Vrijstellingsregeling visserijmogelijkheden januari 2003

20 december 2002

Nr. TRCJZ/2002/12663

Directie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op de artikelen 3, 4 en 6d van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

Artikel 1

In de periode van 1 tot en met 6 januari 2003 wordt:

a. vrijstelling verleend van artikel 2, eerste lid, van de Regeling vangstbeperking, voor zover het betreft de ten aanzien van de gezamenlijke Nederlandse vissers toegekende hoeveelheden per vissoort zoals vastgesteld in bijlage 3 de Regeling vangstbeperking bij regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 21 december 2001 (Stcrt. 250);

b. vrijstelling verleend van artikel 2, eerste lid, van de Regeling vangstbeperking, voor zover het betreft de ten aanzien van de gezamenlijke vissers van de lidstaten van Europa toegekende hoeveelheden per vissoort zoals vastgesteld in bijlage 4 bij de Regeling vangstbeperking bij regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 21 december 2001 (Stcrt. 250);

c. voor de toepassing van hoofdstuk I van de Regeling contingentering zeevis geacht aan een ondernemer een contingent van een bepaalde vissoort te zijn toegekend, gelijkwaardig aan het contingent dat op 31 december 2002 aan die ondernemer was toegekend;

d. voor de toepassing van hoofdstuk I van de Regeling contingentering zeevis geacht aan een groep een groepscontingent van een bepaalde vissoort te zijn toegekend, gelijkwaardig aan het groepscontingent dat op 31 december 2002 aan die groep was toegekend;

e. voor de toepassing van hoofdstuk I van de Regeling contingentering zeevis geacht aan een rederij een rederijcontingent van een bepaalde vissoort te zijn toegekend, gelijkwaardig aan het rederijcontingent dat op 31 december 2002 aan die rederij was toegekend.

Artikel 2

Onderdeel e van de bijlage van de Regeling contingentering zeevis1 komt te vervallen.

Artikel 3

De Bijlagen 3 en 4 van de Regeling vangstbeperking2 komen te vervallen.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003 en vervalt met ingang van 7 januari 2003.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Vrijstellingsregeling visserijmogelijkheden januari 2003.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 december 2002.
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,B.J. Odink.

1 Stcrt. 1999, 252, zoals laatstelijk gewijzigd bij regeling van 21 december 2001, Stcrt. 250.

2 Stcrt. 1993, 252, zoals laatstelijk gewijzigd bij regeling van 27 juni 2002, Stcrt 124.

Toelichting

In verband met het tijdstip van besluitvorming door de Raad van Ministers van de Europese Unie over de toekenning van de TAC en quota voor 2003, is het niet mogelijk om voor het einde van het jaar 2002 de quota en de contingenten voor 2003 toe te kennen. Op grond van de onderhavige regeling wordt voorkomen dat er begin 2003 een totaal vangstverbod zal gelden voor de Nederlandse vissers.

In afwachting van de toekenning van de quota aan de gezamenlijke Nederlandse vissers en aan de gezamenlijke vissers van de lidstaten van de Europese Unie wordt thans vrijstelling verleend van het verbod van artikel 2, eerste lid, van de Regeling vangstbeperking om vis als bedoeld in bijlage 2 bij die regeling aan te landen. Deze vrijstelling geldt uitsluitend voor zover het de soorten en de hoeveelheden betreft waarvoor in 2002 ook een vrijstelling gold.

Daarnaast wordt voor de toepassing van hoofdstuk I van de Regeling contingentering zeevis bepaald dat alle ondernemers, groepen of rederijen, die op 31 december 2002 over een contingent van een bepaalde vissoort beschikten, worden geacht in de periode van 1 tot 6 januari 2003 contingenthouder te zijn van hetzelfde contingent of dezelfde contingenten. Bij controle in die periode zal de betreffende ondernemer kunnen volstaan met het tonen van zijn contingenten van 2002.

Bij de visserij in de bovengenoemde periode zijn alle bestaande voorschriften ten aanzien van onder andere het bijhouden van het logboek, het aanlanden van vis en de technische maatregelen onverkort van kracht. Alle vangsten die gedurende deze periode worden aangeland zullen worden beschouwd als vangsten die deel uitmaken van de voor 2003 toe te kennen contingenten en komen derhalve ten laste van die contingenten en ten laste van de voor 2003 aan de gezamenlijke Nederlandse vissers en aan de gezamenlijke vissers van de lidstaten van de Europese Unie aan de Nederlandse vissers toegekende vangsthoeveelheden.

Uiterlijk 6 januari zullen de vangsthoeveelheden en de contingenten voor 2003 worden toegekend en komen de in deze regeling opgenomen bepalingen te vervallen.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

B.J. Odink.

Naar boven