Bestuursreglement rechtbank Utrecht

Het bestuur van de rechtbank Utrecht besluit tot wijziging van het op 22 januari 2002 vastgestelde bestuursreglement, waardoor dit reglement als volgt komt te luiden:

Hoofdstuk 1. Organisatie gerecht

Artikel 1.1 Onderdelen organisatie gerecht

De rechtbank te Utrecht kent in ieder geval de volgende onderdelen:

a. het bestuur;

b. het bedrijfsbureau;

c. de sector bestuursrecht, ingedeeld in teams;

d. de sector handels- en familierecht, ingedeeld in teams;

e. de sector kanton, ingedeeld in teams;

f. de sector strafrecht, ingedeeld in teams;

g. de gerechtsvergadering;

h. de sectorvergadering;

i. de teamvergadering.

Hoofdstuk 2. Bestuur

Artikel 2.1 Werkwijze bestuur

1. Het bestuur komt in de regel één maal per veertien dagen bijeen.

2. Het bestuur komt in ieder geval bijeen:

a. voor de bespreking en vaststelling van de rechtbankbrede beleidskaders voor de onderwerpen in de Wet op de rechterlijke organisatie genoemd;

b. op verzoek van de president, of

c. op verzoek van ten minste twee leden van het bestuur en

d. voor de bespreking en vaststelling van het bestuursreglement, van de klachtenregeling en de jaarstukken, zoals genoemd in de Wet op de rechterlijke organisatie.

3. Het bestuur vergadert volgens een tevoren vastgesteld schema. De president doet daartoe een voorstel.

4. Een bijeenkomst als bedoeld in het tweede lid, onder c, wordt binnen veertien dagen gehouden nadat het verzoek bij de president is binnengekomen.

5. Het bijeenroepen geschiedt door een schriftelijke kennisgeving aan de leden van het bestuur.

Artikel 2.2 Agenda en verslag

1. De president is verantwoordelijk voor het opstellen van een agenda voor elke bijeenkomst. De agenda wordt tijdens de bijeenkomst door het bestuur vastgesteld. De president plaatst in ieder geval op de agenda:

a. de door een lid van het bestuur opgegeven onderwerpen;

b. het verslag van de vorige bijeenkomst.

2. De president is verantwoordelijk voor de verzending van de schriftelijke kennisgeving, bedoeld in artikel 2.1, vijfde lid, de agenda en eventuele overige stukken aan de leden van het bestuur. Dit gebeurt uiterlijk op de derde werkdag voorafgaand aan de bijeenkomst.

De agenda is openbaar.

3. De president is verantwoordelijk voor het opstellen van een verslag zo spoedig mogelijk na een bijeenkomst. Het bestuur kan besluiten dat beraadslagingen of besluiten over een of meerdere onderwerpen niet in het openbaar te maken gedeelte van het verslag worden opgenomen.

4. Het verslag, bedoeld in het derde lid, wordt in de eerstvolgende bijeenkomst vastgesteld en vervolgens openbaar gemaakt.

Artikel 2.3 Orde

1. Besluiten kunnen slechts worden genomen in een bijeenkomst waarin ten minste vier leden van het bestuur aanwezig zijn.

2. De bijeenkomst wordt voorgezeten door de president.

3. Indien de president afwezig is, zit een door het bestuur aangewezen ander lid van het bestuur de bijeenkomst voor.

4. De president kan de bijeenkomst schorsen.

5. De president bepaalt de duur van de schorsing en het moment van hervatten van de bijeenkomst.

Artikel 2.4 Besluitvorming

1. Het bestuur beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken geeft de stem van de president de doorslag.

2. Tot de vaststelling van het jaarplan en het meerjarenplan van de rechtbank kan door het bestuur slechts worden besloten wanneer de president tot de meerderheid behoort die voor de vaststelling stemt.

3. Een lid van het bestuur kan zijn stem alleen tijdens een bijeenkomst uitbrengen.

4. De president is verantwoordelijk voor het opnemen van een besluitenlijst in het verslag, als bedoeld in artikel 2.2., derde lid.

5. Het bestuur treedt met zijn beslissingen niet in de procesrechtelijke behandeling van, inhoudelijke beoordeling van alsmede de beslissing in een concrete zaak en categorieën van zaken.

Artikel 2.5 Onverwijlde besluitvorming

1. Indien door ontstentenis het in artikel 2.3, eerste lid, bedoelde aantal leden niet aanwezig is en besluitvorming onverwijld gewenst is, besluit de president op basis van eenstemmigheid met de leden van het bestuur die wel aanwezig zijn.

2. De besluitvorming, bedoeld in het eerste lid, is niet toepasbaar op de in artikel 2.1, tweede lid, onder a en d genoemde onderwerpen.

3. Over de besluiten, bedoeld in het eerste lid, licht de president terstond de andere leden van het bestuur in. De besluiten worden ten behoeve van een nadere toelichting geagendeerd voor de eerstvolgende bijeenkomst.

Artikel 2.6 Besluitvorming buiten bijeenkomst

1. In door de president te bepalen gevallen kan buiten een bijeenkomst een besluit worden genomen.

2. In de in het vorige lid bedoelde gevallen wordt aan alle leden van het bestuur een schriftelijk voorstel daartoe, voorzien van een motivering, voorgelegd.

3. Indien binnen een door de president aan te geven termijn geen van de bestuursleden te kennen geeft dat hij het voorstel op de agenda van de eerstvolgende bijeenkomst geplaatst wil hebben, neemt de president namens het bestuur het betreffende besluit.

4. Het besluit wordt opgenomen in het verslag van de eerstvolgende bijeenkomst.

Artikel 2.7 Vervanging bestuursleden

1. Een lid van het bestuur dat niet in staat is aan de werkzaamheden van het bestuur deel te nemen kan na overleg met hem worden vervangen door:

a. een van tevoren door het bestuur op voorstel van de president aangewezen lid van het bestuur, niet zijnde de directeur bedrijfsvoering, indien het de president is;

b. een van tevoren door het bestuur op voorstel van het betrokken bestuurslid aangewezen teamleider uit de betreffende sector, indien het een sectorvoorzitter is;

c. een van tevoren door het bestuur op voorstel van de directeur bedrijfsvoering aangewezen gerechtsambtenaar van het bedrijfsbureau, indien het de directeur bedrijfsvoering is.

2. Een vervanger als bedoeld in het vorige lid heeft dezelfde rechten als het lid dat hij vervangt.

3. Voor beëdigingen als bedoeld in artikel 9a van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt de president in geval van ziekte of andere verhindering vervangen door een door hem daartoe aangewezen sectorvoorzitter.

Hoofdstuk 3. Mandaat

Artikel 3.1 Mandaatverlening

Het bestuur machtigt één of meer van zijn leden één of meer van de bevoegdheden van het bestuur uit te oefenen conform de bij dit reglement gevoegde zakelijke inhoud van de mandaatregeling. Deze door het bestuur van de rechtbank vastgestelde mandaatregeling ligt gedurende zes weken na publicatie van dit reglement in de Staatscourant ter inzage bij de centrale balie van de rechtbank.

Artikel 3.2 Ondermandaatverlening

Het bestuur staat toe dat ondermandaat wordt verleend conform de in de mandaatregeling uitgewerkte ondermandatering.

Hoofdstuk 4. President

Artikel 4.1 De president

1. De president is voorzitter van het bestuur en van de gerechtsvergadering.

2. De president vertegenwoordigt de rechtbank naar buiten, met name naar de Raad voor de Rechtspraak en andere relevante externe partijen.

3. De president bewaakt de voortgang van de uitvoering van het jaarplan en voert daartoe regelmatig overleg met de sectorvoorzitters.

Hoofdstuk 5. Bedrijfsbureau

Artikel 5.1 Het bedrijfsbureau

1. De directeur bedrijfsvoering is binnen de door het bestuur gestelde kaders belast met de algemene leiding, de organisatie en de bedrijfsvoering van het bedrijfsbureau.

2. De directeur bedrijfsvoering houdt toezicht op de planningcyclus van de rechtbank.

3. Het bedrijfsbureau is belast met beleidsontwikkeling, advisering en ondersteuning van het bestuur en van de leidinggevenden van de sectoren en van de teams, met name op het terrein van de zogenaamde PIOFAH-taken*.

* PIOFAH-taken zijn: Personeel-Informatie-Organisatie-Financiën-Automatisering-Huisvesting.

Hoofdstuk 6. Sectoren

Artikel 6.1 De sectorvoorzitter

1. De sectorvoorzitter is binnen de door het bestuur gestelde kaders belast met de algemene leiding, de organisatie en de bedrijfsvoering van de sector

2. De sectorvoorzitter heeft voorts tot taak binnen de sector de juridische kwaliteit en de uniforme rechtstoepassing te bevorderen. Bij de uitvoering van deze taak treedt de sectorvoorzitter niet in de procesrechtelijke behandeling van, de inhoudelijke beoordeling van alsmede de beslissing in een concrete zaak en categorieën van zaken.

