Wijziging winningsvergunning

Deel blok E15

20 december 2002

ME/MP/UM/02065016

De Minister van Economische Zaken,

Overwegende, dat Wintershall Noordzee B.V., GDF Production B.V., CLAM Petroleum B.V., Dana Petroleum (E&P) Ltd. en Goal Olie- en Gasexploratie B.V. de houders zijn van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 9 september 2002, nr. ME/EP/UM/02035244 (Stcrt. 2002, 175), verleende winningsvergunning als bedoeld in artikel 2 van de Mijnwet continentaal plat voor een deel van blok F13 van het continentaal plat;

Overwegende, dat bovenbedoelde vergunning ingevolge artikel 17, eerste lid, van de Mijnwet continentaal plat van kracht is geworden op 4 oktober 2002;

Overwegende, dat het bepaalde in de artikelen 3.4 tot en met 3.22 van het Besluit vergunningen koolwaterstoffen continentaal plat 1996 (Stb. 212) als voorschrift aan deze vergunning is verbonden;

Gelezen het verzoek van vergunninghouder van 18 oktober 2002 om wijziging van bovenbedoelde vergunning in die zin dat de aan de vergunning verbonden voorschriften ten aanzien van het door de vergunninghouder verschuldigd zijn van cijns, zoals die zijn neergelegd in de artikelen 3.4 tot en met 3.12 van het Besluit vergunningen koolwaterstoffen continentaal plat 1996 (Stb. 212), komen te vervallen;

Gelezen het verzoek van vergunninghouder van 18 oktober 2002 om wijziging van bovenbedoelde vergunning in die zin dat de aan de vergunning verbonden voorschriften ten aanzien van de vaststelling van het door de vergunninghouder verschuldigde winstaandeel zoals die zijn neergelegd in de artikelen 3.13 tot en met 3.22 van het Besluit vergunningen koolwaterstoffen continentaal plat 1996 (Stb. 212), worden vervangen door de voorschriften zoals die zijn neergelegd in de artikelen 12 tot en met 21 van artikel III van het koninklijk besluit van 27 januari 1967 (Stb. 24);

Gelet op de beleidsregels van de Minister van Economische Zaken vastgesteld bij het besluit van 29 juni 2000/WJZ 00041153 (Stcrt. 2000, nr. 124);

Besluit:

Artikel I

Voor de heffing van cijns en staatswinstaandeel wordt de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 9 september 2002, nr. ME/EP/UM/02035244 (Stcrt. 2002, 175), verleende winningsvergunning voor een deel van blok F13 van het continentaal plat gewijzigd als volgt:

A

De aan de vergunning verbonden voorschriften, welke voorschriften zijn opgenomen in de artikelen 3.4 tot en met 3.12 van het Besluit vergunningen koolwaterstoffen continentaal plat 1996 (Stb. 212), komen te vervallen.

B

De aan de vergunning verbonden voorschriften, welke voorschriften zijn opgenomen in de artikelen 3.13 tot en met 3.22 van het Besluit vergunningen koolwaterstoffen continentaal plat 1996 (Stb. 212), worden vervangen door de voorschriften die zijn opgenomen in de in artikel III van het koninklijk besluit van 27 januari 1967 (Stb. 24) vermelde artikelen 12 tot en met 21, zoals dat besluit luidde na wijziging bij koninklijk besluit van 11 juni 1974 (Stb. 378).

C

Aan het voorschrift, dat inhoudelijk gelijk is aan artikel III, onder artikel 12, van het koninklijk besluit van 27 januari 1967 (Stb. 24), zoals dat besluit luidde na wijziging bij koninklijk besluit van 11 juni 1974 (Stb. 378), wordt aan het slot van het eerste lid een zin toegevoegd luidende: `In afwijking van de eerste volzin kan de afschrijving van aanschaffings- of voortbrengingskosten van bedrijfsmiddelen willekeurig geschieden, voor zover die wijze van afschrijven in het kader van de belastingheffing is toegestaan op grond van artikel 3.31, 3.33 of 3.34 van de Wet inkomstenbelasting 2001.'

D

Het aan de vergunning verbonden voorschrift, welk voorschrift is opgenomen in artikel 3.28 van het Besluit vergunningen koolwaterstoffen continentaal plat 1996 (Stb. 212), zal luiden als volgt: `Overtreding van artikel 2.6, 3.2, 3.3, 3.25 of 3.26, alsmede van het in artikel III van het koninklijk besluit van 27 januari 1967 (Stb. 24) vermelde artikel 16, 17, 18, 20 of 21, zoals dat besluit luidde na wijziging bij koninklijk besluit van 11 juni 1974 (Stb. 378), is een grond voor het intrekken van de vergunning.'

E

Het aan de vergunning verbonden voorschrift, welk voorschrift is opgenomen in artikel 3.23 van het Besluit vergunningen koolwaterstoffen continentaal plat 1996 (Stb. 212), zal worden gewijzigd als volgt: `artikel 3.13, eerste lid' wordt vervangen door `het in artikel III van het koninklijk besluit van 27 januari 1967 (Stb 24) vermelde artikel 12, eerste lid'.

Artikel II

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de eerste dag na de bekendmaking van de beschikking en werkt terug tot en met 9 september 2002.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant. Daarin zal tevens mededeling worden gedaan van het tijdstip waarop zij van kracht is geworden.

De Minister van Economische Zaken,namens deze:
J.C. De Groot,
directeur Energieproductie.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: G/502), Postbus 20101, 2500 EC 's-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven