Bekendmaking tarieven vrijwillige dienstverlening Scheepvaartinspectie 2003

Bekendmaking van het hoofd van de Scheepvaartinspectie, houdende vaststelling van de tarieven voor vrijwillige dienstverlening door de Scheepvaartinspectie (Bekendmaking tarieven vrijwillige dienstverlening Scheepvaartinspectie 2003)

26 november 2002

Nr. HDJZ/SCH/2002-3075

Hoofddirectie Juridische Zaken

Het hoofd van de Scheepvaartinspectie maakt bekend, dat met ingang van 1 januari 2003 de volgende tarieven verschuldigd zijn voor vrijwillige dienstverlening door de Scheepvaartinspectie:

Artikel 1

Voor het onderzoek van niet in Nederland thuis behorende schepen op verzoek van buitenlandse autoriteiten en voor verdere werkzaamheden, nodig voor de hernieuwing of visering van een certificaat voor deze schepen, zijn de onderstaande tarieven verschuldigd:

a. voor een uitrustingscertificaat:

stcrt-2002-233-p16-SC37333-1.gif

b. Voor het onderzoek van een radio-installatie:

1°. nieuwbouw radio-installatie: € 986,71;

2°. jaarlijkse inspectie radio-installatie: € 242,96;

3°. herinspectie radio-installatie: € 123,96;

4°. afgifte certificaat voor de radio-installatie: € 175.

Artikel 2

1. Voor het onderzoek en de verdere werkzaamheden, nodig voor de afgifte van een verklaring bestman, afgegeven op grond van een ontheffing als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet op de zeevaartdiploma's, is een tarief verschuldigd van € 328.

2. Indien het onderzoek buiten toedoen van de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie niet leidt tot de afgifte van een verklaring als bedoeld in het eerste lid, is een tarief verschuldigd van € 304.

3. Indien voor de afgifte van een verklaring als bedoeld in het eerste lid geen onderzoek aan boord plaatsvindt, is een tarief verschuldigd van € 126.

Artikel 3

Voor een verzoek aan een erkend klassebureau tot onderzoek van schepen buiten Nederland ten behoeve van de afgifte van certificaten is een tarief verschuldigd van € 100.

Artikel 4

Voor het onderzoek van schepen zonder voortstuwing en de verdere werkzaamheden, nodig voor de afgifte van een verklaring, behorend bij het certificaat van deugdelijkheid, waaruit blijkt dat deze schepen voldoende zijn uitgerust om buitengaats bemand werkzaamheden te verrichten of de hiermee verband houdende visering van het certificaat van deugdelijkheid, zijn de onderstaande tarieven verschuldigd:

stcrt-2002-233-p16-SC37333-2.gif

Artikel 5

1. Voor het verstrekken van een verklaring, behorend bij het certificaat van deugdelijkheid, met betrekking tot verandering van een werkhaven is een tarief verschuldigd van € 118.

2. Voor het verstrekken van een verklaring, behorend bij het certificaat van deugdelijkheid, met betrekking tot een tijdelijke aanpassing van het vaargebied in verband met ijsgang is een tarief verschuldigd van € 118.

Artikel 6

1. Voor het onderzoek aan boord en de verdere werkzaamheden, nodig voor de afgifte van een verklaring, behorend bij het certificaat van deugdelijkheid, is een tarief verschuldigd van € 389.

2. Indien voor de afgifte van de verklaring, bedoeld in het eerste lid, geen onderzoek aan boord plaatsvindt, is een tarief verschuldigd van € 175.

Artikel 7

Voor de werkzaamheden, nodig voor het verlenen van een ontheffing van de verplichting in het bezit te zijn van een geldig vaarbevoegdheidsbewijs voor de zeevaart, is een tarief verschuldigd van € 175.

Artikel 8

Voor de meting van een schip of daarmee samenhangende controlewerkzaamheden waarvoor geen tarief is vastgesteld bij of krachtens de Meetbrievenwet 1981 of het Metingsbesluit Binnenvaartuigen 1978 is een tarief verschuldigd van € 57 per uur per ambtenaar.

Artikel 9

1. Voor het geheel of gedeeltelijk uitvoeren buiten Nederland van de in deze bekendmaking genoemde onderzoeken en overige werkzaamheden is een tarief verschuldigd van € 57 per uur per ambtenaar voor de reistijd buiten Nederland en de eventuele wachttijd tijdens het verblijf buiten Nederland. Bij de berekening van de reistijd en de wachttijd buiten Nederland geldt een maximum van acht uren per etmaal.

2. In afwijking van het eerste lid is op de in de artikelen 2, 4 en 6 genoemde onderzoeken artikel 46, eerste lid, van de Regeling tarieven Schepenwet 2003 van toepassing.

