18 december 2002
Nr. TRCJZ/2002/13340
Directie Juridische Zaken
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op artikel 6, achtste lid, van Verordening (EEG) nr. 3508/92 van
de Raad van de Europese Unie van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd
beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen (PbEG
L 355);
Gelet op artikel 2, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 2550/2001 van
de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 december 2001 tot vaststelling
van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad
van de Europese Unie houdende een gemeenschappelijke ordening der markten
in de sector schapen- en geitenvlees en tot wijziging van Verordening (EG)
nr. 2419/2001 (PbEG L 341);
Gelet op artikel 17, tweede lid, en artikel 30, tweede lid, van Verordening(EG)
nr. 2342/1999 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 oktober
1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999
van de Raad van de Europese Unie houdende een gemeenschappelijke ordening
der markten in de sector rundvlees met betrekking tot premieregelingen (PbEG
L 281);
Gelet op de artikelen 2.4, 3.4 en 3.8, van de Regeling dierlijke EG-premies;
Besluit:
Artikel 1
1. De periode voor het indienen van een aanvraag voor een premie, bedoeld
in artikel 2.4 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor ooien voor het jaar
2003 is het tijdvak van 6 januari 2003 tot en met 10 februari 2003.
2. De periode voor het aanvragen van specifieke premierechten voor ooien,
bedoeld in artikel 3.4 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor het jaar
2003 is het tijdvak van 6 januari 2003 tot en met 7 maart 2003.
3. De periode voor het melden van overgedragen premierechten voor ooien,
bedoeld in artikel 3.8 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor het jaar
2003 is het tijdvak van 4 augustus 2003 tot en met 29 augustus 2003.
4. De perioden voor het indienen van een aanvraag voor een premie, bedoeld
in artikel 2.4 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor stieren en ossen
voor het jaar 2003 zijn:
a. het tijdvak van 3 februari 2003 tot en met 3 maart 2003,
b. het tijdvak van 1 mei 2003 tot en met 30 mei 2003,
c. het tijdvak van 1 augustus 2003 tot en met 29 augustus 2003, en
d. het tijdvak van 15 oktober 2003 tot en met 13 november 2003.
5. De periode voor het indienen van een aanvraag voor een premie, bedoeld
in artikel 2.4 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor zoogkoeien voor
het jaar 2003 is het tijdvak van 2 juni 2003 tot en met 30 juni 2003.
6. De periode voor het melden van overgedragen premierechten voor zoogkoeien,
bedoeld in artikel 3.8 van de Regeling dierlijke EG-premies, voor het
jaar 2003 is het tijdvak van 2 juni 2003 tot en met 30 juni 2003.
Artikel 2
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 3
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling perioden dierlijke
EG-premies 2003.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
In het kader van de Regeling dierlijke EG-premies kunnen producenten voor
het aanhouden van ooien, stieren, ossen en zoogkoeien in aanmerking komen
voor een premie. In artikel 1 van de onderhavige regeling is de aanvraagperiode
voor de premie voor het aanhouden van ooien (eerste lid), stieren, ossen (vierde
lid) en zoogkoeien (vijfde lid) vastgesteld voor het jaar 2003. Indien een
aanvraag na de laatste dag van het desbetreffende tijdvak wordt ingediend
leidt dit tot een verlaging van het steunbedrag met 1% per werkdag. Indien
een aanvraag meer dan 25 kalenderdagen na de laatste dag van het desbetreffende
tijdvak wordt ingediend wordt de aanvraag afgewezen.
In artikel 3.2 en artikel 3.3 van de Regeling dierlijke EG-premies is
aangegeven wanneer producenten in aanmerking komen voor de toekenning van
specifieke premierechten voor ooien. Op grond van artikel 3.4 van de Regeling
dierlijke EG-premies moeten producenten daartoe een aanvraag indienen. In
artikel 1, tweede lid, van de onderhavige regeling is bepaald wanneer in 2003
een aanvraag voor specifieke premierechten voor ooien kan worden ingediend.
Op grond van artikel 3.8 van de Regeling dierlijke EG-premies kan de verkrijger
van premierechten slechts aanspraak op overgedragen premierechten maken indien
zowel de vervreemder als de verkrijger het Agentschap LASER van het Ministerie
van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van de overdracht in kennis hebben
gesteld. In artikel 1 van de onderhavige regeling is bepaald in welke periode
de melding van de overdracht in 2003 voor premierechten voor ooien (derde
lid) en zoogkoeien (zesde lid) kan plaatsvinden.