3. Binnen de kaders door het bestuur gesteld bepaalt de sectorvoorzitter welke van zijn bevoegdheden door de teamleiders worden uitgeoefend.

4. De sectorvoorzitter vormt met de teamleiders het managementteam van de sector. Het managementteam komt regelmatig bijeen voor overleg over de uitvoering van de taken van de sectorvoorzitter en de teamleiders. Op uitnodiging van de sectorvoorzitter wonen de hoofden juridische ondersteuning en hoofden administratie de bijeenkomsten van het managementteam bij.

Met inachtneming van het gestelde in lid 3 blijft de beslissingsbevoegdheid bij de sectorvoorzitter liggen.

5. De sectorvoorzitter bevordert binnen de sector het werkoverleg.

Artikel 6.2 De teamleider

1. De teamleider is binnen de door het bestuur en de sectorvoorzitter gestelde kaders belast met de algemene leiding, de organisatie en de bedrijfsvoering van het team.

2. De teamleider heeft voorts tot taak binnen het team de juridische kwaliteit en de uniforme rechtstoepassing te bevorderen. Bij de uitvoering van deze taak treedt de teamleider niet in de procesrechtelijke behandeling van, de inhoudelijke beoordeling van alsmede de beslissing in een concrete zaak en categorieën van zaken.

3. De teamleider kan worden bijgestaan door een hoofd juridische ondersteuning, die directe leiding geeft aan de tot het team behorende medewerkers van de juridische ondersteuning en door een hoofd administratie, die directe leiding geeft aan de tot het team behorende medewerkers van de administratieve ondersteuning.

4. Binnen de kaders door het bestuur en de sectorvoorzitter gesteld, bepaalt de teamleider welke van zijn overige bevoegdheden door het hoofd juridische ondersteuning of het hoofd administratie worden uitgeoefend.

5. Indien binnen het team een hoofd juridische ondersteuning of een hoofd administratie is aangesteld, vormt de teamleider met hen het managementteam van het team. Het managementteam komt regelmatig bijeen voor overleg over de uitvoering van de taken van de teamleider, het hoofd juridische ondersteuning en het hoofd administratie.

Met inachtneming van het gestelde in lid 4 blijft de beslissingsbevoegdheid bij de teamleider liggen.

6. De teamleider bevordert binnen het team het werkoverleg.

Hoofdstuk 7. De vergaderingen

Artikel 7.1 De gerechtsvergadering

1. De bij de rechtbank werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de gerechtsauditeurs-rechterplaatsvervanger en de rechterlijke ambtenaren in opleiding vormen tezamen de gerechtsvergadering.

De bij de rechtbank werkzame gerechtsambtenaren en de bij artikel 8 van de Wet op de rechterlijke organisatie bedoelde rechters-plaatsvervanger kunnen op uitnodiging deelnemen aan deze vergadering.

2. De gerechtsvergadering komt bijeen op verzoek van het bestuur of op verzoek van ten minste een kwart van de gezamenlijke bij het gerecht werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, gerechtsauditeurs-rechterplaatsvervanger en rechterlijke ambtenaren in opleiding, voor het bespreken van een advies over sectoroverstijgende beleidsvorming ten aanzien van de juridische kwaliteit en de uniforme rechtstoepassing (artikel 28 van de Wet op de rechterlijke organisatie) en van een advies over de lijst van aanbeveling (artikel 1e Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren).

3. Het bijeenroepen geschiedt door een schriftelijke kennisgeving van de president. Hij doet dit ten minste zeven dagen voorafgaand aan de bijeenkomst.

4. Een bijeenkomst als bedoeld in het tweede lid, anders dan op verzoek van het bestuur, wordt gehouden binnen veertien dagen nadat het verzoek bij het bestuur is ingekomen.

5. De president is verantwoordelijk voor het opstellen van een verslag zo spoedig mogelijk na een bijeenkomst. Het verslag wordt in de eerstvolgende bijeenkomst vastgesteld.

6. Besluitvorming tijdens een bijeenkomst geschiedt bij meerderheid van stemmen. Een stem kan alleen tijdens de bijeenkomst worden uitgebracht.

