Mandaatbesluit CWI

7 maart 2002

CWI 2002/004

Centrale Organisatie Werk en Inkomen

De Raad van Bestuur van de Centrale Organisatie Werk en Inkomen;

Gelet op artikel 21, onder a, b en h, en artikel 24 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Gezien de goedkeuring van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet: de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

b. Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

c. Centrum voor Werk en Inkomen: een vestiging van de Centrale organisatie werk en inkomen, als bedoeld in artikel 24 van de wet;

d. besluit: een primaire beslissing of een beslissing op bezwaar;

e. primaire beslissing: een beslissing in een individueel geval, niet zijnde de beslissing op bezwaar, voortvloeiende uit de aan CWI opgedragen taken;

f. beslissing op bezwaar: de beslissing op een bezwaarschrift als bedoeld in hoofdstuk 6 en 7 van de Awb;

g. werkgebied: het werkgebied van een vestiging Juridische Zaken, als vastgesteld in het besluit Werkgebieden CWI;

h. district: een district van Juridische Zaken als bedoeld in het besluit Werkgebieden CWI.

Artikel 2. Mandaat Adjunct-directeur Uitvoering

1. Aan de Adjunct-directeur Uitvoering wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van alle besluiten over en het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

a. artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945;

b. de Wet melding collectief ontslag;

c. artikel 1 van het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen;

d. de artikelen 4, 5 en 6 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;

e. artikel 9, eerste lid, en artikel 14, vierde lid, onder c, Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen;

f. de Awb, met uitzondering van het nemen van schadebesluiten die een bedrag van € 10.000 te boven gaan en het voeren van procedures die hun grondslag vinden in de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering wanneer de CWI optreedt in de hoedanigheid van werkgever of procedures die hun grondslag vinden in de Wet openbaarheid bestuur.

2. Aan de Adjunct-directeur Uitvoering wordt volmacht en machtiging verleend tot het voeren van civielrechtelijke procedures en het aangaan van overeenkomsten in het kader van civielrechtelijke procedures, indien deze voortvloeien uit een eerder onrechtmatig besluit en voor ten hoogste € 10.000,- per overeenkomst.

Artikel 3. Mandaat Manager Juridische Zaken

1. Aan de Manager Juridische Zaken wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van alle besluiten over en het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

a. artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945; Hieronder wordt tevens begrepen het aanwijzen van een locatie voor de behandeling van ontslagaanvragen, indien ontslagaanvragen in drie of meer verschillende districten worden ingediend, alsmede de bevoegdheid om in een dergelijke situatie een van de Hoofden juridische zaken ondermandaat te verlenen om op alle aanvragen uit de betrokken districten primaire beslissingen te nemen.

b. de Wet melding collectief ontslag;

c. artikel 1 van het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen;

d. de artikelen 4, 5 en 6 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;

e. artikel 9, eerste lid, en artikel 14, vierde lid, onder c, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen;

f. de Awb, met uitzondering van het nemen van schadebesluiten die een bedrag van € 5000 te boven gaan en het voeren van procedures die hun grondslag vinden in de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering wanneer de CWI optreedt in de hoedanigheid van werkgever, of procedures die hun grondslag vinden in de Wet openbaarheid bestuur.

2. Aan de Manager Juridische Zaken wordt volmacht en machtiging verleend tot het voeren van civielrechtelijke procedures en het aangaan van overeenkomsten in het kader van civielrechtelijke procedures, indien deze voortvloeien uit een eerder onrechtmatig besluit en voor ten hoogste € 5.000,- per overeenkomst.

Artikel 4. Mandaat Hoofd Bureau Juridische Zaken (land)

Aan het Hoofd Bureau Juridische Zaken (land) wordt mandaat verleend tot het nemen van primaire beslissingen op grond van:

a. artikel 4:5 van de Awb;

b. artikel 1 van het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen;

c. de artikelen 4, 5 en 6 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs.

