Vaststelling nieuw aanvraagformulier S&O-verklaring n.a.v. Belastingplan 2002

7 maart 2002

WJZ 01063691

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 24, vierde lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen,

Besluit:

Artikel I

De bijlage bij de Uitvoeringsregeling administratieve voorschriften S&O-vermindering1 wordt voor S&O-verklaringen die betrekking hebben op periodes die aanvangen na 31 december 2001 vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd bij het Agentschap Senter, Dokter van Deenweg 108, Zwolle

's-Gravenhage, 7 maart 2002.
De Minister van Economische Zaken,A. Jorritsma-Lebbink.

1 Stcrt. 1994, 86, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 7 april 2001 (Stcrt. 73).

Toelichting

De wijziging heeft uitsluitend betrekking op het model van het formulier waarmee de aanvragen van een S&O-verklaring moeten worden ingediend bij Senter, agentschap van het Ministerie van Economische Zaken.

Het formulier is aangepast aan de wijziging van artikel 3:77 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2001, 1) en artikel 21 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) (Stb. 1995, 635), welke wijzigingen zijn opgenomen in het Belastingplan 2002. Als gevolg van die wijzigingen behoeft bij de afgifte van de S&O-verklaring niet meer te worden bezien in hoeverre in eerdere kalenderjaren meer dan tweemaal de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk is toegepast. Bepalend zal zijn in hoeverre voor de voorafgaande vijf kalenderjaren over ten hoogste twee kalenderjaren een S&O-verklaring is afgegeven.

Het formulier met de bijbehorende toelichting is voorts op enkele ondergeschikte punten gewijzigd. Zo is de vraag naar de aanwezigheid van een fiscale eenheid geschrapt en is in vraag 6.8 een nieuw onderdeel 3 toegevoegd. Deze vraag beoogt de beoordeling van de technische nieuwheid te vergemakkelijken.

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink.

Naar boven