Verkeersbesluit wijziging grens marifoonblokkanaal

20 maart 2002

Nr. AVS nr. 10/2002

Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland

De Minister van verkeer en Waterstaat

Wijziging grens van het blokkanaal VHF 4 en 19 en plaatsing van verkeerstekens B.11 en E.11 uit de bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement op de Oude Maas, de Dordtsche Kil, de Noord, de Beneden Merwede, de Rietbaan en het Wantij aangevende het begin en einde van marifoonblokgebieden van de sector Dordrecht en de sector Heerjansdam in de regio Drechtsteden.

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

1. `hoofdingenieur-directeur', de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in directie Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam;

2. `het hoofd scheepvaartzaken', het hoofd van de afdeling Scheepvaartzaken van de Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam;

3. `dienstkringhoofd', het hoofd van de dienstkring Merwede en Maas, Postbus 464, 3300 AL Dordrecht;

4. `BPR', het Binnenvaartpolitiereglement.

Vereiste van besluit

Op grond van het bepaalde in artikel 2 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, moet het bevoegd gezag een verkeersbesluit nemen voor het plaatsen of verwijderen van een verkeersteken, dat een gebod of een verbod bevat zoals opgenomen in bijlage 7 van het BPR.

Op grond van artikel 2, eerste lid, onder a. Sub.1 van de Scheepvaartverkeerswet ben ik het bevoegde gezag.

De rivier de Oude Maas, de Noord, de Beneden Merwede, de Dordtsche Kil, het Wantij en de Rietbaan zijn in beheer bij het Rijk.

Gevolgde procedure

De bekendmaking van de ter inzage legging van het ontwerpbesluit met de daarop betrekking hebbende stukken en de mogelijkheid zienswijzen kenbaar te maken werd op 7 februari 2001 gepubliceerd in de Staatscourant en in het weekblad Schuttevaer en de Scheepvaartkrant. Er kan worden uitgegaan dat andere belanghebbenden door het nemen van dit besluit in hun rechten worden aangetast.

Derhalve is de procedure, als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht gevolgd.

Belangenafweging en motivering

Per 1 september 1991 is er een Verkeersbegeleidend Systeem Drechtsteden(VBS) ingesteld. Dit VBS wordt op de Regionale verkeerscentrale Dordrecht uitgevoerd.

Uit het oogpunt van het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer is het gewenst dat in verband met het verwijderen van de aanwezige strekdam in de Oude Maas, welke lag langs de oever bij de Uilenhaven te Zwijndrecht ter hoogte van km. 979.300 en het aanpassen van deze oever voor het ligplaats nemen van een bunkerschip, het gewenst is om de ter plaatse aanwezige grens van het marifoon blokkanaal VHF 4 en 19 nabij de Uilenhaven te Zwijndrecht te wijzigen.

Om de vaarweggebruiker dit aan te geven zal het ter plaatse aanwezige verkeersteken B.11 verplaatst moeten worden. Concreet betekent dit dat de grens van het marifoon blokkanaal VHF 4 en VHF 19 ongeveer 225 meter ( km. 979 025) naar bovenstrooms verplaatst zal worden.

De nieuwe grens van het ter plaatse aanwezige blokkanaal VHF 4 en VHF 19 is gekozen nadat de voor- en nadelen tegen elkaar zijn afgewogen.

Tevens is gekeken hoe in de praktijk de vaarweggebruiker hiervan het meeste profijt kan hebben gelet op de veiligheid, en het in de toekomst stationair gemeerd liggende bunkerstation.

Overleg inzake zienswijze

Het Gilde van Nautische Verkeersdienstmedewerkers Nederland `Racon' heeft van de mogelijkheid om haar zienswijze naar voren te brengen, middels een schrijven d.d. 5 maart 2001 gebruik gemaakt. In een gehouden hoorzitting is de zienswijze van de Racon en het standpunt van de gekozen grens van de Rijkswaterstaat afdeling Scheepvaartzaken aan de orde geweest. Besloten is, dat er een advies gevraagd zou worden bij het Directoraat-Generaal Goederenvervoer afdeling Verkeersmanagement te Den Haag.

