Opkoopregeling gereserveerde licenties 2003

20 december 2002

TRCJZ/2002/12665

Directie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Gelet op de goedkeuring van de Europese Commissie, bij beschikking van 27 november 2002, nr. SG(2002)D/232898;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b. regeling: Regeling visserijlicentie;

c. verordening: verordening (EG) nr. 2091/98 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 september 1998 betreffende de indeling van de communautaire vissersvloot en de visserij-inspanning in segmenten ten behoeve van de meerjarige oriëntatieprogramma's (PbEG L 266);

d. vissersvaartuig: vissersvaartuig als bedoeld in artikel 1 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998;

e. licentie: geldige licentie als bedoeld in artikel 2 van de regeling;

f. ondernemer: ondernemer als bedoeld in artikel 1 van de regeling.

Artikel 2

De minister kan op aanvraag subsidie verstrekken aan een ondernemer terzake van het afstand doen van het recht op toekenning van een licentie.

Artikel 3

1. De minister maakt in de Staatscourant de periode bekend waarin een aanvraag als bedoeld in artikel 2 kan worden ingediend.

2. De minister stelt voor de aanvraagperiode, bedoeld in het eerste lid, een subsidieplafond vast voor de op grond van de regeling te verstrekken subsidies. Het besluit tot vaststelling van het subsidieplafond wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.

3. De minister verdeelt de beschikbare bedragen in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag volledig is, als datum van ontvangst geldt.

4. Indien door toewijzing van de aanvragen met dezelfde datum van ontvangst het subsidieplafond zou worden overschreden, geschiedt toewijzing aan de hand van het rangschikken van de aanvragen, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor toewijzing in aanmerking komt. De rangschikking vindt plaats volgens loting, welke geschiedt door een door de minister aan te wijzen notaris.

5. Voor de toepassing van het vierde lid komen uitsluitend aanvragen in aanmerking ten aanzien waarvan als datum van ontvangst geldt de dag waarop het subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 4

De in artikel 2 bedoelde subsidie wordt slechts verstrekt aan een ondernemer:

a. ten behoeve van wie de toekenning van een licentie ten behoeve van een vissersvaartuig dat op grond van tabel I van bijlage I van de verordening tot het segment met de code 4J1, 4J3, 4J4 of 4J5 behoort, op grond van artikel 5a, eerste lid, van de regeling is aangehouden en

b. die binnen de periode van aanhouding, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, van de regeling definitief afstand doet van alle rechten op toekenning van de in onderdeel a bedoelde licentie.

Artikel 5

Geen subsidie wordt verstrekt voor het gedeelte van de licentie, bedoeld in artikel 4, onderdeel a, dat op grond van artikel 7a of 7c, tweede lid, van de regeling niet meer geldig is bij gehele of gedeeltelijke overdracht of overschrijving van die licentie.

Artikel 6

1. De subsidie bedraagt, € 1.270,- per brutoton, vermeld op de in artikel 4, onderdeel a, bedoelde licentie.

2. Voor zover op in het eerste lid bedoelde licentie uitsluitend kilowatten staan vermeld, bedraagt de subsidie € 136,- per kilowatt.

3. Voor de berekening van de subsidie wordt uitgegaan van de tonnage en het motorvermogen dat op 1 januari 2003 op de licentie stond vermeld.

Artikel 7

1. De aanvraag, bedoeld in artikel 2, wordt ingediend op een daartoe bestemd formulier.

2. De aanvrager is verplicht gelijktijdig met de aanvraag in te leveren:

a. een door aanvrager ondertekende verklaring op een daartoe bestemd formulier dat hij definitief afstand doet van alle rechten op toekenning van de licentie waarop de aanvraag betrekking heeft en

b. indien er een pandrecht is gevestigd op de licentie waarop de aanvraag betrekking heeft, een verklaring van de pandhouder waaruit blijkt dat deze instemt met de aanvraag.

Artikel 8

1. De minister geeft binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 2, een beschikking omtrent subsidievaststelling.

2. Indien de termijn, bedoeld in het eerste lid, niet kan worden gehaald, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarop de beschikking tegemoet kan worden gezien.

Artikel 9

Indien voor het afstand doen van het recht op toekenning van een licentie reeds uit anderen hoofde een uit overheidsmiddelen bekostigde subsidie is of zal worden verstrekt, wordt deze subsidie in mindering gebracht op de op grond van deze regeling verkregen subsidie.

