Instellingsbesluit Tijdelijk Agentschap Studiecentrum Rechtspleging

6 maart 2002

Nr. 5141154/801

DGWRR/DSR

De Minister van Justitie en de Minister van Financiën;

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 70, eerste lid, van de Comptabiliteitswet,

Besluiten:

Artikel 1

1. Aan de landelijke dienst Bureau van de Stichting Studiecentrum Rechtspleging, ressorterend onder het Ministerie van Justitie, wordt de status van tijdelijk agentschap verleend.

2. Het tijdelijke agentschap voert een afwijkend beheer als bedoeld in artikel 70, eerste lid, van de Comptabiliteitswet.

3. De tenaamstelling van het tijdelijke agentschap komt te luiden: tijdelijk Agentschap Studiecentrum Rechtspleging.

Artikel 2

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2002.

2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit tijdelijk Agentschap Studiecentrum Rechtspleging.

De Minister van Justitie doet een afschrift van dit besluit toekomen aan de Algemene Rekenkamer.

Den Haag, 6 maart 2002.
De Minister voornoemd,
A.H. Korthals.
De Minister voornoemd,
G. Zalm.

Toelichting

Op 21 maart 2001 is de Tweede Kamer door de Minister van Financiën geïnformeerd over de introductie van de tijdelijke agentschapstatus. De tijdelijke agentschapstatus wordt beschikbaar gesteld ten behoeve van extern verzelfstandigde diensten die terugkeren binnen de grenzen van het moederministerie en de ambitie hebben om een resultaatgericht besturingsmodel te combineren met het voeren van een baten- en lastenadministratie. Deze ambitie wordt verenigd in het agentschapmodel.

Om agentschap te kunnen worden, zijn instellingsvoorwaarden gesteld waaraan kandidaat-agentschappen normaliter stringent worden getoetst. Deze voorwaarden hebben ten dele betrekking op het baten- en lastenstelsel, maar gaan in hoofdzaak over de vormgeving van een resultaatgericht besturingsmodel. Extern verzelfstandigde diensten voeren in de regel reeds een baten- en lastenstelsel, maar voldoen meestal niet aan alle instellingsvoorwaarden om direct bij terugkeer binnen de rijksdienst agentschap te kunnen worden.

Van deze regeling is gebruikt gemaakt om voor het Bureau van de Stichting Studiecentrum Rechtspleging, verder te noemen de dienst Studiecentrum Rechtspleging, ressorterend onder het Ministerie van Justitie, de status van tijdelijk agentschap te verwerven. Deze dienst neemt alle taken over van de stichting waaraan ingevolge artikel 9 van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren de uitvoering van opleiding van rechterlijke ambtenaren is opgedragen. Het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren zal in die zin worden aangepast. Deze opleidingen worden voortgezet bij de dienst Studiecentrum Rechtspleging. Per 1 januari 2002 worden tevens de financiële positie en de administratie van de stichting door de dienst Studiecentrum Rechtspleging overgenomen. Een wetsvoorstel om het bovengenoemde te regelen is in voorbereiding.

Deze dienst zou normaliter moeten overgaan op een kas- en verplichtingenadministratie. Binnen de rijksdienst hebben immers alléén agentschappen toestemming om het afwijkende beheer van een baten- en lastenadministratie te voeren. Concreet betekent dit dat deze dienst eerst het kas- verplichtingenstelsel zou moeten invoeren en vervolgens op het moment dat hij voldoet aan de instellingsvoorwaarden voor agentschappen, het baten- en lastenstelsel zou moeten herinvoeren. Om dit te voorkomen is de tijdelijke agentschapstatus geïntroduceerd.

De tijdelijke agentschapstatus houdt in, dat de desbetreffende dienst tijdelijk een afwijkend beheer mag voeren conform een agentschap (zoals beschreven in de Comptabiliteitswet), zonder dat aan alle instellingsvoorwaarden is voldaan. Tegelijkertijd met het verkrijgen van deze tijdelijke status wordt echter het benodigde veranderingstraject gestart om binnen een nader af te spreken periode wel aan alle instellingsvoorwaarden te voldoen. Dit veranderingstraject wordt doorlopen volgens de door het Ministerie van Financiën uitgegeven instellingsprocedure. Nadat dit traject naar tevredenheid is doorlopen (dat wil zeggen: dat aan alle instellingsvoorwaarden wordt voldaan) wordt de tijdelijke agentschapstatus omgezet in een permanente agentschapstatus. Voor het tijdelijk agentschap Studiecentrum Rechtspleging wordt aangekoerst op het verkrijgen van de permanente agentschapstatus per1 januari 2004.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In dit artikel wordt de status van tijdelijk agentschap verleend aan de landelijke dienst het Bureau van de Stichting Studiecentrum Rechtspleging. In deze dienst Studiecentrum Rechtspleging zijn taken ondergebracht voor:

a. het materieel beheer (voornamelijk het opleidingsprogramma); tot 1 januari 2002 behoorde dit tot de verantwoordelijkheden van de Stichting Studiecentrum Rechtspleging (SSR);

b. het personeelsbeheer van het Bureau van de SSR; tot 1 januari 2002 gebeurde dit onder verantwoordelijkheid van de Directie Rechtspleging van het Ministerie van Justitie;

c. de rechterlijke ambtenaren in opleiding (raio's); tot 1 januari 2002 behoorde dit tot de verantwoordelijkheden van de Directie Rechtspleging van het Ministerie van Justitie.

Artikel 2

Mede ter bevordering van de voortgang in het veranderingstraject dat het Agentschap Studiecentrum Rechtspleging moet doorlopen, wordt de status van tijdelijk agentschap verleend voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003.

Zodra het Agentschap Studiecentrum Rechtspleging aan alle instellingsvoorwaarden voor een agentschap voldoet, wordt aan het agentschap Studiecentrum Rechtspleging, conform de instellingsprocedure, de permanente status van agentschap verleend. De minister van Justitie heeft in een brief d.d. 21 december 2001, kenmerk 5141187/801, aan de Tweede Kamer gemeld dat ernaar wordt gestreefd om per 1 januari 2004 aan alle instellingsvoorwaarden te voldoen. Dat betekent dat op die datum de tijdelijke agentschapstatus overgaat in de permanente agentschapstatus. Hierbij zal een nieuw instellingsbesluit worden opgesteld. Dan zal ook de zogenaamde voorhangprocedure bij de Tweede Kamer conform artikel 70 van de Comptabiliteitswet worden toegepast. Deze termijn sluit aan bij de plannen inzake het invoeren van het baten- en lastenstelsel bij de Raad voor de rechtspraak (namens de ZM) en het College van procureurs-generaal (namens het OM).

De Minister voornoemd,

A.H. Korthals.

De Minister voornoemd,

G. Zalm.

Naar boven