Na ontvangst van dit advies, zijn er drie aparte hoorzittingen gehouden met o.a Koninklijke Schuttevaer, het Loodswezen Rijnmond en het Gilde van Nautische Verkeersdienstmedewerkers in Nederland `Racon'.

Op maandag 26 augustus 2001 is er overleg geweest met Koninklijke Schuttevaer.

Koninklijke Schuttevaer had schriftelijk oplossingen met voor- en nadelen opgesteld welke zijn besproken.

Samengevat bleek dat men de grens van het blokkanaal VHF 4-19 meer naar bovenstrooms wilde verplaatsen t.h.v. de bovenstroomse locatie van het Duivelseiland km. 979.025.

Op woensdag 28 augustus 2001 is er overleg geweest met belanghebbende het Loodswezen Rijnmond te Rotterdam, verder te noemen het LCR.

Omtrent de nieuwe grens zoals opgenomen in het ontwerp-verkeersbesluit heeft LCR de volgende opmerkingen:

Vooral de zeevaart wil vroegtijdig geïnformeerd worden over de scheepsbewegingen op de rivier.

Voor de scheepvaart uit de Krabbegeul is het van belang tijdig op de hoogte te zijn van scheepsbewegingen op de rivier de Oude Maas en Dordtsche Kil. Als de grens van het blokkanaal, 150 meter naar benedenstrooms conform het ontwerp verkeersbesluit zal komen te liggen, wordt de tijdsduur om verkeersinformatie te ontvangen korter. Indien gevaren wordt met een zeevaartuig moet men vroegtijdig de informatie ontvangen, om bepaalde manoeuvres nog te kunnen uitvoeren. Mede gelet op de flexibilisering van de loodsplicht zal meer gebruik gemaakt worden van het blokkanaal VHF 4-19 en zou men vroegtijdig geïnformeerd moeten zijn. Het LCR is van mening dat de grens van het blokkanaal meer bovenstrooms de huidige grens zou moeten komen te liggen, gelet op de veiligheid.

Op woensdag 28 augustus 2001 is er overleg geweest met belanghebbende het Gilde van Nautische Verkeersdienstmedewerkers in Nederland `Racon'. De `Racon' heeft een schriftelijke onderbouwing van hun zienswijze gegeven. De `Racon' is van mening dat de grens van het blokkanaal VHF 4-19 naar bovenstrooms verplaatst zou moeten worden. De reden hiervan is dat de Racon van mening is dat de scheepvaart op de rivierkruising prioriteit heeft en er voldoende afstand en tijd moet zijn om tijdig verkeersinformatie te geven aan de verkeersdeelnemers.

Gelet op de ingebrachte zienswijzen van belanghebbenden, is besloten de grens van het blokkanaal VHF 4-19 bij de Uilenhaven te Zwijndrecht, anders zoals genoemd in het ontwerp-verkeersbesluit te wijzigen.

De grens van het blokkanaal VHF 4-19 zal 225 meter naar de bovenstrooms verplaatst worden, ter hoogte van km. 979.075 ( zie brochure).

Deze wijziging van de grens van het marifoonblokkanaal VHF 4 en VHF 19, zal worden opgenomen bij de eerstvolgende wijziging van de `Regeling Communicatie Rijkswateren' van 24 maart 1999, Stcr.1999/62.

In het verkeersbesluit AVS nr. 9/1991 d.d. 27 juni 1991 zijn de overige verkeerstekens B.11 en E.11 van de sector Dordrecht en Heerjansdam van het marifoonblokgebied van de Regionale Verkeerscentrale Dordrecht beschreven.

Om het oude verkeersbesluit AVS nr. 9/1991 gelijktijdig te actualiseren zijn ook deze overige verkeerstekens uit het marifoonblokgebied van de Regionale Verkeerscentrale Dordrecht opnieuw vastgesteld.

