan Jachtlaan (Apeldoorn).

13. Jachtlaan (Apeldoorn) volgend in zuidelijke richting overgaand in Laan van Spitsbergen tot aan Europalaan (N304).

14. Europalaan (N304) volgend in zuidwestelijke richting overgaand in Otterloseweg (N304) overgaand in de Apeldoornseweg (N804) overgaand in de Delenseweg (N804) overgaand in de Hoenderloseweg (N804) tot aan Koningsweg (N311).

15. Koningsweg (N311) volgend in westelijke richting tot aan Koningsweg (N310).

16. Koningsweg (N310) volgend in zuidelijke richting tot aan de Amsterdamseweg (N224) (Arnhem).

17. Amsterdamseweg (N224) (Arnhem) volgend in oostelijke richting tot Zijpendaalseweg.

18. Zijpendaalseweg volgend in zuidelijke richting via het Willemsplein, volgend in zuidelijke richting overgaand in Roermondsplein, overgaand in de Nelson Mandelabrug, overgaand in Eldenseweg tot de Batavierenweg.

19. Batavierenweg volgend in oostelijke richting tot aan de Nijmeegseweg (A325).

20. Nijmeegseweg (A325) volgend in zuidelijke richting overgaand in A325 overgaand in Generaal James Gavinweg (N325) tot aan Keizer Traianusplein.

21. Keizer Traianusplein volgend in westelijke richting overgaand in Sint Canisiussingel overgaand in Oranjesingel tot aan Keizer Karelplein.

22. Keizer Karelplein volgend in zuidelijke richting overgaand in Groesbeekseweg overgaand in Sint Annastraat overgaand in Rijksweg (N844) tot aan Jan J. Ludenlaan (N271).

23. Jan J. Ludenlaan (N271) volgend in westelijke richting tot aan A73 (bij Afslag 3 Malden).

24. A73 volgend in zuidelijke richting tot aan afslag 4 (Cuijk).

25. Vanaf afslag 4 (Cuijk) de Provincialeweg (N321) volgend in westelijke richting tot aan Burgemeester Thijssenstraat (Beers).

26. Burgemeester Thijssenstraat (Beers) volgend in zuidelijke richting overgaand in Millseweg overgaand in Beerseweg tot aan Karstraat.

27. Karstraat volgend in noordelijke richting tot aan Hoogveldseweg.

28. Hoogveldseweg (Mill) volgend in zuidelijke richting overgaand in Domeinenstraat overgaand in Vorleweg tot aan Volkelseweg (N264).

29. Volkelseweg (N264) volgend in westelijke richting overgaand in Nieuwedijk (N264) overgaand in Rondweg Volkel (N264) overgaand in Rouwstraat tot Zeelandsedijk (Volkel).

30. Zeelandsedijk (Volkel) volgend in zuidwestelijke richting tot aan de Brabantstraat.

31. Brabantstraat volgend in zuidelijke richting overgaand in Volkelseweg (N605) overgaand in Molenstraat overgaand in Julianastraat tot aan Wilhelminastraat (Boekel).

32. Wilhelminastraat (Boekel) volgend in zuidwestelijke richting overgaand in Erpseweg overgaand in Boekelseweg overgaand in Heesakker tot De Wasaa (Erp).

33. De Wasaa (Erp) volgend in zuidelijke richting overgaand in Den Uil tot Brugstraat (N604).

34. Brugstraat (N604) volgend in oostelijke richting overgaand in Molentiend tot Hoogstraat.

35. Hoogstraat volgend in zuidelijke richting tot aan Rijbeemd.

36. Rijbeemd volgend in zuidwestelijke richting overgaand in Keldonkseweg overgaand in De Roost overgaand in Antoniusstraat overgaand in de Morgenstraat (Keldonk) overgaand in Hool tot aan Sweenslag.

37. Sweenslag volgend in westelijke richting overgaand in Hoolstraat overgaand in Erpsesteeg overgaand in Hoge Biezen tot aan Krijtenburg.

