Regeling formulieren Huurprijzenwet woonruimte
3 mei 2002
Nr. MJZ2002038991
Centrale Directie Juridische Zaken Afdeling Wetgeving
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op de artikelen 19, tweede en derde lid, 20, vijfde lid, en 26a,
negende lid, van de Huurprijzenwet woonruimte,
Besluit:
Artikel I
De Regeling formulieren Huurprijzenwet woonruimte1 wordt als
volgt gewijzigd:
A
Bijlage 6 wordt vervangen door de bijlage, gelijk aan bijlage A bij deze
regeling.
B
Bijlage 8 wordt vervangen door de bijlage, gelijk aan bijlage B bij deze
regeling.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2002.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 3 mei 2002.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,J.W. Remkes.
1 Stcrt. 1999, 229, laatstelijk gewijzigd bij regeling van
17 december 2001 (Stcrt. 2001, 248).
Bijlage A
Bijlage 6 behorend bij de artikelen 6 en 7 van de Regeling
formulieren Huurprijzenwet woonruimte
Als u het niet eens bent met de hierboven voorgestelde verhoging van de
kale huurprijs, dan kunt u daartegen bezwaar maken door een bezwaarschriftformulier
in te vullen, dat verkrijgbaar is bij het secretariaat van de huurcommissie.
U kunt dat bezwaarschrift tot uiterlijk zes weken na de voorgestelde ingangsdatum
naar mij toesturen. Als ik het niet eens ben met uw bezwaar, zal ik de huurcommissie
verzoeken uitspraak te doen over de redelijkheid van de voorgestelde verhoging
van de huurprijs. Voor een procedure bij de huurcommissie zijn beide partijen
een voorschot voor leges verschuldigd van € 11,-.
Wanneer u de huurverhoging niet betaalt en ook geen bezwaarschrift indient,
zal ik de huurcommissie vragen u een herinneringsbrief omtrent dit voorstel
te sturen om u alsnog in de gelegenheid te stellen uw eventuele bezwaren door
middel van een verzoekschrift aan de huurcommissie voor te leggen om daarover
uitspraak te doen. Aan de behandeling van dat verzoekschrift zijn dezelfde
kosten verbonden.
Hoogachtend,
..
Verplichte bijlagen bij huurverhoging van meer dan het
gemiddelde inflatiepercentage van de laatst verstreken 5 kalenderjaren:
- formulier puntentelling
- toelichting onderhoud- en huurprijsbeleid
Bijlage B
Bijlage 8 behorend bij de artikelen 7 en 8 van de Regeling
formulieren Huurprijzenwet woonruimte
Toelichting
De onderhavige regeling voorziet in een wijziging van de bijlagen 6 en
8 bij de Regeling formulieren Huurprijzenwet woonruimte (hierna: de regeling).
De wijziging van bijlage 6, het huuraanzeggingsformulier, vloeit voort uit
de voorgestelde wijziging per 1 juli 2002 van de motiveringsgrens opgenomen
in artikel 19, eerste lid, onderdeel f, van de Huurprijzenwet woonruimte (Kamerstukken
II 2001/2002, 28 195, nr. 2). Deze wijziging van de motiveringsgrens houdt
in dat een voorstel tot verhoging van de huurprijs, met een percentage hoger
dan het gemiddelde van de inflatie over de voorgaande vijf kalenderjaren,
moet worden gemotiveerd met behulp van het formulier opgenomen in bijlage
6 bij de regeling. Voorheen bepaalde artikel 19, eerste lid, onderdeel f,
van de Huurprijzenwet woonruimte dat een voorstel tot verhoging van de huurprijs,
met een percentage dat hoger was dan het inflatiepercentage over het voorgaande
kalenderjaar, met behulp van het formulier opgenomen in bijlage 6 bij de regeling
moest worden gemotiveerd. Een wijziging van het in bijlage 6 opgenomen huuraanzeggingsformulier
is daarom noodzakelijk.
In bijlage 8 is het formulier voor de waardering van zelfstandige woningen
opgenomen. Dit waarderingsformulier moet worden meegezonden met een voorstel
tot verhoging van de huurprijs als bedoeld in artikel 19, derde lid, van de
Huurprijzenwet woonruimte. Met ingang van 1 juli 2002 zal een wijziging van
het woningwaarderingsstelsel worden doorgevoerd die een gefaseerde afbouw
van de verouderingsaftrek voor zelfstandige woningen inhoudt. Met ingang van
1 juli 2002 zal in drie jaar de verouderingsaftrek worden afgebouwd; vanaf
1 juli 2004 vindt er geen verouderingsaftrek meer plaats. De afbouw van de
verouderingsaftrek is een onderdeel van het huurbeleid tot 1 juli 2005, zoals
uiteengezet in de brief van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van 14 september 2001 (Kamerstukken II 2001/2002,
27 926, nr. 1). Met de onderhavige wijziging is het waarderingsformulier hieraan
aangepast.
In punt 12 (verouderingsaftrek) van het waarderingsformulier was ten onrechte
een berekeningsfactor, gekoppeld aan guldens, genoemd. Deze is met de onderhavige
wijziging vervangen door de berekeningsfactor, gekoppeld aan euro's.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J.W. Remkes.