Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij van 24 januari 2002, TRCJZ/2001/17187, Directie Juridische Zaken,
gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, drs. J.F. Hoogervorst;
Gelet op artikel 1c, eerste lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
1. Te rekenen vanaf 1 januari 2002 tot 1 januari 2006 wordt als lid van
het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen herbenoemd: de heer
dr. B.J. Blaauboer te Maarssen.
2. Te rekenen vanaf 1 januari 2002 tot 1 januari 2006 wordt als lid van
het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen benoemd: de heer ir.
P.A.E. van Erkelens te Borne.
3. Te rekenen vanaf 1 januari 2002 tot 1 januari 2006 wordt als plaatsvervangend
lid van het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen benoemd: de
heer ir. M. Heuver te Wageningen.
4. Te rekenen vanaf 1 januari 2002 wordt ontslag verleend aan: mevrouw
ir. A. Wijbenga te Voorschoten.
Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is belast met de
uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Algemene
Rekenkamer en waarvan mededeling zal worden gedaan in de Staatscourant.
's-Gravenhage, 31 januari 2002.
Beatrix.
De Staatssecretaris
van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,G.H. Faber.