3. De eventuele reis- en verblijfkosten van de ambtenaar ten behoeve van de in deze bekendmaking genoemde onderzoeken en overige werkzaamheden in het buitenland komen voor rekening van de opdrachtgever. Deze kosten worden afzonderlijk in rekening gebracht.

Artikel 10

1. Indien de in deze bekendmaking genoemde onderzoeken en overige werkzaamheden geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd op werkdagen tussen 18.00 uur en 08.00 uur, op een zaterdag, op een zondag of op een in het Algemeen Rijksambtenarenreglement daaraan gelijkgestelde dag, is een aanvullend tarief verschuldigd van € 41 per uur per ambtenaar.

2. Het in het eerste lid genoemde tarief is eveneens voor in het buitenland buiten de daar ter plaatse geldende werktijden uitgevoerde onderzoeken verschuldigd.

Artikel 11

1. Een buitenlandse, niet uit een der lidstaten van de Europese Unie afkomstige koopvaardijofficier is voor het afnemen van een kennistoets door de examencommissies, genoemd in artikel 2 van het Examenbesluit zeevaartdiploma's 1991, een tarief verschuldigd van € 290 per toets.

2. Een buitenlandse koopvaardijofficier is voor het afnemen van een toets van de wettenmodule door de examencommissies, genoemd in artikel 2 van het Examenbesluit zeevaartdiploma's 1991, een tarief verschuldigd van € 129 per toets.

3. De artikelen 9 en 10 zijn niet van toepassing bij het afnemen van een toets als bedoeld in het eerste en het tweede lid.

Artikel 12

De bekendmaking van het hoofd van de Scheepvaartinspectie van 23 november 2001, nr. DGG/J-01/008273, houdende tarieven vrijwillige dienstverlening Scheepvaartinspectie 20021, wordt met ingang van 1 januari 2003 ingetrokken.

Het hoofd van de Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.

1 Stcrt. 2001, 240.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige bekendmaking treedt in de plaats van de Bekendmaking tarieven vrijwillige dienstverlening Scheepvaartinspectie 2002 (Stcrt. 2001, 240) in verband met een aanpassing van de daarin vermelde tarieven aan de stijging van lonen en prijzen.

De algemene tariefsverhoging die met ingang van 1 januari 2003 van kracht wordt bedraagt circa 5%. Bij de berekening is uitgegaan van de onafgeronde bedragen die de basis vormen van de tarieven per 1 januari 2002. Vervolgens is de uitkomst naar beneden afgerond op hele Euro's. Het niveau van de verhoging is met name gebaseerd op het gegeven dat vanaf de invoering in 1996 van het huidige, door de Scheepvaartinspectie gebruikte, tariefcalculatiesysteem de tarieven niet consequent jaarlijks zijn aangepast aan o.a. de stijging van lonen en prijzen. De bedoeling bij de invoering van voornoemd tariefcalculatiesysteem was om in een periode van 5 jaar tot volledige kostendekkendheid te komen, hetgeen als gevolg van het niet consequent jaarlijks aanpassen van de tarieven nog niet is gerealiseerd.

Nieuwe elementen

Naast de bovengenoemde algemene tariefsverhoging van circa 5% geldt ingevolge artikel 1, onderdeel b, een nieuwe uitsplitsing van de tarieven voor het onderzoek van een radio-installatie. Deze nieuwe uitsplitsing houdt verband met een wijziging op het gebied van de certificering en inspectie per 1 januari 2003.

Na 1 januari 2003 is bij de vaststelling van de nieuwe tarieven een duidelijke splitsing gemaakt tussen de kosten voor de verschillende diensten met betrekking tot de radio-installatie: inspectie nieuwbouw, jaarlijkse inspectie, herinspectie en afgifte certificaat. Een herinspectie is een inspectie die noodzakelijk wordt als gevolg van geconstateerde gebreken bij zowel een eerste onderzoek als bij een jaarlijkse inspectie.

Deze nieuwe tariefberekening houdt verband met een wijziging op het gebied van de certificering en inspectie per 1 januari 2003. De voornoemde inspectiewerkzaamheden betreffende de radio-installatie zullen worden uitgevoerd door medewerkers van het Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, voorheen de Rijksdienst voor Radiocommunicatie van het ministerie van verkeer en Waterstaat, en met dit agentschap worden afgerekend. Deze tarieven zijn in afwijking van de algemene regel niet afgerond en dus in Eurocenten. Het verstrekken van een certificaat voor een radio installatie geschiedt door de Divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat en zal door deze dienst aan de klant in rekening worden gebracht

De onderhavige bekendmaking geeft aan het voorgaande uitvoering.

Het hoofd van de Scheepvaartinspectie,

H.G.H. ten Hoopen.

Naar boven