Vaststelling maximale huurprijsgrenzen woonruimten 2002

26 april 2002

MJZ 2002039059

Centrale Directie Juridische Zaken Afdeling Wetgeving

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 12, eerste lid, van het Besluit huurprijzen woonruimte;

Besluit:

Artikel 1

De maximale huurprijsgrenzen voor woonruimten welke een zelfstandige woning vormen als bedoeld in artikel 1, derde lid, van het Besluit huurprijzen woonruimte zijn vanaf 1 juli 2002 de bedragen, genoemd in bijlage I.

Artikel 2

De maximale huurprijsgrenzen voor woonruimten welke niet een zelfstandige woning vormen als bedoeld in artikel 1, vierde lid, van het Besluit huurprijzen woonruimte zijn vanaf 1 juli 2002 de bedragen, genoemd in bijlage II.

Artikel 3

De maximale huurprijsgrenzen voor woonwagens als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Huurprijzenwet woonruimte zijn vanaf 1 juli 2002 de bedragen, genoemd in bijlage III.

Artikel 4

De maximale huurprijsgrenzen voor standplaatsen als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Huurprijzenwet woonruimte zijn vanaf 1 juli 2002 de bedragen, genoemd in bijlage IV.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2002.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling maximale huurprijsgrenzen woonruimten 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 april 2002.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,J.W. Remkes.

Bijlage I

Maximale huurprijsgrenzen voor zelfstandige woningen per 1 juli 2002

stcrt-2002-88-p17-SC34490-1.gif

Bijlage II

Maximale huurprijsgrenzen voor onzelfstandige woonruimten per 1 juli 2002

stcrt-2002-88-p17-SC34490-2.gifstcrt-2002-88-p17-SC34490-3.gifstcrt-2002-88-p17-SC34490-4.gif

* De maximale huurprijsgrens behorende bij meer dan 750 punten is het bedrag dat wordt verkregen door € 0,82 (dat bedrag komt overeen met het verschil tussen de bedragen, genoemd bij 750 en 749 punten) te vermenigvuldigen met het aantal punten van de woonruimte verminderd met 750, en bij de verkregen uitkomst € 755,28 (dat bedrag komt overeen met het bedrag genoemd bij 750 punten) op te tellen.

Bijlage III

Maximale huurprijsgrenzen voor woonwagens per 1 juli 2002

stcrt-2002-88-p17-SC34490-5.gif

Bijlage IV

Maximale huurprijsgrenzen voor standplaatsen per 1 juli 2002

stcrt-2002-88-p17-SC34490-6.gif

* De maximale huurprijsgrens behorende bij meer dan 250 punten is het bedrag dat wordt verkregen door € 4,44 (dat bedrag komt overeen met het verschil tussen de bedragen, genoemd bij 250 en 249 punten) te vermenigvuldigen met het aantal punten van de woonruimte verminderd met 250, en bij de verkregen uitkomst € 1075,89 (dat bedrag komt overeen met het bedrag genoemd bij 250 punten) op te tellen.

Toelichting

Artikel 12, eerste lid, van het Besluit huurprijzen woonruimte is bij besluit van 9 april 2002 tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte, het Besluit beheer sociale-huursector en enkele andere besluiten (aanpassingen als gevolg van het huurbeleid vanaf 1 juli 2002) (Stb. 193) gewijzigd in die zin dat bij ministeriële regeling de maximale huurprijsgrenzen worden vastgesteld. De zinsnede inhoudende dat deze grenzen jaarlijks op 1 juli worden aangepast, is geschrapt. Dit houdt in dat de maximale huurprijsgrenzen worden bevroren op het niveau van 30 juni 2002. Daartoe strekt deze regeling. De achterliggende gedachte van het bevriezen van de maximale huurprijsgrenzen per 1 juli 2002 op het niveau van 30 juni 2002 is gelegen in het volgende.

In de brief van 14 september 2001 aan de voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2000/01, 27 926, nr. 1) heb ik de hoofdlijnen van het huurbeleid vanaf 1 juli 2002 uiteengezet. Deze hoofdlijnen zijn grotendeels gebaseerd op het advies van de Commissie Huurbeleid zoals deze commissie dat op 12 september 2001 aan mij heeft aangeboden.

In het huurbeleid vanaf 1 juli 2002 zijn twee perioden te onderscheiden.

Kernpunt van het huurbeleid voor de lange termijn vormt een stelsel van referentiehuren waardoor de transparantie van de woningmarkt wordt vergroot. Daarbij past ook een huurcontract dat de rechten en verplichtingen van huurder en verhuurder duidelijk vastlegt. Deze afspraken zullen voor vijf jaar gelden waarna herijking van de huurprijs kan plaatsvinden met inachtneming van bepaalde waarborgen voor huurders. Deze voorstellen kunnen naar verwachting met ingang van 1 juli 2005 worden ingevoerd.

In ieder geval acht ik het tot die tijd wenselijk het beleid ten aanzien de ontwikkeling van de huurprijzen van de afgelopen jaren voort te zetten. Hierbij hecht ik er aan zowel voldoende ruimte voor verhuurders te bieden om op een exploitatietechnisch verantwoorde wijze te kunnen verhuren, als aan de andere kant ook de betaalbaarheid voor huurders in het oog te houden. Dit wil ik realiseren via een samenhangend en evenwichtig pakket aan maatregelen, zoals ook is voorgesteld in het meerderheidsadvies van de Commissie Huurbeleid voor de periode 1 juli 2002 tot 1 juli 2005. Eén van die maatregelen betreft het bevriezen van de maximale huurprijsgrenzen op het huidige niveau. De bevriezing van de maximale huurprijsgrenzen moet gezien worden in het perspectief van deze ontwikkelingen.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.W. Remkes.

Naar boven