38. Krijtenburg volgend in noordwestelijke richting tot aan Zijtaartseweg.

39. Zijtaartseweg volgend in zuidwestelijke richting tot aan Eversestraat .

40. Eversestraat volgend in westelijke richting tot aan Veghelseweg (N265).

41. Veghelseweg (N265) volgend in zuidwestelijke richting tot aan de rivier Dommel (St. Oedenrode).

42. Rivier Dommel (St. Oedenrode) volgend in westelijke richting tot aan snelweg A2 (Boxtel).

43. Snelweg A2 (Boxtel) volgend noordwestelijke richting tot aan knooppunt Hintham ('s Hertogenbosch).

44. Vanaf Knooppunt Hintham de A2 volgend in noordelijke richting tot aan afslag 13 (Culemborg).

45. Vanaf afslag 13 (Culemborg) de Rietveldseweg (N320) volgend in oostelijke richting tot aan Rijksstraatweg (N833).

46. Rijksstraatweg (N833) volgend in noordelijke richting tot aan Stationssingel (Culemborg).

47. Stationssingel (Culemborg) volgend in westelijke richting tot aan Otto van Reesweg.

48. Otto van Reesweg volgend in noordelijke richting tot aan Kleine Buitenom.

49. Kleine Buitenom volgend in oostelijke richting tot aan Veerweg.

50. Veerweg volgend in noordelijke richting (de Lek overstekend) tot aan Lekdijk.

51. Lekdijk volgend in oostelijke richting tot aan Beusichemseweg.

52. Beusichemseweg volgend in noordwestelijke richting tot aan Nachtdijk.

53. Nachtdijk volgend in noordelijke richting tot aan Tuurdijk.

54. Tuurdijk volgend in oostelijke richting overgaand in Watertorenweg overgaand in Leemkolkweg tot aan Graaf van Lynden van Sandenburgweg (N229).

55. Graaf van Lynden van Sandenburgweg (N229) volgend in noordwestelijke richting overgaand in Werkhovenseweg (N229) overgaand in Schoudermantel (N229) tot aan afslag 19 (Bunnik).

56. Vanaf afslag 19 (Bunnik) de A12 volgend in oostelijke richting tot aan afslag 20 (Driebergen).

57. Vanaf afslag 20 (Driebergen) de Hoofdstraat (Driebergen-Rijsenburg) volgend in noordwestelijke richting overgaand in Driebergseweg tot aan Laan van Beek En Royen (Zeist).

58. Laan van Beek En Royen (Zeist) volgend in noordelijke richting tot aan Krakelingweg.

59. Krakelingweg volgend in noordwestelijke richting overgaand in Oude Woudenbergse Zandweg tot aan Boulevard.

60. Boulevard volgend in noordelijke richting overgaand in Zandbergenlaan (N238) overgaand in de Nieuwe Dolderseweg (N238) overgaand in de Provincialeweg (N238) Den Dolder overgaand in de Dolderseweg tot aan Soestdijkerweg (N234).

61. Soestdijkerweg (N234) volgend in noordoostelijke richting overgaand in Biltseweg (N234)tot aan Amsterdamsestraatweg (N221).

62. Amsterdamsestraatweg (N221) volgend in noordelijke richting tot aan Wakkerendijk (N221).

63. Wakkerendijk (N221) volgend in noordelijke richting tot aan Laarderweg.

64. Laarderweg volgend in westelijke richting tot aan Zuidersingel.

65. Zuidersingel volgend in zuidelijke richting tot aan Afslag 34 (Eemnes).

66. Vanaf Afslag 34 (Eemnes) de A27 volgend in noordelijke richting tot aan Afslag 36 (Almere Stad).

2. Vervoersbeperkingsgebied Nederweert

1.a. De artikelen 1 tot en met 15 van de regeling zijn van toepassing op het gebied beschreven onder 2, onderdeel a.

b. De artikelen 1 tot en met 15 van de regeling zijn van toepassing op het gebied beschreven onder 2, onderdeel b.

2.a. Vervoersbeperkingsgebied Nederweert-Noord

Het gebied is als volgt begrensd:

1. Vanaf de Loonseweg (Oploo) de weg volgend in zuidoostelijke richting overgaand in Oploseweg via 14 Oktoberplein (Overloon) tot aan Venrayseweg.

2. Venrayseweg volgend in zuidoostelijke richting overgaand in Overloonseweg tot aan Noordsingel (Venray).

3. Noordsingel (Venray) volgend in westelijke richting tot aan Westsingel.

4. Westsingel volgend in zuidelijke richting overgaand in oostelijke richting in Zuidsingel tot aan Leunseweg.

5. Leunseweg volgend in zuidelijke richting overgaand in Albionstraat N553 (Leunen) overgaand in oostelijke richting in Horsterweg (N553) overgaand in zuidelijke richting in Venrayseweg (N553) overgaand in Jacob Merlostraat (Horst) overgaand in Herstraat tot aan Gasthuisstraat.

6. Gasthuisstraat volgend in zuidelijke richting tot aan Stationsstraat.

7. Stationsstraat volgend in zuidelijke richting tot aan de spoorlijn.

8. De spoorlijn (Sevenum) volgend in oostelijke richting tot aan kruising spoorlijn met de snelweg A67 (ter hoogte Industriegebied Venlo).

9. De snelweg A67 (ter hoogte Industriegebied Venlo) volgend in westelijke richting tot het verkeersknooppunt Leenderheide.

10. Vanaf het verkeersknooppunt Leenderheide de Leenderweg volgend in noordelijke richting tot aan Piuslaan (Eindhoven).

11. Piuslaan (Eindhoven) volgend in noordoostelijke richting overgaand in Jeroenboschlaan overgaand in Insulindelaan tot aan Eisenhowerlaan N270.

12. Eisenhowerlaan N270 volgend in noordoostelijke richting overgaand in snelweg A270 overgaand in de Europaweg (Helmond) tot aan Kanaal Noordwest (N266).

