Instelling InnovatieNetwerk groene ruimte en agrocluster

7 mei 2002

Nr. TRCJZ/2002/4848

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b. InnovatieNetwerk: InnovatieNetwerk groene ruimte en agrocluster, bedoeld in artikel 2 van deze regeling;

c. groene ruimte: het niet verstedelijkte deel van Nederland, met inbegrip van grootschalige stedelijke parken en recreatiegebieden;

d. agrocluster: geheel van activiteiten die samenhangen met de productie, verwerking, distributie en het gebruik van agrarische food- en non-foodproducten van binnen- en buitenlandse oorsprong, met inbegrip van toeleverende en dienstverlenende bedrijven.

Artikel 2

Er is een InnovatieNetwerk groene ruimte en agrocluster.

Artikel 3

De missie van het InnovatieNetwerk is bevordering van een vitale en duurzame ontwikkeling van het nationale en internationale agrocluster en van de groene ruimte, gericht op de verbetering van de kwaliteit van leven van de consument en burger, en de vitaliteit van ecosystemen.

Artikel 4

Het InnovatieNetwerk heeft tot taak op het gebied van de groene ruimte en het agrocluster:

a. strategische toekomstverkenningen uit te voeren, in het bijzonder het verkennen van toekomstige problemen en kansen, met als doel levensvatbare strategieën en acties voor belanghebbenden te identificeren;

b. het initiëren van ingrijpende vernieuwingen door het ontwerpen van perspectiefvolle aanzetten voor vernieuwingen en het op hoofdlijnen uitwerken daarvan;

c. het uitvoeren van de aan de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek opgedragen taken, voorzover deze niet reeds vallen onder de taken, genoemd in de onderdelen a en b.

Artikel 5

Het InnovatieNetwerk heeft de volgende organen:

a. het bestuur, bedoeld in artikel 6; en

b. het bureau, bedoeld in artikel 7.

Artikel 6

1. Het bestuur bestaat uit een voorzitter die tevens lid is, alsmede uit ten hoogste tien andere leden.

2. De minister benoemt, schorst en ontslaat de voorzitter, gehoord de andere leden van het bestuur.

3. De minister benoemt, schorst en ontslaat de andere leden van het bestuur, gehoord het bestuur.

4. De voorzitter en de andere leden worden benoemd op persoonlijke titel en voor een periode van vijf jaren. Zij zijn na afloop van die periode terstond herbenoembaar.

Artikel 7

1. Het bureau ondersteunt het bestuur en het netwerk.

2. De minister benoemt, schorst en ontslaat de directeur van het bureau, in overeenstemming met het Bestuur.

3. De directeur van het bureau is belast met de leiding van het personeel dat werkzaam is voor het netwerk. Hij is tevens secretaris van het bestuur.

Artikel 8

1. De minister voorziet in de financiële middelen die naar zijn oordeel noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden van het InnovatieNetwerk.

2. Het bestuur besluit omtrent de besteding van de middelen.

3. Het bestuur stelt jaarlijks voor de afloop van een kalenderjaar een voortschrijdend werkprogramma voor in ieder geval het volgende jaar vast, doch niet dan nadat het de minister in de gelegenheid heeft gesteld diens commentaar over een concept-werkprogramma aan het bestuur kenbaar te maken. Het werkprogramma bevat een begroting voor het volgend kalenderjaar.

4. Over de besteding van de middelen legt het bestuur jaarlijks verantwoording af aan de minister, uiterlijk 4 maanden na afloop van het kalenderjaar waarvoor de middelen beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 9

Het InnovatieNetwerk brengt uiterlijk in juni 2005 een evaluatierapport uit waarin de taakvervulling van het InnovatieNetwerk aan een onderzoek wordt onderworpen en voorstellen kunnen worden gedaan voor mogelijke veranderingen.

Artikel 10

1. In afwijking van artikel 6, tweede lid, geschiedt de eerste benoeming van de voorzitter door de minister, zonder de andere bestuursleden daarover te hebben gehoord.

2. In afwijking van artikel 6, derde lid, geschiedt de eerste benoeming van de andere bestuursleden door de minister, zonder het bestuur daarover te hebben gehoord.

3. In afwijking van artikel 7, tweede lid, geschiedt de eerste benoeming van de directeur van het bureau door de minister.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsbesluit InnovatieNetwerk groene ruimte en agrocluster.

Artikel 12

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2001.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 7 mei 2002.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,L.J. Brinkhorst.

Toelichting

Bij brief van 19 februari 2001 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de instelling van het InnovatieNetwerk groene ruimte en agrocluster. Voortbouwend op de Nota Voedsel en Groen en het Businessplan InnovatieNetwerk groene ruimte en agrocluster zal het InnovatieNetwerk, in nauwe samenwerking met overheid, kennisinstellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties strategische toekomstverkenningen uitvoeren en initiatieven ontwikkelen voor ingrijpende vernieuwingen in het agrocluster en de groene ruimte. Het doel is om in de komende vijf jaar in de praktijk de werkwijzen te ontwikkelen en te beproeven waarmee organisaties gezamenlijke kansen op innovaties kunnen herkennen, uitwerken en gereed maken voor implementatie. Onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het InnovatieNetwerk worden de wegen verkend die kunnen leiden tot de kennisontwikkeling en innovaties die nodig zijn om kansen voor de agrosector en de groene ruimte te benutten.

Om voldoende vernieuwend te kunnen zijn is het InnovatieNetwerk vormgegeven als een van de overheid en de andere betrokken partijen onafhankelijke organisatie, van waaruit nieuwe wegen kunnen worden verkend en met nieuwe benaderingen kan worden geëxperimenteerd. Het bestuur en het bureau van het Innovatienetwerk zullen daartoe participeren in taak-, werk-, studie- en andere groepen, die in sommige gevallen door het Innovatienetwerk, en in andere gevallen door de overheid, kennisinstellingen, het bedrijfsleven of maatschappelijke organisaties zullen worden geïnitieerd. De genoemde instellingen en organisaties en het Innovatienetwerk ontwikkelen aldus in nauwe samenwerking een portfolio van innovatieprogramma's en kunnen zorgen voor de mensen en middelen om deze programma's te formuleren en te realiseren.

Het Innovatienetwerk vervult naast zijn innovatietaak de taken van de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek als onderzoekssectorraad als bedoeld in de Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling op het beleidsterrein van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst.

Naar boven