Besluit CSG no. 1-2002

Wijziging van Besluit CSG no. 6-2000 inzake de inschrijving in een register van specialisten met een buitenlands diploma voor sociaal-geneeskundigen

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

College voor Sociale Geneeskunde

Het College voor Sociale Geneeskunde, in vergadering bijeen op 27 september 2002;

gelet op artikel 12, eerste lid, sub e. van de Regeling inzake de opleiding en registratie van specialisten van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst;

overwegende

dat het College voor Sociale Geneeskunde op 24 november 2000 heeft besloten de inschrijving in het register van sociaal-geneeskundigen van in het buitenland opgeleide sociaal-geneeskundigen vast te leggen in Besluit CSG no. 6 - 2000;

dat dit Besluit aanpassing behoeft in verband met Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts;

besluit

Artikel I

Besluit CSG no. 6 - 2000 te wijzigen.

A

Artikel 1 wordt vervangen door de artikelen 1 en 1a en luiden als volgt:

Indien de richtlijn 93/16, zoals gewijzigd bij richtlijn 2001/19 EG van toepassing is

Artikel 1. Erkenning van Europese diploma's, titels etc.

1. Onderdanen van een der lidstaten van de Europese Gemeenschap alsmede van een der landen behorende tot de Europese Economische Ruimte (EER) en de Zwitserse Bondsstaat die in het bezit zijn van een van de in Richtlijn 2001/19/EG vermelde arts- en sociaal-geneeskundigendiploma's, worden op hun verzoek ingeschreven in een register van sociaal-geneeskundigen. Zij dienen daartoe aan de SGRC een bewijsstuk over te leggen dat zij zijn ingeschreven in het artsregister als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).

2. Onderdanen van lidstaten van de Europese Gemeenschap alsmede van een der landen behorende tot de Europese Economische Ruimte en de Zwitserse Bondsstaat van wie de diploma's van arts en titels van specialist niet overeenstemmen met de in bijlage A, B, C en D opgenomen benamingen, kunnen op hun verzoek ingeschreven worden in het betreffende register van erkende specialisten mits een verklaring wordt overgelegd van de bevoegde autoriteiten of instanties van de betrokken lidstaat dat de diploma's, certificaten en andere titels zijn afgegeven ter afsluiting van een opleiding die voldoet aan eisen genoemd in de CSG Besluiten no. 1 - 1999 en no. 7 - 2000 en die de afgevende lidstaat gelijkstelt met de opleidingen waarvan de benamingen in de betreffende bijlagen zijn opgenomen.

3. Ingeval een houder, van een ander dan in een land behorend tot de EER of de Zwitserse Bondsstaat behaald specialistendiploma, dat reeds erkend is door een ander land behorend tot de EER of de Zwitserse Bondsstaat, om erkenning van dit diploma vraagt, dan wordt bij de beoordeling of zijn voltooide specialistische opleiding overeenkomt met die van de in Nederland voor dat betreffende specialisme erkende opleiding, niet alleen gekeken naar zijn voltooide opleiding. Bij die beoordeling worden ook meegewogen zijn beroepservaring opgedaan in de lidstaat die zijn diploma reeds heeft erkend, de aanvullende opleiding en bij- en nascholing.

4. Onderdanen van Spanje die voor 1 januari 1995 een specialistenopleiding in Spanje hebben voltooid die niet voldeed aan de formele opleidingseisen, zoals in de bijlagen vermeld, kunnen op hun verzoek ingeschreven worden in het betreffende register van erkende specialisten mits een verklaring wordt overgelegd van de bevoegde Spaanse autoriteiten, waaruit blijkt dat de kennis en bekwaamheid van betrokkenen vergelijkbaar is met die van artsen met een titel van specialist, zoals voor Spanje vermeld in de bijlagen.

Artikel 1a. Beoordeling van aanvragen

1. Een arts, zijnde onderdaan van een land behorend tot de EER of de Zwitserse Bondsstaat die een diploma, certificaat of andere titel van opleiding tot specialist wenst te verkrijgen en die niet onder artikel 2 van dit besluit valt, of die niet in een lidstaat van oorsprong of herkomst of in de Zwitserse Bondsstaat wordt afgegeven, kan bij de SGRC een verzoek indienen tot verkorting van de opleiding in Nederland.

2. De arts dient daartoe voor de aanvang van de Nederlandse opleiding bij de SGRC een verzoek in, waarin in elk geval is aangegeven welke buitenlandse getuigschrift(en) de arts bezit, over welke beroepservaring de arts beschikt alsmede welke aanvullende opleiding en medische bij- en nascholing de arts gevolgd heeft. De arts verschaft voorts de SGRC alle inlichtingen waarover deze bij de beoordeling van het verzoek wenst te beschikken.

3. De SGRC stelt, na onderzoek van de inhoud en de duur van de opleiding aan de hand van de overgelegde stukken die benodigd zijn om tot een oordeel hierover te komen en rekening houdend met de beroepservaring, aanvullende opleiding en medische bij- en nascholing, de duur van de (aanvullende) opleiding vast die moet worden gevolgd, alsmede de gebieden die deze opleiding moet bestrijken, indien en voorzover wordt vastgesteld dat de vakbekwaamheid van aanvrager niet (nagenoeg) gelijkwaardig is met de betreffende opleiding in Nederland.

B

Na artikel 14 wordt een artikel 15 ingevoegd dat als volgt luidt:

Artikel 15

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit CSG no. 1 - 2002 Wijziging van Besluit CSG no. 6 - 2000.

Artikel II

Dit Besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

Toelichting

Algemeen

Dit besluit wijzigt Besluit CSG no. 6- 2000. Met deze wijziging is Richtlijn 2001/19/EG van het Europese Parlement en de raad geïmplementeerd in de regelgeving van het CSG. Richtlijn 2001/19/EG houdt een wijziging in van onder meer Richtlijn 93/16/EEG.

Tevens is de overeenkomst van Luxemburg van 21 juni 1999 tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen geïmplementeerd.

In het besluit is de algemene procedure aldus dat een in het buitenland opgeleide specialist meldt zich bij de SGRC met het verzoek tot inschrijving in het betreffende specialistenregister ofwel met het verzoek tot het volgen van een stage. De SGRC is vervolgens gerechtigd na te gaan of het betreffende specialistendiploma automatisch erkend moet worden dan wel in hoeverre de inhoud van de elders voltooide opleiding tot specialist overeen komt met die van de betreffende Nederlandse specialistische opleiding. Indien de SGRC tot de conclusie komt dat sprake is van een automatische erkenning dan zal inschrijving in het betreffende specialistenregister plaatsvinden, mits betrokkene een ongeclausuleerde BIG-registratie heeft. Indien de SGRC tot de conclusie komt dat sprake is van (nagenoeg) gelijkwaardigheid van de opleiding kan de SGRC beslissen dat de buitenlandse specialist in aanmerking kan komen voor het volgen van een stage.

Doel van deze regeling in dit Besluit is afstemming te bereiken tussen de procedures inzake de bevoegdheidsverlening (door het Ministerie van VWS) en die met betrekking tot de inschrijving in de specialistenregisters ressorterende onder het SGRC.

Naar boven