7. Besluitvorming kan, op voorstel van het bestuur, ook buiten een bijeenkomst plaatsvinden door aanvaarding van een door het bestuur aan alle stemgerechtigde leden van de gerechtsvergadering schriftelijk of elektronisch voorgelegd voorstel. Als datum van het besluit van de gerechtsvergadering geldt in zodanig geval de laatste dag van de termijn waarbinnen op het voorstel van het bestuur kan worden gereageerd.

8. In alle gevallen komt stemrecht uitsluitend toe aan de rechterlijke ambtenaren genoemd in de eerste volzin van art. 6.1.1.

Artikel 7.2 De sectorvergadering

1. De bij de sector werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de gerechtsauditeurs-rechterplaatsvervanger, de rechterlijke ambtenaren in opleiding en de gerechtsambtenaren vormen tezamen de sectorvergadering. De bij de sector werkzame rechters-plaatsvervanger als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de rechterlijke organisatie kunnen op uitnodiging deelnemen aan deze vergadering.

2. De sectorvergadering komt bijeen op verzoek van de sectorvoorzitter of op verzoek van ten minste een kwart van de gezamenlijke bij de sector werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, gerechtsauditeurs-rechterplaatsvervanger, rechtelijke ambtenaren in opleiding en gerechtsambtenaren voor het bespreken van een advies over beleidsvorming ten aanzien van de juridische kwaliteit en de uniforme rechtstoepassing binnen de sector (artikel 28 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3. Het bijeenroepen geschiedt door een schriftelijke kennisgeving van de sectorvoorzitter. Hij doet dit ten minste zeven dagen voorafgaand aan de bijeenkomst.

4. Een bijeenkomst op verzoek van de bij de sector werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, gerechtsauditeurs-rechterplaatsvervanger, rechtelijke ambtenaren in opleiding en gerechtsambtenaren wordt gehouden binnen veertien dagen nadat het verzoek bij de sectorvoorzitter is ingekomen.

5. De sectorvoorzitter is verantwoordelijk voor het opstellen van een verslag zo spoedig mogelijk na een bijeenkomst. Het verslag wordt in de eerstvolgende bijeenkomst vastgesteld.

6. Besluitvorming tijdens een bijeenkomst geschiedt bij meerderheid van stemmen. Een stem kan alleen tijdens de bijeenkomst worden uitgebracht.

7. Besluitvorming kan, op voorstel van de sectorvoorzitter, ook buiten een bijeenkomst plaatsvinden door aanvaarding van een door de sectorvoorzitter aan alle stemgerechtigde leden van de sectorvergadering schriftelijk of elektronisch voorgelegd voorstel. Als datum van het besluit van de sectorvergadering geldt in zodanig geval de laatste dag van de termijn waarbinnen op het voorstel van de sectorvoorzitter kan worden gereageerd.

8. In alle gevallen komt stemrecht uitsluitend toe aan de rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de gerechtsauditeurs-rechterplaatsvervanger en de rechterlijke ambtenaren in opleiding.

Artikel 7.3 Teamvergadering

1. De bij het team werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de gerechtsauditeurs-rechterplaatsvervanger, de rechterlijke ambtenaren in opleiding en de gerechtsambtenaren vormen tezamen de teamvergadering. De bij het team werkzame rechters-plaatsvervanger als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de rechterlijke organisatie kunnen op uitnodiging deelnemen aan deze vergadering.

2. De teamvergadering komt bijeen op verzoek van de teamleider of op verzoek van ten minste een kwart van de gezamenlijke bij het team werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, gerechtsauditeurs-rechterplaatsvervanger, rechtelijke ambtenaren in opleiding en gerechtsambtenaren voor het bespreken van een advies over beleidsvorming ten aanzien van de juridische kwaliteit en de uniforme rechtstoepassing binnen het team.

3. Het bijeenroepen geschiedt door een schriftelijke kennisgeving van de teamleider. Hij doet dit ten minste zeven dagen voorafgaand aan de bijeenkomst.

4. Een bijeenkomst op verzoek van de bij het team werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, gerechtsauditeurs-rechterplaatsvervanger, rechtelijke ambtenaren in opleiding en gerechtsambtenaren wordt binnen veertien dagen gehouden nadat het verzoek bij de teamleider is ingekomen.

5. Besluitvorming tijdens een teamvergadering geschiedt bij meerderheid van stemmen. Een stem kan alleen tijdens een bijeenkomst worden uitgebracht. Stemrecht komt uitsluitend toe aan de rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de gerechtsauditeurs-rechterplaatsvervanger en de rechtelijke ambtenaren in opleiding.

6. De teamleider is verantwoordelijk voor het opstellen van een verslag zo spoedig mogelijk na een bijeenkomst. Het verslag wordt in de eerstvolgende bijeenkomst vastgesteld.

Hoofdstuk 8. Vorming van kamers en verdeling van zaken over de kamers

Artikel 8.1 De vorming van kamers en de verdeling van zaken

1. Het bestuur stelt een reglement vast, waarin is geregeld de:

a. vorming van enkelvoudige en meervoudige kamers, waaronder in ieder geval de kamers bedoeld in de paragrafen 2 en 3, afdeling 3 van de Wet op de rechterlijke organisatie;

b. verdeling van (categorieën van) zaken over de sectoren;

c. aanwijzing van de categorieën zaken die in de hoofdplaats en nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen worden behandeld.

2. Het reglement, bedoeld in het eerste lid, wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het reglement wordt door het bestuur voor een ieder ter inzage gelegd.

Hoofdstuk 9. Benoeming

Artikel 9.1 Benoeming rechter

1. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een lijst van aanbeveling voor de benoeming van rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, met inachtneming van het navolgende.

2. Er is een selectie-adviescommissie die het bestuur adviseert omtrent de opstelling van een lijst van aanbeveling voor de benoeming van rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast.

3. De selectie-adviescommissie bestaat uit één rechterlijke ambtenaar met rechtspraak belast uit iedere sector, niet zijnde een teamleider of een bestuurslid, aangevuld met één teamleider uit iedere sector.

4. De leden van de selectie-adviescommissie worden benoemd door het bestuur voor de duur van twee jaar. De leden kunnen aansluitend één maal voor eenzelfde periode opnieuw worden benoemd.

Voor ieder lid van de selectie-adviescommissie wordt een plaatsvervangend lid uit dezelfde sector benoemd.

5. De selectie-adviescommissie wijst uit haar midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter aan. Zij legt haar werkwijze vast in een reglement dat wordt vastgesteld in overleg met het bestuur.

6. De selectie wordt verricht aan de hand van het voor de betrokken functie vastgesteld competentieprofiel.

7. De selectie-adviescommissie heeft tot taak het geven van advies aan het bestuur:

a. terzake van aanbevelingen voor benoeming tot rechter, niet zijnde een rechter in de sector kanton als bedoeld in artikel 9.2;

b. terzake van aanbevelingen voor benoeming tot rechter-plaatsvervanger en gerechtsauditeur.

8. Selectiegesprekken worden gevoerd door alle leden van de selectie-adviescommissie indien de te selecteren persoon een benoeming tot rechter ambieert. Indien de te selecteren persoon daarvoor niet in aanmerking wenst te komen voeren twee leden van de selectie-adviescommissie, te weten één rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast en één teamleider, de gesprekken.

9. De (kleine danwel grote) selectie-adviescommissie brengt schriftelijk advies uit aan het bestuur. Indien er meer dan een geschikte kandidaat is voor de vervulling van een vacature, geeft de selectie-adviescommissie een met redenen omklede volgorde van voorkeur aan.

Artikel 9.2 Invulling sleutelfuncties

1. Het bestuur bepaalt zijn standpunt inzake de benoeming van een lid van het bestuur en benoemt dan wel draagt voor tot benoeming personen in de functie van teamleider, vice-president vakinhoudelijk, rechter in de sector kanton, hoofd juridische ondersteuning en hoofd administratie, met inachtneming van het navolgende.

2. Indien zich een vacature voordoet van sectorvoorzitter, teamleider, vice-president vakinhoudelijk, rechter in de sector kanton, hoofd juridische ondersteuning en hoofd administratie wordt een selectie-adviescommissie ingesteld, die het bestuur adviseert omtrent de vervulling van de vacature.

Indien een zittende teamleider, vice-president vakinhoudelijk, hoofd juridische ondersteuning en hoofd administratie naar een gelijke functie binnen de organisatie van de rechtbank solliciteert, is dit lid niet van toepassing. Het bestuur stelt in overleg met de ondernemingsraad hieromtrent nadere regels.

3. Elke selectie-adviescommissie heeft vijf leden, bestaande uit leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast niet zijnde een bestuurslid en gerechtsambtenaren. Drie van deze leden zijn afkomstig uit de betreffende sector.

4. De benoeming van de leden van de selectie-adviescommissie geschiedt door het bestuur.

5. De selectie-adviescommissie wijst uit haar midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter aan en bepaalt haar eigen werkwijze.

