Aanwijzing buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst

Besluit van de Minister van Justitie van 19 december 2002, nr. 5203102/502/AJT, tot wijziging van het besluit houdende aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst

De Minister van Justitie,

Gelezen het verzoek van de Directeur van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst d.d. 28 oktober 2002, kenmerk SIOD/OB&I/2002/82522;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten, artikel 142, eerste lid onder b en c, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993 en het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel I

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar SIOD 20021 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 7 komt als volgt te luiden:

Artikel 7

Aan de buitengewoon opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 2 van dit besluit, die reeds éénmaal met goed gevolg het door de Citogroep afgenomen examen buitengewoon opsporingsambtenaar heeft afgelegd, of in het bezit is van het diploma NPA, het politiediploma Aof B, het diploma herziene primaire opleiding, het diploma surveillant van politie, het diploma Koninklijke marechaussee of het diploma Centrale Opleiding Opsporingsfunctionarissen Sociale Zekerheid van SOSV Opleidingen B.V., wordt onder de navolgende voorwaarden ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar:

a. hij neemt deel aan een bijscholingsprogramma waarin tenminste de eindtermen zoals vastgesteld bij circulaire van de Minister van Justitie van 28 oktober 2002, kenmerk 5193598/502/CBK, zijn verwerkt;

b. de verschillende onderdelen van het bijscholingsprogramma worden afgesloten met een toets;

c. de onder b. bedoelde toetsing van de buitengewoon opsporingsambtenaar geschiedt onder verantwoordelijkheid van een coördinatiecommissie waarin een lid van het Openbaar Ministerie is opgenomen;

d. hij heeft alle periodieke toetsen als bedoeld onder b. met goed gevolg afgelegd, waarbij echter de buitengewoon opsporingsambtenaar die is beëdigd vóór 1 januari 2003 bij de aanvraag tot verlenging van de toegekende opsporingsbevoegdheid tot uiterlijk 1 januari 2008 kan volstaan met overlegging van een bewijs van inschrijving van deelname aan, of het bewijs van inschrijving in het permanente bijscholingsprogramma van SOSV Opleidingen B.V.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2003 en vervalt met ingang van 1 januari 2007.

Dit besluit wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Den Haag, 19 december 2002.
De Minister van Justitie,namens deze,
de Directeur-Generaal Rechtshandhaving,
C.W.M. Dessens.

1 Stcrt. 2001, 250.

Toelichting

Aan de buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) heb ik ontheffing van de bekwaamheidseis, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, verleend. Daaraan was de voorwaarde verbonden dat deze buitengewoon opsporingsambtenaren in het bezit waren van één van de in artikel 7 van mijn besluit van 19 december 2001 genoemde diploma's. De buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst bij de SIOD gaan met ingang van 1 januari 2003 deelnemen aan het permanente bijscholingsprogramma van SOSV Opleidingen B.V. In verband daarmee heeft de SIOD verzocht om een zogenaamde semi-permanente ontheffing van de bekwaamheidseis. Deze ontheffing wordt, onder de in artikel 7 genoemde voorwaarden, bij dit besluit verleend. Door middel van de gestelde voorwaarden wordt gewaarborgd dat bij de buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst bij de SIOD het verworven kennisniveau blijft gehandhaafd.

Den Haag, 19 december 2002.

De Minister van Justitie,

namens deze,

de Directeur-Generaal Rechtshandhaving,

C.W.M. Dessens.

Naar boven