13. Kanaal Noordwest (N266) volgend in noordelijke richting overgaand in Kanaaldijk (N266) overgaand in Oranjelaan (N266) tot aan de Gemertseweg (N272).

14. Gemertseweg (N272) volgend in noordoostelijke richting overgaand in Beeksedijk (N272). overgaand in Zuid om (N272) overgaand in Oost om (N272) overgaand in Peeldijk (N272) overgaand in Elsendorpseweg (N272) tot aan de Ripseweg (N277).

15. Ripseweg (N277) volgend in zuidoostelijke richting overgaand in Burgemeester Wijtvlietlaan (N277) tot aan de Ripsestraat.

16. Ripsestraat volgend in noordoostelijke richting overgaand in Oploseweg overgaand in Deurneseweg tot aan Loonseweg (Oploo).

b. Vervoersbeperkingsgebied Nederweert-Zuid

Het gebied is als volgt begrensd:

1. Vanaf de Nederlands-Belgische grens de snelweg A67 volgend in noordoostelijke richting tot het punt waar de spoorlijn de snelweg kruist (ter hoogte Industriegebied Venlo).

2. De spoorlijn volgend in oostelijke richting tot aan kruising spoorlijn met de A73 ter hoogte van Afslag 13 (Sevenum).

3. Vanaf Afslag 13 (Sevenum) de snelweg A73 volgend in zuidoostelijke richting tot aan Kaldenkerkerweg.

4. Kaldenkerkerweg volgend in oostelijke richting tot aan de Nederlands-Duitse grens.

5. Nederlands-Duitse grens volgend in zuidelijke richting tot aan de Herkenbosserweg (N570).

6. Herkenbosserweg (N570) volgend in noordwestelijke richting opvergaand in Keulsebaan (N570) tot Sint Wirosingel.

7. Sint Wirosingel volgend in noordelijke richting tot Koninginnelaan.

8. Koninginnelaan volgend in westelijke richting tot aan de Bredeweg.

9. Bredeweg volgend in zuidelijke richting overgaand in Karel Doormanstraat overgaand in Heinsbergerweg (N293) tot aan de Pastoor Siebenstraat (St. Odiliënberg).

10. Pastoor Siebenstraat (St. Odiliënberg) volgend in zuidwestelijke richting tot aan St. Odilliastraat.

11. St. Odilliastraat volgend in zuidwestelijke richting overgaand in de Hagelkruisweg overgaand in Linnerweg (N571) overgaand in Waert overgaand in Waarderweg tot aan Huysbongerdweg (Montfoort).

12. Huysbongerdweg (Montfoort) volgend in zuidwestelijke richting overgaand in Schrevenhofweg overgaand in Hingenderstraat (St. Joost) overgaand in St. Joosterweg tot aan Echterstraat.

13. Echterstraat volgend in westelijke richting overgaand in Wilhelminalaan (Echt) overgaand in St. Jorisstraat overgaand in Diepstraat overgaand in Aasterbergerweg overgaand in Hogeweg volgend in zuidelijke richting overgaand in Jan Petersstraat overgaand in Maasheuvel tot aan de Maaseikerweg (Roosteren).

14. Maaseikerweg (Roosteren) volgend in westelijke richting tot aan Nederlands-Belgische grens.

15. Nederlands-Belgische grens volgend in noordwestelijke richting tot aan de snelweg A67.

3. Vervoersbeperkingsgebied Echt

1. De artikelen 1 tot en met 15 van de regeling zijn van toepassing op het gebied beschreven onder 2.

2. Het gebied is begrensd als volgt:

1. Vanaf de Kapellerlaan (Roermond) de weg volgend in zuidoostelijke richting overgaand in Heinsbergerweg tot aan de Sint Wirosingel.

2. Sint Wirosingel volgend in oostelijke richting overgaand in SintPlechelmusstraat tot aan Keulsebaan (N570).

3. Keulsebaan volgend in oostelijke richting overgaand in Herkenbosserweg (N570) tot aan de Nederlands-Duitse grens.

4. Nederlands-Duitse grens volgend in zuidelijke richting tot aan de Heringsbosch (Brunssum).

5. Heringsbosch (Brunssum) volgend in zuidelijke richting tot aan Boschstraat.

6. Boschstraat volgend in noordwestelijke richting tot aan de Hoogenboschweg.

7. Hoogenboschweg volgend in westelijke richting tot aan de Schinvelderstraat (N274).

8. Schinvelderstraat (N274) volgend in zuidelijke richting tot aan de Dorpstraat.

9. Dorpstraat volgend in zuidwestelijke richting overgaand in Maastrichterstraat overgaand in Trigterweg overgaand in Patersweg overgaand in Randweg overgaand in Naanhofsweg tot aan de oprit Nuth (5) snelweg A76.

10. Snelweg A76 volgend in noordwestelijke richting tot aan verkeersknooppunt Kerensheide.

11. Verkeersknooppunt Kerensheide de snelweg A2 volgend in westelijke richting tot aan de Nederlands-Belgische grens.

12. Nederlands-Belgische grens volgend in noordelijke richting tot aan rivier de Maas.

13. Rivier de Maas volgend in noordoostelijke richting tot Hornerweg N280 (Roermond).

14. Hornerweg N280 volgend in oostelijke richting tot aan de Looskade.

15. Looskade volgend zuidoostelijke richting tot aan Roerkade.

16. Roerkade volgend in zuidelijke richting overgaand in Minderbroederssingel tot aan Kapellerpoort.

17. Kapellerpoort volgend in zuidelijke richting tot aan Kappellerlaan.

4. Vervallen

5. Vervoersbeperkingsgebied Zundert

1. De artikelen 1 tot en met 15 van de regeling zijn van toepassing op het gebied beschreven onder 2.

2. Het gebied is begrensd als volgt:

1. Vanaf de oprit Etten Leur 16 snelweg A16 volgend in zuidelijke richting tot aan verkeersknooppunt Galder.

2. Verkeersknooppunt Galder de snelweg A58 volgend in oostelijke richting tot aan afslag Ulvenhout 14.

3. Afslag Ulvenhout 14 volgend in zuidelijke richting tot aan Chaamsebaan (N268).

4. Chaamsebaan (N268) volgend in zuidoostelijke richting overgaand in Chaamseweg overgaand in Bredaseweg overgaand in Dorpstraat tot aan Ulicotenseweg (Chaam).

5. Ulicotenseweg (Chaam) volgend in zuidelijke richting overgaand in Chaamseweg (Hazenberg) tot aan Dorpsstraat (Ulicoten).

6. Dorpsstraat (Ulicoten) volgend in westelijke richting tot aan Molenstraat.

7. Molenstraat volgend in zuidelijke richting tot aan Nieuwe Strumpt.

8. Nieuwe Strumpt volgend in zuidoostelijke richting overgaand in Beemdendreef tot aan Zigraeck.

9. Zigraeck volgend in zuidoostelijke richting tot aan Hoogstratensebaan.

10. Hoogstratensebaan volgend in zuidwestelijke richting tot aan Grensweg (Baarlebrug).

11. Grensweg (Baarlebrug)volgend in zuidelijke richting tot aan de Nederlands-Belgische grens.

12. Nederlands-Belgische grens volgend in westelijke richting tot aan Antwerpseweg N262 (Nispen).

13. Antwerpseweg N262 (Nispen) volgend in noordelijke richting tot aan de oprit Roosendaal 24 snelweg A58.

14. Oprit Roosendaal 24 snelweg A58 volgend in oostelijke richting tot afrit Etten Leur 16.

Bijlage II als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003.

Slachthuis en routen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de regeling

Slachthuis Pingo Poultry Products B.V.

De Hork 1

5431 NS Cuijk

EG-nr. 5020

Route:

1. Vanuit gebied Gelderse Vallei - Beneden Leeuwen (compartiment A-B) naar slachterij Pingo Poultry Products B.V. in Cuijk.

A73 in zuidoostelijke richting volgen tot aan afslag 4 (afslag Cuijk). Aan het einde van de afrit linksaf de Beersebaan op. Vervolgens 1e rotonde rechts en daarna 1e weg links de Beerseweg. deze weg volgen met de bocht mee naar rechts overgaand in de Hork na 500 meter ligt rechts het slachthuis.

2. Vanuit gebied Nederweert Noord, Nederweert Zuid en Echt (compartiment G) naar slachterij Pingo Poultry Products Cuijk B.V. in Cuijk.

De A67 volgen tot knooppunt Zaarderheike, vervolgens de A73 volgen in noordelijke richting tot aan afslag 4: Cuyk, aan het einde van de afrit linksaf de Beersebaan op, eerste rotonde rechtsaf de Beerseweg overgaand in de van Galenweg, overgaand in de Hork volgen, direct aan de linkerhand ligt Pingo Poultry Products.

3. Vanuit gebied Zundert (compartiment H) naar slachterij Pingo Poultry Products B.V. in Cuijk.

A16 volgen in noordelijke richting tot aan knooppunt Galder, in oostelijke richting A27/A58, richting Tilburg, Breda, bij knooppunt St. Annabosch in noordelijke richting, A27, richting Raamsdonkveer, Utrecht, bij knooppunt Hooipolder in oostelijk richting, A59, richting 's-Hertogenbosch, bij knooppunt Empel in zuidelijke richting, A2, richting 's-Hertogenbosch, bij knooppunt Hintham in oostelijke richting, A50, richting Nijmegen overgaand in N50 weer overgaand in A50, bij knooppunt Bankhoef, A326, richting Nijmegen, bij knooppunt Lindeholt in zuidwestelijke richting, A73, richting Venlo, tot aan de afslag 4: Cuijk., Aan het einde van de afrit linksaf de Beersebaan op, op de eerste rotonde rechtsaf de Beerseweg overgaand in de van Galenweg, overgaand in de Hork volgen, direct aan de linkerhand ligt Pingo Poultry Products.

Slachthuis Klaasen & Co

Schaluinen 1

5111 HB Baarle Nassau

EEG-nr. 5072

Route:

1. Vanuit gebied Nederweert Noord, Nederweert Zuid en Echt naar Slachthuis Klaasen & Co:

Aansluiting op A2, A2 volgen via Weert richting Eindhoven tot aan knooppunt met de A67 (`Leenderheide'), vervolgens A67 volgen richting Eersel tot aan knooppunt met de A2 (`De Hogt'), vervolgens A2 volgen tot aan knooppunt met de A58 (`Batadorp'), vervolgens op A58 via Tilburg richting Breda tot aan afslag nr 12 (Gilze), aan het einde van de afrit de N260 volgen richting Baarle Nassau, in het centrum van Baarle Nassau bij T-splitsing linksaf de N268 op, na ongeveer 2 km ligt aan de linkerzijde pluimveeslachthuis Klaasen & Co.

2. Vanuit gebied Gelderse Vallei - Beneden-Leeuwen naar Slachthuis Klaasen & Co:

Aansluiting op A2 ter hoogte van

's-Hertogenbosch, A2 volgen zuidelijke richting tot aan afslag nr 1 (Vught), aan het einde van de afrit de N65 volgen richting Tilburg, in Berkel Enschot overgaan op de A65 tot aan het knooppunt met de A58 (`De Baars'), vervolgens op A58 via Tilburg richting Breda tot aan afslag nr 12 (Gilze), aan het einde van de afrit de N260 volgen richting Baarle Nassau, in het centrum van Baarle Nassau bij T-splitsing linksaf de N268 op, na ongeveer 2 km ligt aan de linkerzijde pluimveeslachthuis Klaasen & Co.

3. Vanuit gebied Zundert naar Slachthuis Klaasen & Co:

Aansluiting op de A58 ter hoogte van Ulvenhout, vervolgens A58 volgen richting Tilburg tot aan afslag nr 12 (Gilze), aan het einde van de afrit de N260 volgen richting Baarle Nassau, in het centrum van Baarle Nassau bij T-splitsing linksaf de N268 op, na ongeveer 2 km ligt aan de linkerzijde pluimveeslachthuis Klaasen & Co.

G.P. Remkes Pluimveeslachterij

Kweekweg 8

8161 PG Epe

EG-nr. 5064

Route:

1. Vanuit gebied Gelderse Vallei en Beneden Leeuwen naar G.P. Remkes Pluimveeslachterij:

Bij Arnhem de A50 op, afslag 27 naar Epe over de N309, in Epe rechtsaf de Hoofdstraat op overgaand in de St. Jorisweg, overgaand in Brink, overgaand in de Stationsstraat, rechtsaf de Oenerweg op, rechtsaf Hammerstraat volgen overgaand in Kweekweg waar Pluimveeslachterij Remkes gelegen is.

2. Vanuit de gebieden Nederweert/Echt naar G.P. Remkes Pluimveeslachterij:

De A2 op richting 's-Hertogenbosch, bij Vianen de A27 volgen richting Almere-Buiten, bij Almere-Buiten de A6 volgen richting Lelystad, bij afslag 10 (Larserpoort) de N302 volgen richting Harderwijk, bij afslag 13 de A 28 volgen richting Nunspeet, afslag 15 over de N309 richting Epe, in Epe rechtsaf de Hoofdstraat op overgaand in de St.Jorisweg, overgaand in Brink, overgaand in de Stationsstraat, rechtsaf de Oenerweg op, rechtsaf Hammerstraat volgen overgaand in Kweekweg waar Pluimveeslachterij Remkes gelegen is.

3. Vanuit het gebied Zundert naar G.P. Remkes Pluimveeslachterij:

De A58/27 op richting Breda, bij Breda de A27 volgen richting Utrecht/Almere-Buiten, bij Almere-Buiten de A6 volgen richting Lelystad, bij afslag 10 (Larserpoort) de N302 volgen richting Harderwijk, bij afslag 13 de A28 volgen richting Nunspeet, afslag 15 over de N309 richting Epe, in Epe rechtsaf de Hoofdstraat op overgaand in de St.Jorisweg, overgaand in Brink, overgaand in de Stationsstraat, rechtsaf de Oenerweg op, rechtsaf Hammerstraat volgen overgaand in Kweekweg waar Pluimveeslachterij Remkes gelegen is.

Bijlage III als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003

Slachterijen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003

1. Astenhof BV

Ommelse Bos 5

5724 AZ Ommel

EG-nr. 5028

Routes:

a) A2 richting Eindhoven, bij knooppunt De Hogt de A2/A67 richting Venlo, afrit nr. 36 Asten, bij de rotonde driekwart richting Deurne, Deurneseweg, bij het eerste stoplicht (na ongeveer een halve kilometer) links Ommelse Bos.

b) Vanaf de oostgrens van het toezichtsgebied de A67 volgen richting Eindhoven tot aan afslag 36 Asten, op de rotonde de eerste afslag richting Deurne, de Deurneseweg, bij het eerste stoplicht (na ongeveer een halve kilometer) links Ommelse bos.