Artikel 10

1. Subsidie wordt verstrekt onder voorbehoud van goedkeuring door de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

2. De beslissing tot verstrekking van subsidie kan worden ingetrokken of gewijzigd indien dit noodzakelijk is in verband met het verkrijgen van de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze regeling of het uitblijven daarvan.

Artikel 11

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

Artikel 12

Deze regeling wordt aangehaald als: Opkoopregeling gereserveerde licenties 2003.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 december 2002.
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,B.J. Odink.

Toelichting

Op grond van de Regeling visserijlicentie is het sinds 1985 verboden de visserij uit te oefenen op gequoteerde soorten zonder geldige licentie. Op het moment van introductie van dit systeem is aan elk vissersvaartuig dat in het centraal visserijregister stond geregistreerd en voor de zeevisserij in gebruik was een licentie toegekend. Op de licentie staat het motorvermogen vermeld, uitgedrukt in kilowatten en brutotonnen. Vanaf dat moment zijn er geen nieuwe licenties meer toegekend. De omvang van de totale Nederlandse vissersvloot is derhalve vanaf 1985 niet meer toegenomen.

De licenties zijn geheel of gedeeltelijk overdraagbaar en kunnen op verzoek van de ondernemer voor een periode van maximaal 2 jaar worden gereserveerd, om zo ondernemers in de gelegenheid te stellen een vervangend vissersvaartuig te bouwen of te kopen. Wordt de gereserveerde licentie niet binnen twee jaar aan een vissersvaartuig toegekend, dan komt de licentie te vervallen.

In het kader van de goedkeuring van de Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij 2002 en de onderhavige regeling heeft de Europese Commissie aangeven dat zij de reservering van licenties niet in overeenstemming acht met de communautaire wetgeving. Het Nederlandse systeem van gereserveerde licenties is naar oordeel van de Commissie onvoldoende transparant en vormt een belemmering voor de naleving van de uit het Gemeenschapsrecht inzake het vlootbeheer voortvloeiende verplichtingen. De Commissie heeft dan ook aangegeven dat de Nederlandse regering het nationale stelsel op korte termijn dient te hervormen. In eerste instantie wordt derhalve per 1 januari 2003 de reserveringstermijn verkort en worden de voorwaarden voor reservering aangescherpt. De aanscherping van de regelgeving is van toepassing op de vlootsegmenten 4J1, 4J3, 4J4 en 4J5. Segment 4J2 is voorlopig uitgezonderd van de regeling aangezien over de omvang van dat segment nog discussie bestaat met de Europese Commissie en de toetreding tot dat segment in afwachting daarvan thans is bevroren.

In verband met de aanscherping van de regelgeving wordt ondernemers op grond van de onderhavige regeling de mogelijkheid geboden hun gereserveerde licentie ter opkoop aan te bieden aan de staat. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de ondernemer afstand te doen van zijn recht op toekenning van zijn gereserveerde licentie. Slechts hele gereserveerde licenties kunnen ter opkoop worden aangeboden. Het ter opkoop aanbieden van een deel van de capaciteit die op de licentie staat vermeld, is niet mogelijk. Op grond van artikel 7a en 7c, tweede lid, van de Regeling visserijlicentie komt een gedeelte van de licentie te vervallen indien deze geheel of gedeeltelijk wordt overgedragen of overgeschreven. In analogie met deze bepalingen komt het gedeelte van de licentie dat op grond van die bepalingen komt te vervallen niet in aanmerking voor subsidie op grond van deze regeling. Dit betreft bijvoorbeeld de licentie die is toegekend ten behoeve van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 2000 pk. Bij overdracht of overschrijving van deze licentie komt het gedeelte dat betrekking heeft op het motorvermogen van meer dan 2000 pk te vervallen. Dat gedeelte komt derhalve niet in aanmerking voor subsidieverlening op grond van de onderhavige regeling.

De subsidie bedraagt € 1.270,- per brutoton. Staan op de betreffende licentie uitsluitend kilowatten vermeld, dan bedraagt de subsidie € 136,- per kilowatt. Hierbij wordt uitgegaan van de hoeveelheden die op 1 januari 2003 op de gereserveerde licentie stonden vermeld.

De regeling is bij beschikking van 27 november 2002 door de Europese Commissie goedgekeurd.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

B.J. Odink.

Naar boven