6. De selectie wordt verricht aan de hand van het voor de betrokken functie vastgesteld competentieprofiel.

7. De selectie-adviescommissie brengt schriftelijk advies uit aan het bestuur. Indien er meer dan een geschikte kandidaat is voor de vervulling van een vacature, geeft de selectie-adviescommissie een met redenen omklede volgorde van voorkeur aan.

8. Indien zich de vacature voordoet van president wordt een rechtbankbrede selectie-advies-commissie ingesteld , die het bestuur adviseert omtrent de vervulling van de vacature van president.

9. Deze selectie-adviescommissie bestaat uit vijf leden, te weten één afkomstig uit iedere sector en één afkomstig uit het bedrijfsbureau. De leden afkomstig uit de sectoren zijn voor de helft leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast niet zijnde een bestuurslid en voor de helft gerechtsambtenaren.

10. De benoeming van de leden van de selectie-adviescommissie geschiedt door het bestuur.

11. De selectie-adviescommissie wijst uit haar midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter aan en zij bepaalt haar eigen werkwijze.

12. De selectie wordt verricht aan de hand van het voor de betrokken functie vastgestelde competentieprofiel.

13. De selectie-adviescommissie brengt schriftelijk advies uit aan het bestuur. Als er meer dan een geschikte kandidaat is voor de vervulling van de vacature, geeft de selectie-adviescommissie een met redenen omklede volgorde van voorkeur aan.

14. Indien zich de vacature voordoet van directeur bedrijfsvoering wordt een selectie-adviescommissie ingesteld.

15. Deze selectie-adviescommissie adviseert het bestuur omtrent de vervulling van de vacature van directeur bedrijfsvoering.

16. Deze selectie-adviescommissie bestaat uit vijf leden. Drie van deze leden zijn afkomstig uit het bedrijfsbureau. De overige leden zijn een rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast en een gerechtsambtenaar.

17. De benoeming van de leden van de selectie-adviescommissie geschiedt door het bestuur.

18. De selectie-adviescommissie wijst uit haar midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter aan en zij bepaalt haar eigen werkwijze.

19. De selectie wordt verricht aan de hand van het voor de betrokken functie vastgesteld competentieprofiel.

20. De selectie-adviescommissie brengt schriftelijk advies uit aan het bestuur. Als er meer dan een geschikte kandidaat is voor de vervulling van de vacature, geeft de selectie-adviescommissie een met redenen omklede volgorde van voorkeur aan.

Hoofdstuk 10. Planning en control

Artikel 10.1 Planning

Het bestuur is verantwoordelijk voor de planning, bedoeld in paragraaf 3 afdeling 2 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het bestuur stelt hiervoor een procedure vast, waarin in ieder geval is geregeld:

a. de totstandkoming van het jaarplan, inclusief het meerjarenplan, bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

b. de totstandkoming van het jaarverslag, bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

c. de wijze van informatieverschaffing door de verschillende onderdelen van de organisatie;

d. de wijze van behandeling van de stukken, genoemd in het eerste en tweede lid, door het bestuur;

e. de presentatie van de stukken, genoemd in het eerste en tweede lid.

Artikel 10.2 Control

De president is verantwoordelijk voor het laten plaatsvinden van control en is gerechtigd tot opdrachtverlening ter zake. Het bestuur stelt op voordracht van de president hiervoor een procedure vast, waarin in ieder geval is geregeld:

a. wat onderwerp van control kan zijn;

b. in welke vorm de control plaatsvindt;

c. wat de resultaten van control kunnen zijn;

d. hoe de resultaten worden bekendgemaakt.

Hoofdstuk 11. Vaststelling en wijziging reglement

Artikel 11.1 De vaststelling en wijziging van het reglement

1. Dit reglement is met eenparigheid van stemmen vastgesteld door het bestuur. Het wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad voor de rechtspraak en na verkregen goedkeuring gepubliceerd in de Staatscourant. Het treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van publicatie in de Staatscourant.

2. Een voorstel tot wijziging van het reglement kan worden gedaan door een lid van het bestuur.

3. In afwijking van art. 2.4.1 wordt een wijziging als bedoeld in het tweede lid genomen met eenparigheid van stemmen.

Deze wijziging is met eenparigheid van stemmen vastgesteld door het bestuur. Het wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad voor de rechtspraak en na verkregen goedkeuring gepubliceerd in de Staatscourant. Het treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van publicatie in de Staatscourant.

Utrecht, 24 april 2002.
Namens het bestuur van de rechtbank Utrecht,
H.N. Brouwer, president.

Naar boven