Het hoofd van de Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst (AIVD) en
de hoofddirecteur van de Immigratie- en naturalisatiedienst (IND),
Overwegende dat de AIVD en de IND bij de uitvoering van hun wettelijke
taken belang hebben bij gegevens waarover de andere partij beschikt en partijen
deze gegevens aan elkaar wensen te verstrekken;
Komen met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen,
in het bijzonder de artikelen 17, 36 e.v. van de Wet op de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten (Wiv 2002), alsmede de artikelen 107 en 107a van de Vreemdelingenwet
2000 (Vw 2000), tot de volgende afspraken:
Artikel 1
1. De AIVD kan gegevens verstrekken aan de IND die van belang kunnen zijn
bij het nemen van besluiten bij en/of krachtens de Vw 2000.
2. De IND kan gegevens verstrekken aan de AIVD over personen of organisaties
die voor de wettelijke taakuitvoering van de AIVD van belang kunnen zijn.
3. De AIVD kan algemene of specifieke (individuele) gegevens verstrekken
inzake de betrokkenheid van personen bij mensensmokkel, die voor de IND van
belang kunnen zijn in het kader van de taakuitoefening ter bestrijding van
mensensmokkel.
Artikel 2
1. De verstrekking van gegevens door de AIVD aan de IND vindt plaats door
middel van een ambtsbericht.
2. Het ambtsbericht wordt ondertekend door het hoofd van de AIVD en is
gericht aan het hoofd van de IND.
Artikel 3
1. Het Hoofd Bureau Bijzondere Zaken van de IND geldt als aanspreekpunt
voor operationele zaken.
2. Een door de directeur van de directie Staatsveiligheid van de AIVD
aangewezen persoon geldt als aanspreekpunt voor operationele zaken.
Artikel 4
1. De IND en de AIVD verstrekken elkaar algemene informatie met inachtneming
van de wettelijke bepalingen.
2. De IND en de AIVD geven elkaar de benodigde voorlichting en verzorgen
de benodigde kennisoverdracht over onderwerpen die hun beide aangaan.
3. De IND en de AIVD geven elkaar de benodigde juridische ondersteuning
(op afstand) in het kader van juridische procedures.
Artikel 5
1. Met inachtneming van de bepalingen van dit convenant kunnen per onderwerp
en/of per categorie van zaken nadere uitvoeringsplannen opgesteld worden.
2. In het kader van deze uitvoeringsplannen kan met wederzijdse overeenstemming
voor bepaalde onderwerpen en/of categorieën van zaken van het gestelde
in artikel 3 worden afgeweken.
3. Deze uitvoeringsplannen dienen goedgekeurd te zijn door het hoofd van
de IND en het hoofd van de AIVD.
Artikel 6
1. Indien de partijen van mening zijn dat dit convenant behoort te worden
gewijzigd, treden zij met elkaar in overleg.
2. Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening.