Vaststelling nieuw aanvraagformulier S&O-verklaring n.a.v. Belastingplan
2002
De Minister van Economische Zaken;
Gelet op artikel 24, vierde lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting
en premie voor de volksverzekeringen,
Besluit:
Artikel I
De bijlage bij de Uitvoeringsregeling administratieve voorschriften S&O-vermindering1 wordt voor S&O-verklaringen die betrekking hebben op periodes
die aanvangen na 31 december 2001 vervangen door de bij deze regeling behorende
bijlage.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst
met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd bij het Agentschap
Senter, Dokter van Deenweg 108, Zwolle
's-Gravenhage, 7 maart 2002.
De Minister van Economische
Zaken,A. Jorritsma-Lebbink.
1 Stcrt. 1994, 86, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële
regeling van 7 april 2001 (Stcrt. 73).
Toelichting
De wijziging heeft uitsluitend betrekking op het model van het formulier
waarmee de aanvragen van een S&O-verklaring moeten worden ingediend bij
Senter, agentschap van het Ministerie van Economische Zaken.
Het formulier is aangepast aan de wijziging van artikel 3:77 van de Wet
inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2001, 1) en artikel 21 van de Wet vermindering
afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) (Stb. 1995,
635), welke wijzigingen zijn opgenomen in het Belastingplan 2002. Als gevolg
van die wijzigingen behoeft bij de afgifte van de S&O-verklaring niet
meer te worden bezien in hoeverre in eerdere kalenderjaren meer dan tweemaal
de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk is toegepast. Bepalend zal zijn
in hoeverre voor de voorafgaande vijf kalenderjaren over ten hoogste twee
kalenderjaren een S&O-verklaring is afgegeven.
Het formulier met de bijbehorende toelichting is voorts op enkele ondergeschikte
punten gewijzigd. Zo is de vraag naar de aanwezigheid van een fiscale eenheid
geschrapt en is in vraag 6.8 een nieuw onderdeel 3 toegevoegd. Deze vraag
beoogt de beoordeling van de technische nieuwheid te vergemakkelijken.
De Minister van Economische Zaken,
A. Jorritsma-Lebbink.