Overdracht opsporingsvergunning

Blokdeel P10

20 december 2002

ME/EP/UM/02064775

De Minister van Economische Zaken,

Overwegende, dat Petro-Canada Hanze GmbH en Petro-Canada Netherlands B.V. de houders zijn van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 12 januari 1999, nr. E/EOG/MW/98086894 (Stcrt. 1999, 14), verleende opsporingsvergunning als bedoeld in artikel 2 van de Mijnwet continentaal plat voor blok P10 van het continentaal plat;

Gelezen het verzoek van de vergunninghouders van 14 november 2002 om toestemming tot overdracht van rechten op bovenbedoelde vergunning aan Petro-Canada Netherlands B.V.;

Overwegende dat het verzoek wordt opgevat als een verzoek om toestemming tot overdracht van bovenbedoelde vergunning aan de daarbij genoemde maatschappij in die zin dat Petro-Canada Hanze GmbH als medehouder uittreedt;

Overwegende dat de maatschappij aan welke de vergunning zal worden overgedragen schriftelijk heeft verklaard dat zij de vergunning met de daaraan verbonden beperkingen en voorschriften zonder voorbehoud aanvaardt;

Overwegende, dat de technische en financiële mogelijkheden van Petro-Canada Netherlands B.V., noch de wijze waarop Petro-Canada Netherlands B.V. voornemens is het opsporingsonderzoek te verrichten, aanleiding geeft de gevraagde toestemming te weigeren;

Gehoord de Mijnraad (advies van 20 december 2002, nr. MIJR/02063922);

Gelet op artikel 19 van de Mijnwet continentaal plat;

Besluit:

Artikel I

De houders van de opsporingsvergunning, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 12 januari 1999, nr. E/EOG/MW/98086894 (Stcrt. 1999, 14), voor blok P10 van het continentaal plat, toestemming te verlenen tot overdracht van deze vergunning aan Petro-Canada Netherlands B.V.

Artikel II

Deze beschikking treedt in werking op de datum van de verzending.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,namens deze:
J.C. De Groot,
directeur Energieproductie.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (G/502), Postbus 20101, 2500 EC 's-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven