De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
Gelet op de artikelen 2.4.6, 2.4.11 en 2.4.12 van de Subsidieregeling
Ministerie van Buitenlandse Zaken en afdeling 10.1.1. van de Algemene wet
bestuursrecht;
Besluit:
Artikel 1
1. Aan de voorzitter van de Stichting Nuffic (Nederlandse Organisatie
voor internationale samenwerking in het Hoger Onderwijs en Onderzoek) wordt
mandaat verleend om namens de Staatssecretaris:
a. besluiten te nemen inzake subsidieverstrekking op grond van de artikelen
2.4.6, 2.4.11 en 2.4.12 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse
Zaken1, overeenkomstig de beleidsvoornemens en richtlijnen neergelegd
in het Programma voor institutionele versterking van post-secundaire onderwijs-
en trainingscapaciteit (NPT) DCO/OO-361/02, en de beurzenprogramma's voor
bijscholing van professioneel middenkader gericht op capaciteitsopbouw van
organisaties in ontwikkelingslanden (NFP) DCO/OO-362/022;
b. besluiten te nemen inzake subsidieverstrekking op grond van de artikelen
2.4.6, 2.4.11 en 2.4.12 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse
Zaken, overeenkomstig het beleidsvoornemen inzake het Beurzenprogramma voor
IO-instituten dd. 5 december 2001, DCO/OO-449/013, welke betrekking
hebben op financiële verplichtingen als gevolg van in het kader van het
BIO in 2002 verstrekte subsidies en
c. te beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld onder
a en b.
2. De voorzitter kan van zijn op grond van het eerste lid gemandateerde
bevoegdheid, ondermandaat verlenen aan functionarissen van de stichting Nuffic.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Van dit besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.