Wijziging Regeling erkenning vakdiploma's beroepsvervoer

24 januari 2002

DGG/J-01/006732

Directoraat-Generaal Goederenvervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 21, eerste en tweede lid, van het Besluit goederenvervoer over de weg;

Besluit:

Artikel I

Artikel 2 van de Regeling erkenning vakdiploma's voor het beroepsvervoer1 komt te luiden:

Artikel 2

1. Als getuigschrift ter voldoening aan de eis van vakbekwaamheid voor het verrichten van grensoverschrijdend beroepsvervoer wordt erkend het diploma grensoverschrijdend vervoer met vrachtauto's tegen vergoeding van de Stichting Bureau Examens voor het beroepsvervoer.

2. Als aanvullend examen als bedoeld in artikel 21, tweede lid, van het Besluit goederenvervoer over de weg, wordt erkend het door de Stichting Bureau Examens voor het beroepsvervoer opgestelde aanvullend examen.

Artikel II

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

2. Het tweede lid alsmede de aanduiding `1.' voor het eerste lid van artikel 2 van de Regeling erkenning vakdiploma's voor het beroepsvervoer vervallen op het tijdstip, bedoeld in artikel V, eerste lid, van het besluit van 6 augustus 1999, houdende wijziging van het Besluit goederenvervoer over de weg en het Besluit personenvervoer met betrekking tot wijzigingen in de regeling van de toegang tot het beroep van vervoerder over de weg en de wederzijdse erkenning van diploma's, certificaten en andere titels ter vergemakkelijking van de uitoefening van het recht van vrije vestiging van bedoelde vervoerders (Stb. 352).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,T. Netelenbos.

1 Stcrt. 1992, 85.

Toelichting

Artikel 3, vierde lid, onderdeel f) van richtlijn nr. 96/26/EG van de Raad van de Europese unie inzake de toegang tot het beroep van ondernemer van goederen-, respectievelijk personenvervoer over de weg, nationaal en internationaal, en inzake de wederzijdse erkenning van diploma's, certificaten en andere titels ter vergemakkelijking van de uitoefening van het recht van vrije vestiging van bedoelde vervoerondernemer (PbEG L 124), geeft de lidstaten de bevoegdheid om natuurlijke personen, die ter voldoening aan de eis van vakbekwaamheid een getuigschrift overleggen dat in een lidstaat is afgegeven waar zij niet hun gewone verblijfplaats hebben, aan een aanvullend examen te onderwerpen.

De onderhavige regeling beoogt van deze bevoegdheid gebruik te maken.

De Europese Commissie is in kennis gesteld van het voornemen om van deze bevoegdheid gebruik te maken. Daarop is geen reactie ontvangen.

Het aanvullend examen komt in principe overeen met het examen ter verkrijging van de vergunning voor binnenlands beroepsvervoer, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet goederenvervoer over de weg. Dat betekent, dat het aanvullend examen zich zal toespitsen op in Nederland geldende voorschriften, voorzover deze niet tevens internationaal zijn vastgelegd.

De bevoegdheid tot het onderwerpen aan een aanvullend examen geldt in principe tot drie jaar na inwerkingtreding van de bepaling waarin zij is vastgelegd, dat is tot 1 oktober 2002. De Raad van de Europese Unie kan deze periode op voorstel van de Europese Commissie met maximaal vijf jaar verlengen.

In het besluit van 6 augustus 1999 (Stb. 352) is dan ook opgenomen dat artikel 21, tweede lid, van het Besluit goederenvervoer over de weg vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Ingevolge artikel II, tweede lid, van de onderhavige wijzigingsregeling zal op datzelfde tijdstip het nu ingevoegde artikel 2, tweede lid, van de Regeling erkenning vakdiploma's voor het beroepsvervoer vervallen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos.

Naar boven