Instellingsbesluit Beraad Urgentiegeneeskunde

26 april 2002

CZ/EZ 2279887

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

Artikel 1

Er is een Beraad Urgentiegeneeskunde (BUG), verder te benoemen het Beraad.

Artikel 2

Het Beraad heeft tot taak:

a. het gevraagd en ongevraagd adviseren van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over vraagstukken die gerelateerd zijn aan de urgentiegeneeskunde;

b. het bevorderen van kennisuitwisseling, samenwerking, coördinatie en afstemming van beleid tussen de ketenpartners op het terrein van de urgentiegeneeskunde;

c. het bevorderen van kennisuitwisseling, samenwerking, coördinatie en afstemming van beleid tussen de geneeskundige kolom en de kolom openbaar bestuur en veiligheid.

Artikel 3

Het Beraad bestaat uit:

a. de heer mr. J. Kohnstamm, voorzitter;

b. mevrouw mr. P. Swenker, Ambulancezorg Nederland (AZN);

c. de heer drs. J.S.K. Luitse, Landelijk Beraad Trauma Centra (LBTC);

d. de heer dr. J.W. Sindram, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ);

e. de heer dr. G.L. Engel, de Nederlandse Vereniging van Academische Ziekenhuizen (VAZ);

f. de heer H. Ensing, de Raad voor Regionaal Geneeskundig Functionarissen (Raad RGF-en);

g. de heer drs. M.A.J.M. Bos, Zorgverzekeraars Nederland (ZN);

h. de heer J.H. Blaauw (huisarts), Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV);

i. de heer dr. W.J.M. van Hezewijk, Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ);

j. mevrouw drs. D.E. Herpin, secretaris Platform Urgentiegeneeskunde (PLUG), als waarnemer namens het PLUG;

k. de heer mr. M.G. Griens, secretaris Landelijk Beraad Rampenbestrijding (LBRB) als waarnemer namens het LBRB;

l. de heer J. Kranenburg, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) als waarnemer namens BZK;

m. de heer drs. F. Kersseboom, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, secretaris Beraad.

Artikel 4

Het Beraad komt ten minste vier maal per jaar bijeen.

Artikel 5

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het Beraad geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De bescheiden worden bij beëindiging van de werkzaamheden van het Beraad opgeborgen in het archief van het Ministerie.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 10 april 2002. Het vervalt met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Beraad Urgentiegeneeskunde.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,E. Borst-Eilers.

Toelichting

In juni 2000 werd het Platform Urgentiegeneeskunde (PLUG) opgericht met het doel om tot eind 2001 via gerichte acties de samenwerking tussen de ketenpartners op het terrein van de urgentiegeneeskunde te bevorderen, zowel binnen de geneeskundige kolom als binnen de kolom openbaar bestuur en veiligheid. Daarbij bouwde het Platform voort op de samenwerkingsverbanden die in het kader van het project Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) waren gecreëerd. Het PLUG bleek in een behoefte te voorzien. Het PLUG heeft zichzelf krachtens de afspraak per 1 januari 2002 ontbonden. Uit een inventarisatie onder de leden bleek echter grote behoefte te bestaan aan een advies- en overlegorgaan van de geneeskundige sector op bestuurlijk niveau opdat de ketenpartners op het terrein van de urgentiegeneeskunde zowel een herkenbaar eigen ankerpunt behouden als kunnen beschikken over een georganiseerde lijn naar de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en naar het Ministerie.

Daarom is besloten een Beraad Urgentiegeneeskunde (Beraad) in te stellen als vervolg op het Platform Urgentiegeneeskunde. Het Beraad vormt voor de urgentiegeneeskunde het landelijk bestuurlijk herkenningspunt, waar ook in het kader van het werk voor het Landelijk Beraad Rampenbestrijding voordeel mee kan worden gedaan. Het Beraad bestaat uit bestuurders uit diverse koepelorganisaties.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.