Regeling aanwijzing certificaat Overgangsopleiding HBO-huidtherapie

29 november 2002

IBE/BO-2334373

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 107a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Besluit:

Artikel 1

Als getuigschrift als bedoeld in artikel 107a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg op basis waarvan de titel huidtherapeut mag worden gevoerd, wordt aangewezen het certificaat Overgangsopleiding HBO-huidtherapie, afgegeven door de Hogeschool van Utrecht te Utrecht.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing certificaat Overgangsopleiding HBO-huidtherapie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,C. Ross-van Dorp.

Toelichting

In het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied huidtherapeut worden krachtens artikel 34 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna te noemen Wet BIG) eisen gesteld met betrekking tot de (HBO-)opleiding tot huidtherapeut en wordt het gebied van deskundigheid van de huidtherapeut omschreven. Artikel 2 van dit besluit bepaalt dat het recht tot het voeren van de titel huidtherapeut is voorbehouden aan degene aan wie een getuigschrift is uitgereikt waaruit blijkt dat betrokkene met goed gevolg het afsluitende examen heeft afgelegd van een opleiding voor huidtherapie die is opgenomen in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs.

Het beroep van huidtherapeut was nog niet eerder wettelijk geregeld.

Artikel 107a van de Wet BIG voorziet in overgangsrecht ten aanzien van die beroepen die niet wettelijk geregeld waren vóór de datum van inwerkingtreding van artikel 34 van de Wet BIG. De overgangsmaatregel houdt in dat personen wier verworven vakbekwaamheid, gelet op het bezit van een door de minister aangewezen getuigschrift, geacht kan worden gelijkwaardig of nagenoeg gelijkwaardig te zijn aan de vakbekwaamheid welke uit het voltooid hebben van i.c. de (HBO-)opleiding huidtherapeut kan worden afgeleid, gelijkgesteld worden met degenen die deze nieuw geregelde opleiding voltooid hebben en derhalve de (opleidings)titel van het nieuwe beroep mogen voeren.

De onderhavige regeling strekt ertoe uitvoering te geven aan deze overgangsmaatregel. Zoals in de nota van toelichting bij bovenbedoeld besluit al aangegeven, is voor de zittende beroepsgroep van huidtherapeuten, opgeleid volgens het oude - niet publiekrechtelijk geregelde - stramien, een overgangsopleiding in het leven geroepen, georganiseerd door de Hogeschool van Utrecht. De Hogeschool ontwikkelde daartoe een speciaal onderwijsprogramma met het oogmerk betrokkenen in staat te stellen een vakbekwaamheid te verwerven die (nagenoeg) gelijkwaardig is aan de op grond van de HBO-opleiding verworven vakbekwaamheid, voor zover gericht op gezondheidszorgaspecten. Het betreft met name verdieping en verbreding van medische en pathologische kennis en van de therapeutische vaardigheden alsmede de verwerving van die technische vaardigheden die niet in de oude opleidingen werden aangeboden (zoals bijvoorbeeld behandeling met laser).

Degene die de overgangsopleiding met goed gevolg heeft afgesloten, ontvangt van de Hogeschool een certificaat (van vakbekwaamheid), te weten het certificaat Overgangsopleiding HBO-huidtherapie, hetwelk in het kader van de overgangsmaatregel in de onderhavige regeling wordt aangewezen. De Hogeschool bepaalt de toelatingsvoorwaarden inzake de overgangsopleiding, verleent eventuele vrijstellingen (op grond van reeds opgedane praktijkervaring) en draagt tevens de verantwoordelijkheid voor de afgifte van het certificaat. De studiebelasting van de overgangsopleiding bedraagt 21 studiepunten, die behaald kunnen worden in één studiejaar.

Wellicht ten overvloede zij opgemerkt dat de bezitters van het aangewezen certificaat de titel huidtherapeut van rechtswege mogen voeren; zij behoeven de minister dus niet om afgifte van een verklaring van vakbekwaamheid te verzoeken.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. Ross-van Dorp.