2. Bevers

Frontstraat 5

5405 AK Uden

EG-nr. 5073

Route:

Vanaf de rondweg Volkel (N264) de Industrielaan, rechtsaf de Liessentstraat in, linksaf de Frontstraat in.

3. Tomassen Poeliersbedrijf Ermelo Fokko Kortlanglaan 116

3853 KH Ermelo

EG-nr. 5944

Route:

De lokale weg volgen van Hierden naar Harderwijk (de Zuiderzeestraatweg overgaand in de Newtonweg). In Harderwijk de Newtonweg blijven volgen overgaand in de Verkeersweg. Aan eind van de Verkeersweg linksaf (bij rotonde) de Oranjelaan in, die blijven volgen overgaand in de Harderwijkerweg en rechtsaf Fokko Kortlanglaan in.

4. Slachthuis VSE

Weiburglaan 6

3844 KZ Harderwijk

EG-nr. 5017

Route:

De lokale weg volgen van Hierden naar Harderwijk (de Zuiderzeestraatweg overgaand in de Newtonweg). In Harderwijk de Newtonweg blijven volgen overgaand in de Verkeersweg en de Verkeersweg overgaand in de Westermeenweg. De Westermeenweg blijven volgen tot aan de Weiburglaan.

5. Van der Linden Poultry Products B.V.

Meyelseweg 13

5986 NH Beringe

EG-nr. 5029

Route:

A2 richting Eindhoven, bij knooppunt De Hogt A2, A67 richting Eindhoven, bij knooppunt Leenderheide de A 67 richting Venlo, vervolgens afslag 38 - Helden, na 450 meter rechtsaf

N277 - Middenpeelweg, na 175 meter rechtsaf de N 560 Sevenumsedijk overgaand in de Ninnesweg, rechtsaf de N275 Provinciale weg op, vervolgens na 2,4 km eerste afslag op de rotonde (Meyelseweg N 561).

6. H. Verwielen

Swillerweg 3

6013 SH Hunsel

EG-nr. 5067

Route:

A2 richting Eindhoven, bij knooppunt De Hogt A2, A67 richting Eindhoven, bij knooppunt Leenderheide de A2 volgen richting Maastricht, vervolgens afslag 40 - Kelpen, linksaf de Rijksweg (N280) op overgaand in Kelperbrug en Rijksweg Zuid (N280), na 1,5 km schuin rechts de Grathemerweg op, na 140 meter rechtsaf Ellerweg op overgaand in de Sebastiaanstraat, linksaf de Hoogstraat op, vervolgens rechtdoor Weverstraat en Kraakstraat, na 250 meter rechtsaf Schansstraat op, na 500 meter linksaf Swillerweg.

7. G. van den Bor Pluimveeslachterij B.V.

Amersfoortseweg 118

3864 NG Nijkerkerveen

EG-nr. 5736

Route:

De lokale weg volgen van Hierden naar Harderwijk (de Zuiderzeestraatweg overgaand in de Newtonweg). In Harderwijk de Newtonweg blijven volgen overgaand in de Verkeersweg.

Aan het eind van de Verkeersweg linksaf (bij rotonde) de Oranjelaan in, die blijven volgen tot oprit A28. A28 op en volgen tot afrit 9 Nijkerk. Berencamperweg volgen richting Nijkerk.

Eerste stoplichten links (Hardenbergerweg), eind rechts (Handelsstraat). Handelsstraat afrijden en aan het eind links (Nijverheidsstraat). Weg volgen tot stoplichten, dan rechtsaf Ambachtstraat overgaand in v. Middachtenstraat. Derde kruising rechts Amersfoortseweg op.

8. J. van Ee Pluimveeverwerking

Wolweg 2

3776 LP Stroe

EG-nr. 5740

Route:

De lokale weg volgen van Hierden naar Harderwijk (de Zuiderzeestraatweg overgaand in de Newtonweg). In Harderwijk de Newtonweg blijven volgen overgaand in de Verkeersweg. Aan het eind van de Verkeersweg linksaf (bij rotonde) de Oranjelaan in Oranjelaan volgen, overgaand in de Ceintuurlaan. Linksaf de N302 op, N302 volgen tot aan de A1, rechtsaf de A1 op richting Amersfoort, afslag 17 (Stroe), linksaf de N310 op tot aan de Harskamperweg, rechtsaf de Harskamperweg op, aan het einde van de Harskamperweg rechtsaf de Wolweg op. Na ongeveer 80 meter rechts Pluimveeslachterij Jan van Ee.

9. Storteboom Fresh bv

Voorthuizerstraat 148

3881 SL Putten

EG-nr. 5016

Route:

De lokale weg volgen van Hierden naar Harderwijk (de Zuiderzeestraatweg overgaand in de Newtonweg). In Harderwijk de Newtonweg blijven volgen overgaand in de Verkeersweg.

Aan het eind van de Verkeersweg linksaf (bij rotonde) de Oranjelaan in, die blijven volgen tot oprit A28. A28 op en volgen tot afslag Ermelo. Vanaf hier de Harderwijkerweg (N303) volgen in de richting van Ermelo, Harderwijkerweg overgaand in Putterweg, overgaand in Oude Rijksweg volgen. Linksaf Van Geenstraat inslaan. Bij kruising rechtsaf Voorthuizerstraat inslaan, vervolgens eerste weg rechts de Hoge Engweg inslaan waaraan de inrit van de slachterij ligt.

Bijlage IV als bedoeld in artikel 4, derde lid, onderdeel a, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003

stcrt-2003-134-p7-SC60169-1.gif

Toelichting

Nu er al enige tijd geen nieuwe uitbraken van aviaire influenza zijn geconstateerd wordt het veterinair verantwoord geacht verdere versoepelingen aan te brengen in de naar aanleiding van de uitbraak van aviaire influenza opgelegde voorschriften. Met ingang van 12 juli 2003 komt bovendien Beschikking 2003/290/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 april 2003 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met een sterk vermoeden van besmetting met aviaire influenza in Nederland te vervallen. Dit heeft tot gevolg dat vanaf voornoemde datum de export van AI-gevoelige dieren, broedeieren, gebruikt strooisel en onverwerkte of ongepasteuriseerde mest van AI-gevoelige dieren vanuit heel Nederland, voor zover het geen vervoersbeperkingsgebied betreft, weer is toegestaan. Tevens zijn er geen extra voorwaarden meer verbonden aan de import van AI-gevoelige dieren. Het vervallen van voornoemde beschikking heeft voorts tot gevolg dat er geen aanvullende voorwaarden meer van kracht zijn voor de provincies waar zich uitbraken hebben voorgedaan, met uitzondering van de vervoersbeperkingsgebieden. Ingevolge Richtlijn 92/40 van de Raad en Beschikking 2003/428/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juni 2003 houdende vaststelling van aanvullende maatregelen die moeten worden getroffen voordat de beperkende maatregelen die met betrekking tot aviaire influenza van toepassing zijn op grond van Richtlijn 92/40 van de Raad, worden ingetrokken resteren er beperkte bioveiligheidsmaatregelen (hygiënemaatregelen) die in heel Nederland in acht moeten worden genomen en moeten specifieke maatregelen voor de vervoersbeperkingsgebieden - onder meer op het terrein van de bioveiligheid - worden gehandhaafd. Voorts gelden er eisen ten aanzien van de herbevolking van bedrijven.

Gelet op het voorgaande zijn de volgende regelingen aangepast: de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I, de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003, de Regeling verzamelverbod pluimvee 2003 en de Bezoekersregeling Aviaire Influenza 2003. De wijzigingen worden hieronder nader toegelicht. Voor de duidelijkheid zijn de teksten van de regelingen in het geheel vervangen.

De Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I

De Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 bevat het regime voor Nederland, met uitzondering van de vervoersbeperkingsgebieden. Dit regime bestaat thans nog uit een aantal maatregelen in verband met de bioveiligheid. Het exportverbod dat gold voor AI-gevoelige dieren, broedeieren, gebruikt strooisel en onverwerkte of ongepasteuriseerde mest van AI-gevoelige dieren vanuit de provincies Flevoland, Gelderland, Limburg, Noord-Brabant en Utrecht, en de voorwaarden gesteld aan de import van AI-gevoelige dieren zijn komen te vervallen. Het vervoer van AI-gevoelige dieren naar de slacht, eendagskuikens in het algemeen en consumptie-eieren naar een pakstation is alleen toegestaan indien de in de regeling genoemde verpakkingseisen worden nageleefd. De overige voorwaarden aan het vervoer van AI-gevoelige dieren, broed- en consumptie-eieren, mest, één- en evenhoevigen, voer en melk - zoals de eisen ten aanzien van de reiniging en ontsmetting van de vervoermiddelen en het bijhouden van een logboek - zijn eveneens komen te vervallen. Dit betekent dat voor het overige de regelgeving zoals deze voor de uitbraak van AI gold weer van toepassing is. Deze regelgeving is neergelegd in verordeningen van het Productschap voor Pluimvee en Eieren.

De Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003

In de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd.

Vervoer van producten uit, binnen en naar de vervoersbeperkingsgebieden

Het vervoer van AI-gevoelige dieren, broedeieren, gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren is onder voorwaarden toegestaan (artikelen 3, 4, 5 en 7 van de regeling). AI-gevoelige dieren en broedeieren mogen buiten de vervoersbeperkingsgebieden worden gebracht, maar niet worden geëxporteerd. Voorts geldt dat vlees van AI-gevoelige dieren die afkomstig zijn uit een vervoersbeperkingsgebied, niet mag worden geëxporteerd en moet worden voorzien van een rond merk.

Ten algemene gelden eisen ten aanzien van de reiniging en de ontsmetting van de kratten en kooien of andere speciale inrichtingen die bij het vervoer van AI-gevoelige dieren worden gebruikt. AI-gevoelige dieren mogen rechtstreeks worden vervoerd naar aangewezen slachthuizen buiten de vervoersbeperkingsgebieden via voorgeschreven routes. Tevens mogen AI-gevoelige dieren afkomstig van buiten de vervoersbeperkingsgebieden rechtstreeks worden vervoerd naar aangewezen slachthuizen die binnen een vervoersbeperkingsgebied zijn gelegen, eveneens via voorgeschreven routes. AI-gevoelige dieren mogen vergezeld van een gezondheidsverklaring voorts rechtstreeks worden vervoerd naar een bedrijf dat is gelegen buiten het vervoersbeperkingsgebied. De dieren moeten - na melding van het vervoer - overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol worden vervoerd naar een geregistreerd pluimveebedrijf. Na aankomst op het bedrijf moeten deze dieren klinisch worden geïnspecteerd.

Broedeieren mogen worden vervoerd naar een broederij binnen of buiten het gebied. Ook mogen broedeieren afkomstig van buiten de vervoersbeperkingsgebieden worden vervoerd naar een broederij binnen het gebied. Hierbij gelden voorwaarden onder meer ten aanzien van het vervoer, desinfectie en verpakking van de eieren. Eieren mogen voorts worden vervoerd ten behoeve van industriële verwerking.

Gebruikt strooisel, mest van AI-gevoelige dieren en dierlijke mest, niet zijnde mest van AI-gevoelige dieren en afkomstig van een plaats waar AI-gevoelige dieren worden gehouden, mag worden vervoerd binnen of naar de vervoersbeperkingsgebieden, voor zover de vervoermiddelen worden gereinigd en ontsmet. Onder dezelfde voorwaarde mag dierlijke mest, niet zijnde mest van AI-gevoelige dieren en afkomstig van een plaats waar AI-gevoelige dieren worden gehouden, buiten de vervoersbeperkingsgebieden worden gebracht.

Verpakkingseisen consumptie-eieren

De eisen die gelden ten aanzien van de verpakking van consumptie-eieren die vanaf een pluimveebedrijf naar een pakstation of een soortgelijke inrichting worden vervoerd, blijven gehandhaafd (artikel 6 van de regeling). Deze eisen vloeien voort uit artikel 3 van beschikking 2003/428/EG.

Reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen

Het reinigen en ontsmetten van vervoermiddelen die worden gebruikt voor het vervoer van of naar een bedrijf waar AI-gevoelige dieren bedrijfsmatig worden gehouden, blijft verplicht in de vervoersbeperkingsgebieden voor de producten: AI-gevoelige dieren, broedeieren, consumptie-eieren, gebruikt strooisel en mest afkomstig van AI-gevoelige dieren, eenhoevigen, evenhoevigen, rauwe melk en diervoerder (artikelen 8 en 9 van de regeling).

Registratieplicht vervoerder

De vervoerder van AI-gevoelige dieren, broedeieren, consumptie-eieren, gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren, eenhoevigen, evenhoevigen, rauwe melk en diervoeder, is verplicht tot het bijhouden van een registratie voor zover hij deze producten vervoert van of naar een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden (artikel 10 van de regeling). Deze eis blijft voor deze producten gehandhaafd in verband met de behoefte aan traceringsmogelijkheden.

De Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren

De Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003 ziet enkel nog op het vervoer met een vervoermiddel van of naar een bedrijf van AI-gevoelige dieren, broedeieren, gebruikt strooisel en dierlijke mest van AI-gevoelige dieren. Het vervoer van consumptie-eieren, eenhoevigen, evenhoevigen, diervoeders, rauwe melk, gestorven slachtdieren en eendagskuikens vanaf een broederij valt niet langer onder de compartimentering. Tevens vallen de vervoermiddelen van serviceverleners niet meer onder de compartimentering. Voor het overige zijn enkele verwijzingen naar de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 aangepast in verband met de wijziging van deze regeling en zijn enige redactionele aanpassingen aangebracht.

Regeling verzamelverbod pluimvee 2003

De Regeling verzamelverbod pluimvee 2003 is thans alleen nog in de vervoersbeperkingsgebieden van kracht. Op het bijeenbrengen van AI-gevoelige dieren in de rest van Nederland zijn de reguliere voorschriften ten aanzien van het bijeenbrengen van dieren van kracht, die zijn neergelegd in de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000.

Bezoekersregeling Aviaire Influenza 2003

De Bezoekersregeling Aviaire Influenza 2003 geldt alleen nog binnen de vervoersbeperkingsgebieden en heeft nog slechts betrekking op bedrijfsmatig gehouden AI-gevoelige dieren. Voor hobbydierhouders en bezoekers van hobbydierhouders geldt de Bezoekersregeling Aviaire Influenza 2003 derhalve niet meer.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman.

Naar boven