Artikel 5. Mandaat Hoofden Juridische Zaken

Aan het Hoofden Juridische zaken wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van alle besluiten over en het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

a. artikel 4:5 van de Awb;

b. artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, binnen het district waarvoor hij is benoemd. Indien door eenzelfde werkgever om bedrijfseconomische redenen ontslagaanvragen zijn ingediend in meerdere districten wordt het Hoofd juridische zaken van het district waar de meeste aanvragen zijn ingediend mandaat verleend om primaire beslissingen te nemen op alle ingediende ontslagaanvragen bij alle betrokken districten. Dit onverminderde het bepaalde in artikel 3, onderdeel a;

c. de Wet melding collectief ontslag;

d. artikel 9, eerste lid, en artikel 14, vierde lid, onder c, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen.

Artikel 6. Mandaat coördinatoren Juridische Zaken

1. Aan de coördinatoren Juridische Zaken die functioneren onder een Hoofd Juridische Zaken wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van alle besluiten over en het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

a. artikel 4:5 van de Awb;

b. artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945;

c. artikel 9, eerste lid, en artikel 14, vierde lid, onder c, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen.

2. Aan de coördinatoren Juridische Zaken die functioneren onder het Hoofd Bureau Juridische Zaken (land) wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van alle besluiten over en het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

a. artikel 4:5 van de Awb;

b. artikel 1 van het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen;

Artikel 7. Mandaat Adjunct-hoofd Juridische Zaken

1. Aan het Adjunct-hoofd Juridische Zaken wordt mandaat en machtiging verleend tot het voeren van procedures, het nemen van alle besluiten over en het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

a. schadebesluiten in de zin van de Awb, voor zover deze een bedrag van € 2500 niet te boven gaan;

b. alle beslissingen in het kader van procedures op grond van de hoofdstukken 6,7 en 8 van de Awb, de Beroepswet en de Wet op de Raad van State, waaronder begrepen het nemen van de beslissing op bezwaar, met uitzondering van procedures die hun grondslag vinden in de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering wanneer de CWI optreedt in de hoedanigheid van werkgever, en procedures die hun grondslag vinden in de Wet openbaarheid bestuur.

2. Aan het Adjunct Hoofd Juridische Zaken wordt volmacht en machtiging verleend tot het voeren van civielrechtelijke procedures en het aangaan van overeenkomsten in het kader van civielrechtelijke procedures, indien deze voortvloeien uit een eerder onrechtmatig besluit en voor ten hoogste € 2500,- per overeenkomst.

Artikel 8. Mandaat senior bedrijfsjuridisch medewerker

1. Aan de senior bedrijfsjuridisch medewerker van de afdeling bedrijfsjuridische advisering wordt mandaat en machtiging verleend tot het voeren van procedures op grond van de hoofdstukken 6,7 en 8 van de Awb en de Beroepswet, voor zover deze hun grondslag vinden in de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering en de CWI optreedt in de hoedanigheid van werkgever.

2. Aan de senior bedrijfsjuridisch medewerker van de afdeling bedrijfsjuridische advisering wordt volmacht en machtiging verleend tot het voeren van civielrechtelijke procedures en het aangaan van overeenkomsten in het kader van civielrechtelijke procedures die niet voortvloeien uit een onrechtmatige besluit, voor zover deze een bedrag van € 2500,- niet te boven gaan.

Artikel 9. Mandaat districtsmanagers

Aan de districtsmanagers wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van primaire beslissingen over en het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op artikel 21, onder a en b, van de wet.

Artikel 10. Mandaat managers Centrum voor Werk en Inkomen

Aan de managers van een centrum voor Werk en Inkomen wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van primaire beslissingen over en het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op artikel 21, onder a en b, van de wet.

Artikel 11. Geen gebruik van vertegenwoordigingsbevoegdheden

Bij de uitoefening van de verleende vertegenwoordigingsbevoegdheid weegt de vertegenwoordigingsbevoegde steeds af of er redenen zijn die de uitoefening van de vertegenwoordigingsbevoegdheid onwenselijk maken.

Artikel 12. Ondertekening

De vertegenwoordigingsbevoegde brengt in de beslissingen, die op basis van dit mandaatbesluit worden ondertekend, de vertegenwoordigingsbevoegdheid tot uitdrukking.

Artikel 13. Ondermandaat

Doorverlening van de vertegenwoordigingsbevoegdheden is slechts toegestaan met schriftelijke toestemming van de Raad van bestuur.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze regeling treedt in werking op de tweede dag na publicatie van dit besluit in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2002.

2. Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit CWI.

Zoetermeer, 7 maart 2002.
De Centrale organisatie werk en inkomen,
R. de Groot, voorzitter Raad van bestuur.

Toelichting

Op grond van artikel 13 en 21 h van de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (wet Suwi) is de Centrale organisatie werk en inkomen verantwoordelijk voor de afgifte van een aantal beslissingen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Met dit besluit mandateert de Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen - die op grond van artikel 3 lid 1 Wet Suwi - met de dagelijkse leiding is belast, het nemen en ondertekenen van deze beslissingen.

De meeste besluiten die het hier betreft, worden genomen binnen de afdeling Juridische Zaken van de CWI. Dit betreft dan zowel het nemen van primaire beslissingen als beslissingen op bezwaar.

Uitzondering op het voorgaande betreft de bevoegdheid om primaire beslissingen te nemen die op grond van de artikelen 9 en 10 van dit Mandaatbesluit CWI worden genomen door de districtsmanager en de vestigingsmanagers van de Centra voor werk en inkomen. Beslissingen op bezwaarschriften tegen dergelijke beslissingen worden weer door de afdeling Juridische Zaken afgedaan.

De afdeling bedrijfsjuridische advisering is direct gepositioneerd onder een Lid van de Raad van bestuur van de CWI. Deze afdeling neemt in overwegende mate de civielrechtelijke procedures voor zijn rekening die niet bij de afdeling juridische zaken zijn belegd. Daarnaast vertegenwoordigt deze afdeling de CWI in de hoedanigheid van werkgever in bestuursrechtelijke procedures op grond van de WAO. Dit is evenwel in et kader van het indienen van bezwaar- en beroepschriften tegen besluiten van UWV.

Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945

Op meerdere plaatsen in dit besluit komt de besluitvorming op grond van het Buitengewoon besluit Arbeidsverhoudingen terug. Voor de goede orde wordt hier vermeld dat dergelijke beslissingen niet vatbaar zijn voor bezwaar in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Verder wijzen wij er op dat de vraag naar de beslissingsbevoegde medewerker in dit mandaatbesluit is neergelegd. Het antwoord op de vraag op welke locatie de beslissing zal worden genomen, ligt besloten in het Besluit werkgebieden CWI. Normaal geldt dat de beslissing op regionaal niveau wordt genomen. Als dit om redenen van schaalgrootte wenselijk is, kan de besluitvorming het werkgebied van de regio overstijgen. De bevoegdheid om te besluiten kan dan ook op een hiërarchisch hoger niveau komen te liggen.

Artikelsgewijze toelichting

Voor zover daar aanleiding toe is, volgt hieronder per artikel nog een toelichting.

Artikelen 7 en 8

De gemandateerde resp. gevolmachtigde vertegenwoordigt de CWI en kan procedures voeren als eiser en verweerder. Het mandaat omvat alle handelingen en beslismomenten, die kunnen optreden bij de behandeling van dergelijke procedures, waaronder het aangaan van schikkingen en de beslissing om al dan niet verzet of hoger beroep in te stellen.

Artikel 9 en 10

Doorgaans zal een werkzoekende als zodanig worden geregistreerd en wordt een verzoek van een werkgever om een vacature te plaatsen of te bemiddelen gehonoreerd. In gevallen waarin dat niet het geval is, wordt dit neergelegd in een besluit. Dit besluit wordt dan genomen door de manager van de betreffende CWI-vestiging of zijn districtsmanager.

Artikel 12

Op grond van artikel 10:10 Awb vermeldt een krachtens mandaat genomen besluit namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. Aan dit artikel wordt vorm gegeven via de volgende ondertekening:

De Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen,

namens deze:

naam van de gemandateerde,

functie van de gemandateerde.

Organisatorisch beeld van de organisatie

stcrt-2002-53-p22-SC33717-1.gif
Naar boven