De verkeerstekens B.11 en E.11 van de bijlage 7 van het BPR zijn geplaatst aan de linker-en rechteroever op de aangegeven plaatsen, waar dit mogelijk is.

Besluit:

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit ik:

1. één verkeersteken B.11 met het cijfer `VHF 19` van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de linkeroever ter hoogte van km. 978 000 op de rivier de Noord;

1a. één verkeersteken E.11 van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de rechteroever ter hoogte van km. 978 000 op de rivier de Noord;

2. één verkeersteken B.11 met het cijfer `VHF 19` van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de rechteroever ter hoogte van km. 978 000 in de Rietbaan;

2a. één verkeersteken E.11 van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de rechteroever ter hoogte van km. 978 000 in de Rietbaan;

3. één verkeersteken B.11 met het cijfer `VHF 19` van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de rechteroever ter hoogte van km. 971 485 met het onderbord ` 500 meter' van de rivier de Beneden Merwede;

3a. één verkeersteken E.11 van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de linkeroever ter hoogte van km. 972 000 van de rivier de Beneden Merwede;

4. één verkeersteken B.11 met het cijfer `VHF 19` van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de rechteroever nabij de Prins Hendrikbrug te Dordrecht in het Wantij;

4a. één verkeersteken E.11 van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de linkeroever nabij de Prins Hendrikbrug te Dordrecht in het Wantij;

5. één verkeersteken B.11 met het cijfer `VHF `4' en VHF `19' van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de linkeroever ter hoogte van km. 979 075 (nieuw) van de rivier de Oude Maas;

5a. één verkeersteken B.11 met het cijfer `VHF 4' en VHF'19' van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de rechteroever ter hoogte van km. 979 075 (nieuw) van de rivier de Oude Maas;

6. één verkeersteken B.11 met het cijfer `VHF 4' van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de rechteroever ter hoogte van km. 982 600 van de rivier de Dordtsche Kil;

6a. één verkeersteken E.11 van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de linkeroever ter hoogte van km. 982 600 van de rivier de Dordtsche Kil;

7. één verkeersteken B.11 met het cijfer `VHF 4' van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de linkeroever ter hoogte van km. 998 200 van de rivier de Oude Maas;

8. één verkeersteken B.11 met het cijfer `VHF 4' van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de rechteroever ter hoogte van km. 996.000 van de rivier het Spui;

9. één verkeersteken E.11 van de bijlage 7 van het BPR te plaatsen aan de linkeroever ter hoogte van km. 996.000 van de rivier het Spui;

10. Dit verkeersbesluit treedt in werking op 1 mei 2002 te 12.00 uur.

11. Het verkeersbesluit AVS nr. 8/1991 en het ontwerpverkeersbesluit AVS d.d. 7 februari 2000 gelijktijdig in te trekken.

Dit verkeersbesluit zal geplaatst worden in de Staatscourant.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
de hoofdingenieur-directeur,
namens deze,
het hoofd van de afdeling Scheepvaartzaken,
R.J.Hagman.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift worden ingediend.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat en worden gezonden aan de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de directie Zuid Holland, t.a.v. het hoofd van de Hoofdafdeling Bestuurs- en Juridische zaken (RX), Postbus 556, 3000 AN Rotterdam. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende bevatten:

a. naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaar zich richt; en

d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Indien het bezwaarschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het bezwaar noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

Indien een bezwaarschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de president van de arrondissementsrechtbank binnen het rechtsgebied, waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. Het verzoek dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:

a. de naam en het adres van de verzoeker;

b. de dagtekening;

c. vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en nummer van het besluit; en

d. de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een afschrift van het besluit, waarop het geschil betrekking heeft, overgelegd.

Indien het verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het verzoek noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

Naar aanleiding van het verzoek kan de bevoegde president een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen dat vereist. Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierechten geheven. De griffier van de betrokken arrondissementsrechtbank wijst de verzoeker na indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Naar boven